1 Antitrombiotica (antistollingsmiddelen)
1.1 Normale hemostase
Hemostase= reeks gebeurtenissen die ertoe leidt dat een bloeding uit een beschadigd bloedvat stopt
4 functionele systemen:
1. Activering van trombocyten (plaatjesaggregatie) Snel herstel van lek in
2. Bloedstolling (activering stollingsfactoren en vorming fibrine) bloedvat
3. Antistolling (inactivering stollingsfactoren) Voorkomen ongewenste
4. Afbraak fibrine= fibrinolyse of trombolyse tot oplosbare deeltjes intravasale stolling
Trombose Bloedprop
Embolie Trombus lost en verplaatst
1.2 Bloedstolling onder normale omstandigheden
1.2.1 Vasoconstrictie
= Gladde spieren liggen bloot in bloedvat = vermijden bloedverlies
1.2.2 Trombocytenaggregatie
Door schade bloedvat: collageen bindt met von willebrand factor in bloed
= activatie von willebrand factor
=VWF bindt GPIB op receptor van 1e trombocyt
=adhesie 1e trombocyt aan vaatwand
=reactie: meer en meer adhesie
Gevolgen activering trombocyten:
1. Afgifte mediatoren: serotonine, ADP, synthese en afgifte TXA2 → meer en meer activatie
trombocyten hierdoor. bindt tot ATP= activatie nieuwe ronde trombocyt tot ovale
trombocyt
2. Na activatie trombocyt is GPIIB/IIIa beschikbaar → bindt fibrinogeen tot hechting 2
bloedplaatjes
3. Expositie negatief geladen fosfolipiden (flip-flop) → buitenkant – lading=katalytisch
oppervlak= activatie stollingsfactoren mbv Ca
TXA2= tromboxaan A2:
= gevormd uit arachidonzuur door enzym
COX1
= aggregatiebevorderende mediator
Voorbeeld:
Brufen=NSAID’s=gebruikt bij ontsteking
maar normaal PGE productie dus maagbscherming maar door blokkage COX, geen productie PGE en
bescherming maag EN tromoxane A2 niet gevormd → hogere kans bloedingen
AD Farmaceutische Wetenschappen II 1
,1.2.3 Stabilisatie van trombocytenaggregaat in fibrine netwerk
Stollingscascade:
TF= tissue factor
Intrinstieke en extrenstieke
pathway samen bij factor 10=X
Fibrinogeen is oplosbaar
Fibrine is niet oplosbaar
Met uitzondering eerste stappen: stollingscascade op katalytisch oppervlak negatief geladen
fosfolipen met Ca-ionen
Bij activatie stollingsfactoren: glutaminezuren gecarboxleerd tot y-carboxyglutaminezuren=Gla’s
(door enzym Y-carboxylase, mbv co-factor VITK)
Gla’s binden de Ca-ionen waardoor hechting aan negatieve fosfolipdenoppervlak
1.3 Antitrombotica
1.3.1 Vasoconstrictie
Hier niet medicamenteus op in spelen
1.3.2 Trombocytenaggregatie
= Preventieve behandeling van trombose = profylaxe
1.3.3 Stabilisatie van trombocytenaggregaat in fibrine netwerk (bloedstolling)
= Preventieve behandeling van trombose = profylaxe
Anti coalugentia:
= bloed dun houden
Niet van fibrinogeen naar fibrine!!
- Ca-complexbouwers (in vitro alleen!!)
- Vit K antagonisten = cumarinederivaten
- Heparine
- Hirudine
1.3.3.1 Normale werking Vit K
- Glutaminezuren tot Gla’s met cofactor Vit K
- Gereduceerde vorm doet dit: Vit K Hydroquinone
- Na vorming Gla’s heb je: Vit K Epoxide
- In lichaam: epoxide via 2 reductase enzymen naar hydroquinone
AD Farmaceutische Wetenschappen II 2
, 1.3.3.2 Vit K antagonisten: indirect werkende anti-coagulentia
Voorbeeld: warfarine is een cumarinederivaat
1e reductase enzym is VKOR= Vit K epoxide reductase= geen omzetting Vit K door warfarine!!
1.3.3.3 Opgelet: warfarine en CYP enzymen
CYP2C9 inductor: meer enzym, warfarine sneller afbraak, kans verhoging op klonters!!!
1.3.3.4 Direct werkende anti-coagulentia
1.3.3.4.1 Heparine
Penta-sacharide vorm in heparine bindt aan antitrombine III= vorming complex dat veel actiever is
dan antitrombine III
- Inactivatie trombine en factor Xa: geen fibrinogeen naar fibrine!
- Trombine : lange keten nodig
- Factor Xa: korte keten nodig
1.3.3.4.2 Fondaparinux
= Synthetische stof: penta sacharide vorm van heparine
- Negatieve ladingen en geen goede orale opname!!
1.3.3.4.3 Hirudine
= Bindt hoge affiniteit aan trombine en remt trombine: fibrinogeen niet naar fibrine!
1.3.4 Oplossen firbine netwerk (=fibrinolyse)
= Therapie van trombose
Fibrinolytica:
= trombolytica
= oplossen fibrine netwerk
- Zetten niet werkzaam plasminogeen naar actief plasmine
- Plasmine is een proteolytisch enzym: hydrolyseert fibrine tot kleine oplosbare
fragmenten
- Mogelijkheden humaan: t-PA: tissue plasminogeen activator en urokinase
Streptokinase uit streptokokken
AD Farmaceutische Wetenschappen II 3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amberdams. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.20. You're not tied to anything after your purchase.