100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoorcolleges blok 3.8 (RF318 Internationaal en Europees Belastingrecht) (2020/2021) $6.71   Add to cart

Class notes

Hoorcolleges blok 3.8 (RF318 Internationaal en Europees Belastingrecht) (2020/2021)

 15 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Een uitgebreide samenvatting van de gegeven hoorcolleges voor het vak RF318 Internationaal en Europees Belastingrecht voor blok 3.8 (week 1 t/m 4) voor studenten aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Let op: wil je ook oefenen met oefenvragen voor je tentamen? Bekijk dan een andere upload van mij:...

[Show more]

Preview 4 out of 56  pages

  • September 24, 2021
  • 56
  • 2020/2021
  • Class notes
  • Onbekend
  • All classes
avatar-seller
Hoorcolleges blok 3.8
Internationaal en Europees Belastingrecht




INHOUDSOPGAVE

blz.

Week 1: Hoorcollege 1 2
Week 2: Hoorcollege 2 10
Week 3: Hoorcollege 3 22
Week 4: Hoorcollege 4 32
Week 5: Hoorcollege 5 43




1

, WEEK 1
INTERNATIONAAL BELASTINGRECHT

Internationaal belastingrecht:
Staat der discussie, je kan zeggen dat ieder land zijn eigen internationale belastingrecht heeft.
We kijken in dit vak naar Nederlands internationaal belastingrecht, de manier waarop wij vanuit
Nederlands perspectief naar de fiscale rechtstoepassing tussen de Nederlandse nationale
wetgeving en de Nederlandse interpretatie van belastingverdragen.
= verdeling van de heffingsjurisdictie over internationaal inkomen (de Nederlandse kijk
hier op)

Het vakgebied wordt namelijk op fundamenten wordt bediscussieerd. Neem bijv. een publicatie
van de Europese Commissie waarin ze zeggen dat de basisbeginselen van Internationaal
Belastingrecht niet meer geschikt zijn in het licht van globalisering en digitalisering. Er loopt ook
een bepaalde beleidsdiscussie over de vraag waar multinationals belasting moeten afdragen en
of zij moeten worden onderworpen aan een minimum? En op basis van welke uitgangspunten.

Ieder land heeft een eigen kijk op het Internationaal Belastingrecht. In de praktijk kijk je dus niet
alleen naar het Nederlandse Int. Belastingrecht, maar kijk je soms ook naar de andere kant. De
klassieke insteek van Nederland was dat we echt keken naar wat er gebeurt in Nederland, maar
dit leidde tot problemen (gaten, overlap, gebreken, etc.). Nu kijken we dus steeds vaker naar de
andere kant en proberen we de belastingstelsels aan elkaar te verbinden.

Staat en soevereiniteit:
Landen zijn soeverein als het gaat om de financiering van collectieve uitgaven (bijv. defensie,
sociale zekerheid, zorg, onderwijs, etc.). Dit begon al in de Verlichting: de vorst behoort geen
absolute macht te hebben, de autonomie rust bij het volk. Ze mogen zelf beschikken over de
manier waarop ze worden bestuurd. We geven de Staat het gezag, maar andersom verlangen
we besturing van het land + voorzien in collectieve goederen (waarin de markt niet kan voorzien).
- Welzijnsoptimalisatie = de overheid wordt gezien als een tussenpersoon die hierin moet
voorzien/ het collectieve welzijn moet bevorderen
o Bijv. iets wegnemen bij de ene die het beter heeft, om te geven aan de ander die
het slechter heeft
o Wetgevende macht, uitvoerende macht, rechterlijke macht
- De overheid heeft geen eigen geld, alles komt voort uit belastingopbrengsten
o Morele verplichting om bij te dragen aan de financiering
- Dit zien we ook terug in het EU-verdrag, maar wat is het doel van de EU? Is het een
supranationale macht of is het meer een samenwerking tussen autonome staten? Je zit
dan echt in een politieke discussie (meer of minder Europa)

Soevereiniteit is een fundamenteel uitgangspunt, alleen is het ook een uitgangspunt wat in de
beleidsdiscussie wordt ondermijnt. Als ieder land zijn eigen soevereiniteit uitvoert, dan leidt dit tot
allerlei gaten etc. Als alle landen hetzelfde gaan doen, ben je niet meer autonoom.

Het internationale belastingrecht gaat over het verdelen van het recht om belasting te heffen (het
weggeven/ inleveren van die soevereiniteit t.o.v. een andere staat). Dit wordt dan vastgelegd in
een belastingverdrag.

Landen gebruiken hun autonome bevoegdheden om instrumentalisme (beleidsmatige
doelstellingen) na te streven en om daarmee met andere landen te concurreren. De
uitgangspunten van het internationale belastingrecht zijn niet meer geschikt, dit is een probleem
omdat het hele systeem op deze uitgangspunten zijn gebaseerd (en ook hoe bijv. de Wet IB en
Vpb zijn ingericht). Het gaat dan om jurisdictie (aanknopingspunten waarop je dus als staat


2

,bevoegd bent om deze economic actor te laten bijdragen aan de financiering van de
samenleving). Je hebt twee soorten:
- Personele jurisdictie
- Territoriale jurisdictie

Modelverdragen:
Het OESO-verdrag = dit is een modelverdrag dat ontwikkeld is in de context van de Organisatie
Economische Samenwerking en Ontwikkeling. Dit is opgezet vlak na WOII, waarin de OESO de
rol heeft overgenomen van de League of Nations (in de zin van: gezamenlijkheid in de
ontwikkeling van internationale afspraken).
- Eind jaren 40: voorlopers van de OESO. Dit was om markten/economieën van landen om
tot economische integratie te komen en dubbele heffing te voorkomen (en de kans op
nog een oorlog te voorkomen). Het vermogensinkomen komt het woonland toe. Dit waren
voornamelijk de wat rijkere landen
- Jaren 50, 60, 70: Verenigde Naties heeft de rol overgenomen om de wat ‘achtergestelde’
landen te vertegenwoordigen/ de belangen te behartigen. Zij zijn ook met een
modelverdrag gekomen (het VN-modelverdrag). Dit waren meer de landen waar het
vermogen in wordt geïnvesteerd.
- Er loopt nu een grote mondiale discussie lopen over de grote multinationale leningen, of
we die grondslag niet moeten herverdelen over de landen. De VN neemt nu ook een
meer krachtige positie ten opzichte van de rijkere landen. Er is een nieuw VN-model
aangenomen (wordt gepubliceerd later in 2021), waarin er een extra bronbelasting wordt
toegevoegd voor digital supplies (online services van markten). Dit zou dan tot een
verschuiving moeten leiden. Verschillende landen zullen daar een andere mening over
hebben.

Hieruit is dan een International Taks Regime uit ontstaan (sommigen zijn hier het niet mee eens,
omdat er geen overkoepelend regime bestaat & anderen zijn juist wel van mening dat het
bestaat, omdat er veel parallellen zijn en overkoepelende aspecten). Je krijgt dan natuurlijk de
interactie tussen Internationaal recht en Europees recht en tussen het nationale recht en het
Internationale recht.
- Voorbeeld van zo’n interactie is GroenLinks die een initiatief heeft ingediend, wanneer
grote multinationals uit NL vertrekken dat die bedrijven op het moment van vertrek een
belastingschuld krijgen over de totale aanwas van het vermogen na onderliggende Vpb-
heffing (dus de winstreserves worden belast, een exitheffing op de dividendbelasting).
Toen kwam meteen een discussie op gang: mag je in de nationale wet zo’n regel
opnemen, als het verdragennetwerk eigenlijk aangeeft dat dit type inkomen toekomt aan
het land van de belegger (woonplaats). En leg je dan niet een belemmering op het vrije
verkeer in de EU? De Raad van State heeft ernstige bezwaren aangetekend, dat het niet
kan.

Belastingverdragen van landen vinden hun oorsprong in zekere zin in de basis van één van de
modelverdragen (OESO of VN). Belastingverdragen zijn meer samenwerkingen tussen staten om
onderling de soevereiniteit te verdelen. Dit zijn bilaterale belastingverdragen (tussen twee
landen), dus je kan je voorstellen dat dit er heel veel zijn.

Nederland internationaal belastingrecht:
Hier kennen wij:
- Het Nederlandse nationale stelsel
- Het Nederlandse interregionale stelsel = het Koninkrijk der Nederlanden bestaat uit vijf
landen (Nederland + BES-eilanden, Aruba, Sint-Maarten, Curaçao)
o Al deze landen hebben een eigen belastingstelsel
o Hier zijn Rijkswetten voor opgenomen (onderlinge afspraken met de andere
landen binnen het Koninkrijk)
- Het Nederlandse verdragenstelsel




3

, HR 28 februari 2001, ECLI:NL:HR:2001:AB0296, BNB 2001/295 (Drielandenpuntarrest):
Het was een casus in de relatie Nederland-Curaçao en Nederland-België. Het ging om de
toepassing van het BRK (de Belastingregeling voor het Koninkrijk, inmiddels hebben we de
belastingregeling Nederland-Curaçao). Hier zag je een uiting van het interregionale stelsel. Ook
andere landen in het Koninkrijk kunnen belastingverdragen sluiten met andere landen. In de
AWR kijk je naar het Europese land Nederland, als je echt naar Nederland zelf wilt kijken binnen
het Koninkrijk.

Multilateraal Anti-BEPS Verdrag/ MLI:
Naast alle bilaterale verdragen, omkadert door het Europese recht. Dit verdragennetwerk bestaat
ook uit twee lagen, het netwerk van bilaterale verdragen en het multilateraal verdragennetwerk
(om anti-misbruikverdragen om één keer uit te laten rollen). En wat gaat dan voor als deze
conflicteren met elkaar?

Voorbeeld: je hebt een casus, een ondernemer die in NL woont en een onderneming heeft in
Frankrijk. Als je wilt weten hoe het werk moet je kijken naar de Nederlandse nationale wet, de
Franse nationale wet, het Verdrag Nederland-Frankrijk, het Europese recht en dat er ook een
Multilateraal Instrument van toepassing is. Wat als het Verdrag iets anders zegt dan het
Multilaterale Instrument? Dan gaat het Multilaterale Instrument voor. Wat dan als dit in strijd is
met het Europese recht? Dan gaat het Europese recht weer voor.


HEFFINGSBEGINSELEN

Heffingsbeginselen:
Deze kunnen bestaan uit:
- Persoonlijke heffingsbeginselen
o Woon- en vestigingslandbeginsel, nationaliteitsbeginsel
§ Binnenlandse belastingplicht
- Zakelijke heffingsbeginselen
o Bronlandbeginsel – oorsprong vindt zich terug in het eerste belastingverdrag
tussen de Pruisen en de Saksen. Gedachte hierachter is: als je geld verdient
binnen een bepaald land, dan dien je ook bij te dragen (d.m.v. belasting over dat
geld wat je binnen dat land verdiend). Dus alleen het stukje inkomen wat je
binnen dat grondgebied verdiend.
§ Buitenlandse belastingplicht

Voorbeeld belastingplichtigen IB (herhaling):
Binnenlandse belastingplichtigen:
- Natuurlijke personen die in Nederland wonen (heffing op basis van woonplaatsbeginsel)
- Wereldinkomen (art. 2.3 en 2.4 en hoofdstuk 3.4.5: géén territoriale begrenzing)
Buitenlandse belastingplichtigen:
- Natuurlijke personen die in het buitenland wonen en Nederlands inkomen genieten
(heffing op basis van bron- of situsbeginsel)
- Nederlands inkomen (art. 2.3 en 2.4 en hoofdstuk 7: inkomen in Nederland)

Hoofdstuk 7 is eigenlijk een soort van spiegelbeeld van de bronnen van inkomen die voor de
binnenlandse belastingplichtigen gelden.

Woon- en vestigingsplaatsficties:
Zie bijvoorbeeld:
- art. 2.2 Wet IB - als je een diplomaat bent en je werkt bij de ambassade in een ander
land, dan ben je voor de Wet IB alsnog geacht in Nederland te wonen. Als je de
Nederlandse nationaliteit hebt uiteraard.
- art. 2 lid 4 Wet VPB – als dit lichaam naar Nederlands recht wordt opgericht (bij een
Nederlandse notaris), dan wordt hij geacht (ook al is hij niet in Nederland gevestigd) dat
hij toch in Nederland gevestigd is.


4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cheyennesherilyn. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.71. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

81311 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.71
  • (0)
  Add to cart