100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Erfrecht HBO-Rechten $6.33
Add to cart

Summary

Samenvatting Erfrecht HBO-Rechten

 8 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van 40 pagina's voor het vak Erfrecht aan de Hanze

Preview 4 out of 40  pages

  • September 24, 2021
  • 40
  • 2014/2015
  • Summary
avatar-seller
Erfrecht

Week 1
H1 nr. 1 Inleiding erfrecht/wettelijk erfrecht
Erfrecht  omvat het geheel van regels betreffende de opvolging in het vermogen van een
overleden persoon. De opvolgers noemt men erfgenamen. Zij zetten in vermogensrechtelijke
zin de persoon van de erflater voort.

De erfgenamen verkrijgen ‘onder algemene titel’ (3:80 lid 2 BW). Zij verkrijgen van
rechtswege de nalatenschap: een geheel van rechten, bevoegdheden, schulden en (andere)
verplichtingen (4:182 BW).
Erfopvolging kan haar grondslag vinden a) in de wet of b) in een uiterste wilsbeschikking.
In het eerste geval spreekt de wet van erfopvolging ‘bij versterf’, in het andere geval van
verkrijging krachtens testament.

De term duidt op de akte waarin een uiterste wilsbeschikking, een
rechtshandeling, is neergelegd.
Door middel van een erfstelling kan de aanstaande erflater iemand
benoemen tot erfopvolger. De uitverkoren persoon is dan een
testamentaire erfgenaam.

Door middel van onterving kan aan iemand de status van wettelijk erfgenaam
worden ontnomen. Door middel van een legaat kan een vorderingsrecht worden
toegekend aan een bepaalde persoon. Degene aan wie het vorderingsrecht toekomt
(de legataris) verkrijgt niet onder erfopvolging maar wel krachtens erfrecht. Hij
verkrijgt onder bijzondere titel.

Bij uiterste wilsbeschikking kan aan een of meer bepaalde erfgenamen of legatarissen ook
een verplichting worden opgelegd die in ‘iets anders’ bestaat dan in de uitvoering van een
legaat. De wet spreekt dan van een last. Uitvoering van de last betekent voor een
lastbevoordeelde een verkrijging krachtens erfrecht. Anders dan de legataris heeft de
lastbevoordeelde geen vorderingsrecht.

Erfrecht is in beginsel vermogensrecht. Tot het erfrecht mogen echter ook gerekend worden
bij uiterste wilsbeschikking getroffen voorzieningen omtrent het beheer van krachtens
erfrecht verkregen vermogen.

Erfrecht is meestal aan de orde zodra iemand dood is. Doorgaand wordt aangenomen dat
‘hersendood’ toereikend is om erfrechtelijk als dood te kunnen worden aangemerkt. Voor
het geval iemand vermist is en het vermoeden bestaat dat hij niet meer in leven is, kent de
wet het rechtsvermoeden van overlijden (1:413 BW).


H2 nr. 3 t/m 7
Een deugdelijk erfrecht vereist een ordening van de personen die volgens het
versterferfrecht in aanmerking komen voor opvolging in het vermogen van de overledene.
Bloedverwantschap en verzorgingsbehoefte zullen daarbij om voorrang strijden.

,Behalve door bloedverwantschap kan de wijze van ordening worden bepaald door de relatie
die de erflater onderhield met achterblijvende personen. In het bijzonder kan de status van
echtgenoot, geregistreerd partner of (andersoortige) levensgezel van gewicht zijn.

De ordening van het Nederlandse versterferfrecht geschiedt op basis van door de wet
erkende familierechtelijke betrekkingen (4:10 lid 3 BW). Bloedverwantschap en het zijn van
echtgenoot of geregistreerd partner bepalen derhalve de orde. Enkel biologische
verwantschap levert geen erfrechtelijke status op.

In geval van een geregistreerd partnerschap ontstaan tussen de man en het uit de relatie
geboren kind eerst familierechtelijke betrekking door erkenning. Sinds 1 januari 1998 kan
het vaderschap van een man gerechtelijk worden vastgesteld op de grond:
a. dat hij de verwekker van het kind is, of
b. dat hij als levensgezel van de moeder heeft ingestemd met een daad die de verwekking
van het kind tot gevolg kan hebben gehad (1:207 BW).

De vaststelling doet familierechtelijke betrekkingen ontstaan en werkt terug tot het
moment van de geboorte, met alle erfrechtelijke consequenties van dien. Te goeder
trouw verkregen rechten door derden worden echter beschermd.


Het parentelen-stelsel
De wetgever betrekt in de versterferfrechtelijke ordening de echtgenoot van de erflater
alsmede een kering van personen die in familierechtelijke betrekking tot de erflater staan.
De uitverkorenen worden door art. 4:10 BW verdeeld in vier groepen/parentelen, die
achtereenvolgens tot de nalatenschap worden geroepen:
1. de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot van de erflater tezamen met diens
kinderen;
2. de ouders van de erflater tezamen met diens broers en zusters;
3. de grootouders van de erflater;
4. de overgrootouders van de erflater.

In ieder van de vier groepen vindt plaatsvervulling plaats (4:10 lid 2 BW). Opmerking hierbij
dat in de groepen 3 en 4 de plaats wordt vervuld van een of beide groot- of
overgrootouders, dat in groep 2 slechts plaats wordt vervuld voor broers en zusters en dat in
groep 1 plaatsvervulling slechts speelt ten aanzien van kinderen.
Deze plaatsvervulling treedt ook op bij onwaardigheid, verwerping, onterving en verval
van erfgenaamschap (4:12 BW).

*Binnen iedere groep erven degenen die tezamen uit eigen hoofde erven, voor gelijke delen.


Indien een erflater geen bekende erfgenamen achterlaat, worden de tot de nalatenschap
behorende goederen op het ogenblik van zijn overlijden door de Staat onder algemene titel
verkregen. De Staat draait echter niet op voor de schulden die na vereffening onvoldaan zijn.
De Staat verkrijgt immers niet als erfgenaam.

,Teneinde als erfgenaam bij versterf te kunnen optreden moet men bestaan op het ogenblik
dat de nalatenschap openvalt (4:9 BW) = de bestaanseis. Het kind waarvan de vrouw
zwanger is, wordt ook erfrechtelijk als reeds geboren beschouwd indien het levend ter
wereld komt (1:2 BW).

Bepaalde handelingen maken iemand van rechtswege onwaardig om ‘uit een nalatenschap
voordeel te trekken’. Onwaardigheid betreft dus niet alleen erfgenaamschap, ook een legaat
of een voordeel verkregen op grond van een last kan de onwaardige niet ten deel vallen.

Art. 4:3 BW verklaart onwaardig om uit een nalatenschap voordeel te genieten:
a. hij die onherroepelijk veroordeeld is ter zake dat hij de overledene heeft omgebracht,
heeft getracht hem om te brengen, dat feit heeft voorbereid of daaraan heeft deelgenomen;
b. hij die onherroepelijk veroordeeld is wegens een opzettelijk tegen de erflater gepleegd
misdrijf waarop naar de Nederlandse wettelijke omschrijving een vrijheidsstraf is gesteld
met een maximum van ten minste 4 jaren, dan wel wegens poging tot, voorbereiding van of
deelneming aan een dergelijk misdrijf;
c. Hij van wie bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak is vastgesteld dat hij tegen de erflater
lasterlijk een beschuldiging van een misdrijf heeft ingebracht;
d. hij die de overledene door een feitelijkheid of door bedreiging met een feitelijkheid heeft
gedwongen of belet een uiterste wilsbeschikking te maken;
e. hij die de uiterste wil van de overledene heeft verduisterd, vernietigd of vervalst.

De onwaardigheid kan aan de dag treden nadat de erfgenaam of legataris het voordeel uit
de nalatenschap reeds heeft genoten. Door de onwaardigheid ontvalt de grond aan de
erfrechtelijke bevoordeling.
De onwaardigheid vervalt, wanneer de erflater aan de onwaardige op ondubbelzinnige wijze
zijn gedraging heeft vergeven (4:3 lid 3 BW).


H3 nr. 8 t/m 11 + 14
Nalatenschap algemeenheid van goederen. Daaronder mag worden verstaan een geheel
van goederen en schulden die volgens de verkeersopvatting bijeen horen. Behoort de
nalatenschap aan meer personen toe dan is tevens sprake van een bijzondere gemeenschap
in de zin van art. 3:189 BW.

*Welke schulden tot de nalatenschap behoren, is het moment van overlijden bepalend.
Schulden die na het overlijden ontstaan, zoals de lijkbezorging en de boedelafwikkeling,
behoren niet tot de nalatenschap.

Een nalatenschap vormt een afgescheiden vermogen. Met betrekking tot de nalatenschap
geldt dan dat iedere schuldeiser ‘van de nalatenschap’ (boedelschuldeiser) een exclusieve
positie heeft ter zake van zijn verhaal op goederen van de nalatenschap (4:184 BW).

Art. 4:7 BW behandelt de schulden van de nalatenschap. Daartoe worden ook schulden
gerekend die niet tot de nalatenschap behoren maar wel voor rekening van de nalatenschap
komen. Zelfs erfbelasting vormt, voor zover verschuldigd door de erfgenamen, een schuld
van de nalatenschap. Het belang van deze positie is duidelijk: de desbetreffende schuldeisers

, hebben een bevoorrechte verhaalspositie ten aanzien van de nalatenschap. Let wel: art. 4:7
BW handelt niet over aansprakelijkheid.
Voor na het openvallen van de nalatenschap ontstane schulden waarvoor alle deelgenoten
aansprakelijk zijn, geldt in beginsel de hoofdregel van art. 6:6 BW  derhalve
aansprakelijkheid voor gelijke delen.

De erfgenamen verkrijgen de goederen en de schulden door het enkele feit van overlijden.
Zij zetten de rechtspositie van de erflater voort. Een daad van aanvaarding is niet nodig. De
verkrijging geschiedt onder algemene titel.

De opvolging in de vorderingen en schulden voert, indien meer erfgenamen
optreden, tot vermeerdering van schuldeisers. De vordering behoort echter tot een
gemeenschap, hetgeen betekent dat de erfgenamen gezamenlijk één vorderingsrecht
hebben (6:15 lid 2 BW).

Ook de verplichting tot nakoming van een verbintenis uit een overeenkomst gaat over op
erfgenamen. dat is ook het geval indien het een verplichting betreft tot levering van een aan
een erfgenaam geheel of voor een deel toebehorende zaak.

HR 23 juni 1989, NJ 1989, 732 (Gaasbeek): ‘Erfgenamen zijn als rechtsopvolgers onder
algemene titel in beginsel gebonden aan door de erflater aangegane overeenkomsten en
gehouden deze na te komen. Dit geldt ook voor een ovk welke betrekking heeft op een goed
dat aan de erflater, zijn erfgenamen en een of meer andere kinderen gezamenlijk
toebehoorde en welke door de erflater zonder de vereiseter medewerking van de overige
deelgerechtigden is gesloten.
De omstandigheid dat de deelgerechtigden die niet erfgenaam zijn, de zonder hun
medewerking gesloten ovk niet tegen zich behoeven te laten gelden, staat aan de
persoonlijke gebondenheid van de erfgenamen en hun verplichting tot nakoming of, zo
nakoming niet mogelijk is, tot schadevergoeding niet in de weg.‘


Aansprakelijkheid dient te worden onderscheiden van draagplicht en verhaalbaarheid.
Aansprakelijkheid: gaat over de relatie schuldeiser-schuldenaar, over de vraag wie de
schuldeiser tot betaling kan aanspreken.
Draagplicht: hier is de onderlinge verhouding van de schuldenaren aan de orde, oftewel het
antwoord op de vraag voor wiens rekening de schuld dient te komen.
Verhaalbaarheid: waarop kan de schuldeiser zich kan verhalen teneinde aan zijn trekken te
komen. Hij gaat na welke goederen kunnen worden ‘uitgewonnen’.


*Het vaststellen van de waarde van goederen geschiedt door een taxateur de waarde te
laten ‘waarderen’ van het goed.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mkjdrenth. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.33. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52928 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.33  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added