Hfst 1 Inleidende begrippen
De instelling of persoon A (lener,
schuldeiser) met voldoende geld K
(kapitaal), gaat gedurende een bepaalde
periode geld ter beschikking stelt van
een instelling of persoon B (ontlener,
schuldenaar)
Hiervoor eist de persoon of instelling
meestal een vergoeding
Wat is de intrest (I)?
= rente = I
= vergoeding, die als ‘huurgeld’ van het kapitaal kan worden beschouwd
Van wat is de grootte van de intrestvergoeding afhankelijk?
Grootte van het uitgeleende kapitaal (Ko)
Kapitalisatieperiode of beleggingsduur (n)
Rentevoet of intrestvoet (i)
Ook risico
!!!! Hoe groter het kapitaal uitgeleend, hoe groter de vergoeding men wenst te ontvangen!!!!
WANT het ‘huurgeld’ of intrestbedrag dat verkregen wordt om een bepaald kapitaal over een
bepaalde periode ter beschikking te stellen, groeit meestal evenredig met de grootte van dat kapitaal
!!!! Het intrestbedrag is afhankelijk van de periode waarin het geld ter beschikking wordt
gesteld!!!! De periode van rentebepaling wordt contractueel vastgelegd, maar is vrij te bepalen
(het ‘jaar’ is het meest gebruikelijke EN als de periodiciteit niet wordt weergegeven, telt de
jaarlijkse rentevoet !)
Gebruikelijke periodiciteiten
Jaar
Hier wordt vaak mee gewerkt en dan wordt er met het reëel aantal dagen gerekend !!!
d.w.z. alle dagen worden geteld BEHALVE de begindag
Voorbeeld
Van 12 januari 2014 tot 23 mei 2014 131 dagen
Van 12 januari 2013 tot 5 mei 2014 478 dagen
Van 12 januari 2012 tot 12 mei 2022 10 jaren
Van 21 september 2018 tot 7 januari 2022 108 dagen
semester of halfjaar (6 maand)
trimester of kwartaal (3 maand)
maand
dag
Wat is de intrestvoet of rentevoet (i)?
De rente of intrest (= vergoeding voor het kapitaal voor een bepaalde periode) wordt uitgedrukt in
, ♪ een percentage van het kapitaal, vb. 1% op € 10 000,00
♪ perunage = de intrest voor 1 euro kapitaal, vb. 0,01 op € 1,00
Wanneer kan die intrest betaald worden?
Vooraf (= prenumerando) : in het begin van de periode
Vb. als je een huis huurt
Achteraf (= postnumerando) : op het einde van de periode
De ‘periode’ (dus jaar, semester, trimester, maand) moet naargelang de periodiciteit van de
intrestbetalingen gerekend worden , met jaarlijkse, semestriële, trimestriële of maandelijkse
rentevoet
Als niets vermeld staat, veronderstellen we een jaarlijkse achteraf betaalbare intrest !!!
We hebben 2 vormen van intrestberekening naast de hierboven vernoemde betaalmogelijkheden):
Enkelvoudige intrestberekening
! het intrestbedrag dat voor iedere overeengekomen periode wordt ontvangen, wordt niet
meer rentegevend herbelegd! M.a.w. de ontvangen rente brengt geen rente op of ze nu
geïnd wordt of niet
De kapitaalverschaffer (ontlener, schuldeiser) heeft er alle belang bij om na elke periode van
renteberekening de vervallen rente te innen
Wanneer gebruiken? Bij kortere perioden om een bepaald bedrag te beleggen (vb. bij
termijnrekening met korte looptijden van vb. 1, 3, 6 of 12 maanden)
Samengestelde intrestberekening
! de ontvangen intrestbedragen worden toegevoegd aan het kapitaal en brengen weer rente
op!
De kapitaalverschaffer kan uiteraard tussentijds geen rente innen, omdat anders de rente
geen rente kan opbrengen
Wanneer gebruiken? Als voor periode van > 1 jaar wordt belegd
Komt meer voor !!
Wat is de reële intrestvoet?
= werkelijke intrestvoet = i
= waarmee effectief gerekend wordt
Wat is de nominale intrestvoet?
! Als de intrest als nominaal jaarlijks of schijnbaar jaarlijks wordt uitgedrukt !
= de intrestuitkering gebeurt meermaals per jaar
= i(m) m = aantal periodes waarin het jaar zich ingedeeld
De reële percentages worden samengeteld
Met deze rentevoet mag nooit gerekend worden !
Waarom heeft geld een tijdswaarde?
Nu € 100,00 ontvangen is niet hetzelfde als over 50 jaar pas € 100,00 krijgen
Het geld wordt minder waard !
Hoe komt dit ?
1. Inflatie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lyho. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.38. You're not tied to anything after your purchase.