100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting bedrijfseconomie hfst 5 $5.47
Add to cart

Summary

Samenvatting bedrijfseconomie hfst 5

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting bedrijfseconomie hfst 5

Preview 3 out of 21  pages

  • September 24, 2021
  • 21
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
De overheid
Hier analyseren we het keuzeprobleem van een derde economische actor : de overheid!

Voorbeelden van behoeften van de overheid :
Veiligheid garanderen
Herverdeling van de rijkdom van het land
Verstrekken van onderwijs
Aanbieden van gezondheidszorg
 De overheid wil aan al die behoeften voldoen (oneindig veel) maar daarvoor hebben ze middelen
nodig !!! => deze zijn SCHAARS !
 Wanneer we kijken naar alle beslissingen van de overheid die te maken hebben met de
begroting van het land, onderzoeken we het budgettair beleid van dat land
 De overheid heeft niet in elk land dezelfde taken -> de overheidsinterventie is veel sterker in Noord-
Korea of in China dan in de VS = ordeningspolitiek

Staatsstructuur
Pagina 4-6 LEZEN !!!!!




Taken van de overheid
Wat zijn de taken van de overheid (verdeeld in groepen, want het zijn er veel)?
Allocatiefunctie
Distributiefunctie
Stabilisatiefunctie

Allocatiefunctie
Overheid produceert zelf goederen of de productie van goederen en diensten beïnvloeden !
 Op vrije markt gebeurt productie soms niet op een wenselijke manier!!! GEVOLG :
marktimperfecties, dus de overheid grijpt in door :
• Monopolievorming
• Publieke goederen
• Externe effecten
• Imperfecte informatie

, Monopolievorming
Zie monopolie : Er is maar één aanbieder op de markt. Hierdoor heeft deze aanbieder marktmacht.
Hij kan een prijs zetten die hoger is dan de marginale kosten. Door deze hogere prijs, zullen minder
consumenten het aangeboden product kopen dan wanneer de prijs gelijk was aan de marginale kost.
Het product had voor deze consumenten een hogere waarde, dan de marginale kost om het product
te produceren. Als deze consumenten het product wel konden kopen, zou dit dus een stukje
welvaart opleveren. Doordat er een monopolie is, treedt er dus een welvaartsverlies op. Op de
figuur stelt de grijze driehoek het welvaartsverlies voor.




Wat kan de overheid doen om het welvaartsverlies op te vangen?
De overheid kan de leverancier opleggen om een prijs aan te rekenen die niet hoger is dan de
marginale kostprijs in het evenwicht. De overheid legt dus een maximumprijs op.
De overheid kan de concurrentie op de markt stimuleren
 Vb. men wil een 4de telecomoperator (zoals Telenet, Orange en Proximus) inschakelen, want
er was te weinig concurrentie : teveel marktmacht !!!!!
De overheid kan zelf optreden op de markt
 Meest ingrijpend voor overheid : dit doen ze enkel als ze er voor willen zorgen dat een
private firma geen winst meer kan maken
 Er zal dan geen enkele firma actief willen zijn op deze markt, waardoor de overheid de rol
van de private bedrijven moet overnemen
Publieke goederen
Sommige goederen worden nooit geproduceerd in vrije markt
 Overheid produceert de goederen -> want ze worden NIET aangeboden op de PRIVATE markt
Productiekosten gedragen met belastingen
• Zuiver collectieve goederen:
- Niet-rivaliserend (RIVALITEIT = als iemand anders het goed neemt, kan jij dat
goed niet meer nemen!)
 Eens je het goed aanbiedt, kost het dus even veel als er één persoon gebruik van maakt of
duizend personen
- Niet-uitsluitbaar vrijbuitersprobleem
 Mensen kunnen niet uitgesloten worden van gebruik van een goed, eens het goed wordt
aangeboden
 Vb. Welk bedrijf gaat een plein aanleggen voor de mensen als ze er zelf niets aan verdienen?
Dus de overheid doet dit! EN betaald dit met belastinggeld !!!!!
Voorbeelden : dijken, vuurtorens, defensie, milieu

,  Eens deze goederen ter beschikking worden gesteld, is het zeer moeilijk om personen van
deze goederen uit te sluiten. Daarnaast zijn ze niet minder beschikbaar voor een inwoner
omdat een andere inwoner er gebruik van maakt
 Omdat aan deze twee kenmerken voldaan is, zullen mensen niet bereid zijn voor de
goederen te betalen. Als ze niet voor het goed betalen, zullen ze toch van het goed kunnen
genieten eens het wordt aangeboden. Dit wordt het vrijbuitersprobleem genoemd. Hierdoor
zal dit goed nooit door de private markt worden aangeboden.
 Quasi-collectieve goederen
- Slechts één van de kenmerken van zuiver collectieve goederen
Voorbeeld : openbaar vervoer ; Het is mogelijk om personen niet toe te laten op een bus of trein. Er
is ook een bepaalde rivaliteit. Als er extra personen willen op een al zeer volle bus, wordt dit zeer
moeilijk. Bussen die in dun bevolkte gebieden rijden en dus nooit vol zijn, zijn wel in bepaalde mate
niet-rivaliserend.
Daarnaast is het beschikbaar zijn van een goed netwerk van openbaar vervoer soms een voordeel,
zonder dat men effectief van dit vervoer gebruik maakt. Denk maar aan een bedrijf dat in de buurt
van een station gevestigd is. Ook al gebruikt het bedrijf dit station zelf niet, het biedt het bedrijf het
voordeel van een goede toegankelijkheid. Je kunt dit bedrijf niet van deze goede toegankelijkheid
uitsluiten als het hiervoor niet wil betalen. De overheid zal er daarom vaak voor kiezen deze quasi-
collectieve goederen aan te bieden. De markt zou van deze goederen een te lage hoeveelheid
aanbieden.

Externe effecten
 = gevolgen/neveneffecten van productie voor derden ; positieve OF negatieve
 Dit geldt wanneer we niet spreken over een prijs !!!!!

Voorbeelden negatieve effecten : komt meer voor

 Om 05u30 ’s morgens worden croissants geleverd in de fabriek van je buren
 Jij lust geen croissants en niemand van je familie werkt daar
 Maar je hebt wel gevolgen dat je dus wakker wordt
 Als je naast een vliegveld woont
 Luchtvervuiling : Zonder overheidsoptreden betaalt het bedrijf hiervoor geen prijs. Het
bedrijf zal dan ook geen rekening houden met deze vervuiling. De overheid kan hiertegen
optreden door emissienormen op te leggen of door een prijs te plakken op luchtvervuiling.

Voorbeelden positieve effecten

 Je buur hangt Halloweenversiering en jij vindt die heel mooi
 Je hebt daar niet voor betaald, maar je loopt er wel graag voorbij en kan ervan genieten!
 Persoon die de gevel van zijn woning vernieuwt, draagt bij tot een aangenaam straatbeeld
 De verbouwer krijgt geen vergoeding voor dit verbeterd straatbeeld. Hierdoor worden er te
weinig gevels vernieuwd. De overheid kan dan beslissen om een subsidie te geven voor het
vernieuwen van gevels in bepaalde buurten

Wat is de oplossing van de overheid voor vb. die luchtvervuiling?

 In Europa werken we met een systeem van emissierechten = EUA (EU Emission Allowances)
 Als het bedrijf meer CO2 uitstoot dan de rechten die ze van de overheid heeft gekregen, zal
ze bijkomende rechten moeten kopen. Als ze minder uitstoot, kan ze haar rechten verkopen.
Op 19 juni 2018 bedroeg de prijs voor één EUA 14.40 euro

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lyho. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.47. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.47
  • (0)
Add to cart
Added