Criminologie > is een wetenschap, die zich bezighoudt met de bestudering van
menselijke gedragingen die door de wetgever strafbaar zijn gesteld en van de
wijze waarop de overheid en de rest van de maatschappij daarop reageert.
(Kaiser)
- 1830 Filosofische benadering van het recht. Beccaria, Bentham, van
Hamel etc.)
1830 De statistiek doet diens intrede (Quetelet)
1870 De biologische benadering (Lombroso)
1885 De sociale psychologie wint aan populariteit (Lacassagne)
1905 De opkomst van de sociologie (Bonger)
1920 Herbeleving van de psychologie, maar nu de psychoanalyse (Freud)
1950 Doorwerking van de psychiatrie (Eysenck)
1980 De economie speelt een belangrijke rol (Cornish & Clarke)
1990 De derde psychologische variant; de biopsychologie (Moffit, Loeber)
1995 De culturele antropologie wordt steeds invloedrijker (Katz)
BETEKENIS VAN CRIMINALITEIT
• Garofalo 1885: De natuurlijke misdaad wordt gezien als Bijbelse zonde en
hangt hiermee samen.
• Durkheim 1895: Crimineel gedrag is normaal en functioneel gedrag.
• Bonger 1932: Immorele en schadelijke handelingen waartegen de overheid
door middel van straffen tegen optreedt.
• Sellin 1938: Regelovertredend gedrag.
• Sutherland 1940: Voor de maatschappij schadelijke handelingen waar met
behulp van juridische middelen op gereageerd moet worden.
• Becker 1963: Deviant gedrag is van de norm afwijkend gedrag.
• Kritische criminologie 1970: Crimineel gedrag als uitdrukking van
machtsverschillen.
• Abolitionisme 1980: Het strafrecht en ons denken over crimineel gedrag is
contraproductief (Hulsman)
• Passas 2005: Gedrag dat vermijdbaar is en onnodige schade tot gevolg
heeft.
CRIMINALITEIT ALS PERPETUUM MOBILE
Criminaliteit is geen natuurverschijnsel, maar een sociale constructie.
Criminalisering: bepaalde handelingen/gedragingen worden onder het
gebied van de strafwet gebracht.
Decriminalisering: bepaalde handelingen/gedragingen worden uit het
bereik van het strafrecht gehaald.
De criminologie kenmerkt zich door het feit dat het een objectwetenschap is. Dit
object is dan de criminaliteit. Probleem hierbij is dan wat hieronder verstaan
moet worden (Kritische criminologie)
Als wetenschappelijke doelen:
het beschrijven, verklaren en voorspellen van crimineel gedrag.
,Dit doen we door gebruik te maken van diverse onderzoeksmethoden als:
observaties, enquêteren en interviewen.
• Etiologie
Beccaria Positivisme
Vrije wil Determinisme
Italiaanse school Franse school
Biologie Sociologie
Cesare Lombroso (1835 -1909) Paul Vidal de la Blanche
(1854-1918)
Het strafrechtelijk systeem van Nederland:
Onderdelen:
- de (straf-)wetgever;
- de politie;
- het O.M. (de staande magistratuur);
- de rechterlijke macht (de zittende magistratuur);
- het gevangeniswezen;
- de reclassering.
Definitie selectiviteit: het verschijnsel dat systematische, dat wil zeggen niet-
toevallige, factoren bepalen welke natuurlijke of rechtspersonen uit het totaal
van wetsovertreders in aanraking komen met de politie of justitie.
Drie vormen:
1. capaciteitstekort;
2. regionale verschillen;
3. individuele selectie;
Lombroso > daderperspectief (positivisme)
Basis gelegd voor het dadergerichte denken.
Binnen de criminologie wordt er nu vaak gekeken naar de persoon van de dader
en de verklaringen die ten grondslag liggen aan het criminele gedrag van deze
persoon.
- enquêtes enz. (kwantitatief)
basis is gelegen in feiten welke zijn verkregen vanuit observaties (Aristoteles)
Buikhuizen kwam met biologische kenmerken en werd gezien als een nazi.
Misvattingen:
• Erfelijkheid als ά en Ω: effecten alcohol, drugs, voeding & gif zijn ook
biologisch
• MAOA (monoamine oxidase A) en CDH-13 (cadherin) als ‘agressiegenen’:
altijd alleen in combinatie met sociale omstandigheden
• Alles ligt vast: veranderbaar
• ‘Hij kan er niets aan doen’: stoornis neemt ‘schuld’ niet (helemaal) weg
, Atavisme > Hiermee stelde Lombroso dat je een crimineel aan zijn uiterlijke
kenmerken kon herkennen.
Voorbeelden fysieke kenmerken
• Asymmetrisch gezicht
• Grote kaakbeenderen
• opgezwollen, volle lippen
• Grote neusgaten en oren
• laagvoorhoofd
• Veel haren dunne baard
• Dieven: beweeglijke handen, platte neus;
• Moordenaars: koude blik in ogen, altijd grote neus, grote jukbeenderen
Sheldon stelde in 1949 een drietal lichaamstypen op waarbij het temperament
een belangrijke rol speelde. Deze lichaamstypen zijn:
• 1) Endomorf (rond) = extravert en gemakzuchtig
• 2)Mesomorf (atletisch) = actief, dynamisch en agressief >
oververtegenwoordigd in criminaliteitscijfers
• 3)Ectomorf (lang en dun) = introvert, snel vermoeid en slapeloos
Adolescentie
Moffits twee paden leer (Dual taxonomy, 1993):
- Adolescentie gebonden; tot een bepaalde leeftijd crimineel gedrag.
- Persistente. Die blijven hangen in crimineel gedrag.
Tijdens de adolescentie zijn beide groepen nagenoeg gelijk.
Lichamelijke veranderingen.
- Maar ook de positie inde die men inneemt in de samenleving.
Cognitieve en emotionele ontwikkeling.
- Overgevoeligheid / emoties als agressie
- Peer pressure (Warr 2002, Moffit 1993) Beinvloed worden door je
vriendenkring.
- Meer risico (gebrek aan impulsbeheersing; je kunnen beheersen als je iets
echt wilt.)
- Gebrek aan wijsheid
Loeber
The Three Developmental Pathway Model (1993)
Drie ontwikkelingsgangen die leiden tot crimineel gedrag:
1) Groep die op jonge leeftijd weerspannig is, wat leidt tot spijbelen en later
tot weglopen;
2) Groep met een ontwikkelingsgang, welk begint met stiekem gedrag als
liegen en winkeldiefstal. Van daaruit volgt vandalisme gevolg door
inbreken/frauderen etc.;
3) Groep met een ontwikkelingsgang, welk begint met agressief gedrag
(pesten), wat overgaat in vechten en tot slot resulteert in berovingen en
verkrachtingen.
Instrumenteel; aanleren, straffen en belonen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nancytjje. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.