De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1515-1648)
1. Opstand in de Nederlanden (1515-1572)
- In de 15e en 16e eeuw werd de positie van de stedelijke burgerij sterker door de opbloei van
de handel en nijverheid, maar vorsten waren hier tegen, omdat die zoveel mogelijk macht
wilde hebben.
- Er was een machtsstrijd tussen verschillende standen: 1. Adel, 2. Vorsten, 3. Burgerij.
- Er ontstond een groot conflict in de Nederlanden.
- Oorzaken vanuit verschillende dimensies:
- 1. Religieus: Toename vervolgingen
- 2. Politiek: Centralisatie
- 3. Economisch: Armoede en hoge belastingen.
Bijbehorende kenmerkende aspecten:
- De opkomst van de stedelijke burgerij en de toenemende zelfstandigheid van steden.
- Het begin van staatsvorming en centralisatie.
- De protestantse reformatie, die de splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot
gevolg had.
Jaartallen:
1515 = Karel V wordt heerser over delen van het huidige Luxemburg, Nederland en België.
1521 = Luther verschijnt voor de Rijksdag in Worms. Dit is zijn laatste kans op zijn woorden
tegen de katholieke kerk terug te nemen.
1550 = Instelling van de Bloedplakkaten.
1531 = Het oprichten van de Collaterale Raden, dit zou Karel helpen om zijn rijk te besturen.
1543 = Karel V krijgt macht over alle Nederlanden.
1555 = Filips II erft de Nederlanden.
1566 = Edelen diende bij Margaretha van Parma een smeekschrift in. Hiermee hoopten ze
dat Karel V zou stoppen met het vervolgen van ketters.
1566 = Calvinisten sloopten alle katholieke kerken vanwege hun rijkdom en het vereren van
beelden, dit wordt de Beeldenstorm genoemd
1567 = Hertog van Alva komt aan in de Nederlanden.
1567 = Alva stelde de Raad van Beroerten in.
1572 = Als gevolg van de watergeuzen die Den Briel veroveren ontstaat de Opstand.
,Luther en de reformatie
- Onder Karel de 5e was alleen het katholieke geloof toegestaan in de Republiek.
- Maar er waren veel protestanten die tegen de kerk en dus ook het katholieke geloof waren.
- Discussies over het geloof hadden in de 16 e eeuw voor een scheuring binnen de Rooms-
Katholieke kerk gezorgd.
- Via plakkaten kwamen er namelijk steeds strengere maatregelen.
- Begin 16e eeuw ontstond er kritiek van Maarten Luther op de katholieke kerk.
- Hij vond namelijk dat de kerk teveel macht naar zich toe trok en dat de kerk alleen maar
bezig was met rijkdom, roem en macht.
- Bestaan van aflaten vond Luther ook helemaal niets.
- Volgens katholieke kerk had je geestelijken nodig om in de hemel te komen, maar volgens
Luther (stroming= Lutheranisme) moest je gewoon leven zoals in de bijbel stond.
- Hoofdkritiekpunt Luther: Er werd veel afgeweken van wat er in de bijbel stond.
- In 1517 begon de reformatie, toen Luther 95 stellingen op de kerkdeur spijkerde.
- Kern van deze stellingen waren:
- 1. Sola Fide, Sola scriptura= alleen het geloof, alleen de bijbel.
- 2. Aflaten bestaan niet.
- 3. Geestelijken zijn niet nodig.
- 4. Heiligen bestaan niet.
- De boekdrukkunst/pamflet kwam op, waardoor de ideeën van Luther sneller werden
verspreid. (de bijbel werd in diverse talen gedrukt, zodat iedereen hem kan lezen)
- Aanhang van Luther in het Duitse Rijk groeide snel.
- In deze tijd was Karel de 5e in het Duitse Rijk aan de macht.
- Luther zei dat vorsten het geloof in een gebied mochten bepalen, en dit betekende dat Karel
de 5e minder macht zou krijgen.
- Daarom sloten veel vorsten uit Duitsland zich bij Luther aan.
- Karel de 5e vond dit maar niks en daarom moest Luther in 1521 voor Karel de 5 e verschijnen,
om zijn ideeën terug te trekken. (Rijksdag van Worms)
- Luther weigert dit te doen en vervolgens werd hij vogelvrij verklaard. (vanaf dit moment was
de scheiding officieel tussen protestants en katholiek)
- Maar Luther kreeg veel steun van Duitse vorsten, waardoor hij kon ontsnappen.
- Karel de 5e kon de Duitse protestanten niet overwinnen en er ontstonden diverse
burgeroorlogen.
- Karel de 5e moest zich in 1555 bij de Vrede van Ausburg neerleggen.
- Hier werd het volgende afgesproken: cuius regio, eius religio= van wie het gebied is, die
bepaalt het geloof. (de vorst bepaalt het geloof)
- Dit was een grote nederlaag voor Karel de 5 e.
- In 1555 gaf Karel de 5e de troon over aan Filips de 2e.
, Centralisatiepolitieke van Karel de 5e
- In de 15e en 16e eeuw verbeterde de positie van de stedelijke burgerij.
- Rijke mensen moesten veel belasting betalen aan de adel van aan gewest en ze kregen er
privileges voor terug.
- Burgers hadden veel macht, vooral in Brabant, Vlaanderen, Holland en Zeeland.
- In de andere gewesten had de adel het voor het zeggen.
- In de Republiek was veel zelfstandigheid.
- Karel de 5e wil meer controle krijgen over de Nederlandse gewesten en stelt de
centralisatiepolitiek in: Karel de 5e werd landheer van alle 17 gewesten.
- Er was alleen een probleem, want elke deelstaat had zijn eigen wetten, belastingen, munten
en privileges en dit was lastig om te besturen.
- Oplossing was centraliseren: besturen vanuit een centraal gebied, met zelfde wetten,
bestuur en munten in hele rijk.
- De macht werd naar Brussel gehaald door centralisatiepolitiek en dit was de oorzaak van het
conflict.
- In 1531 instelling van drie Collaterale Raden door Karel de 5 e, die hem moesten
ondersteunen.
- 1. Raad van State: Belangrijkste Nederlandse edelen die advies over de zeventien provincies
gaven.
- 2. De Geheime raad: Rechtsgeleerden die wetten opstelden en ook controleren of deze
worden uitgevoerd in de gewesten/steden.
- 3. De Raad van Financiën: Hoge edelen en rechtsgeleerden hielden zich bezig met het
financiële beleid.
- In 1555 gaf Karel de 5e de troon over aan Filips de 2e en Filips de 2e zette dit beleid voort.
- Enige verschil tussen Karel de 5e en Filips de 2e is dat er onder Filips de 2e een landvoogd in
Brussel kwam die alles regelde.
- Leenheren waren tegen dit centralisatiebeleid, omdat ze hierdoor hun zeggenschap over de
gewesten verloren.
- Dit centralisatiebeleid vormde een bedreiging voor de privileges van de steden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tijnvansplunder. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.30. You're not tied to anything after your purchase.