Filosofie:
- De vanzelfsprekendheid van het denken doorbreken.
Wat feitelijk is, is niet per sé noodzakelijk. Het kan toevallig zijn.
Kritische en onderzoekende houding ontwikkelen.
- Inzicht in veranderende houding tussen denken en werkelijkheid.
Het plotse verdwijnen van vertrouwdheid en evidentie van dingen rondom ons kan leiden tot
verwondering: houding van reflectie, van nadenken over die ervaring.
Verwondering Getroffen worden door er-zijn van de dingen, vanuit het besef dat het niet of
anders had kunnen zijn. (Het gezin waarin je bent opgegroeid had er net zo goed niet kunnen zijn als
je ouders elkaar niet hadden ontmoet.)
Feiten worden door verwondering contingent (=toevallig)
Het denken als ordeningsproces is nooit voltooid. Geen enkel denksysteem kan ooit de complexiteit
van realiteit definitief omvatten.
In de filosofie wordt er gesproken van 3 belangrijke periodes:
600 v. Chr. – 1500 premoderne tijd
1500 – 1800 moderne tijd
1800 – heden postmoderne tijd
Deze 3 periodes zijn weer onderverdeeld in periodes, hieronder in het schema aangegeven:
,Klassiek filosofisch probleem: wat is de verhouding tussen denken en werkelijkheid?
De filosofie vraagt steeds weer naar de verhouding tussen denken en de realiteit waarin denken orde
tracht te scheppen.
Oudheid: Is de ware wereld stabiel?
Realisme: er is een ware wereld/werkelijkheid die in zichzelf geordend is en
het denken kan deze ordening achterhalen.
Het denken maakt deel uit van de realiteit en is daardoor van nature geschikt
om orde in de werkelijkheid buiten zichzelf te kennen.
Om een wezen (stabiele kern van de werkelijkheid) te vatten moet het denken
zich, ipv veranderende zintuiglijkheid, richten op wat werkelijkheid haar eenheid
en samenhang verkent.
Moderniteit: De waarheid zit in het subject (de mens), daar zoekt het denken de waarheid.
Mens wordt oorsprong en fundament van zijn eigen verhouding tot de
werkelijkheid
De waarheid is niet in de ideeënwereld of bij een God, maar binnen in de
mens/binnen in het menselijk denken zelf.
Subject is actieve productieve instantie die ten grondslag ligt aan de eigen
werkelijkheid.
Post-moderniteit: Is het denken een deel van de werkelijkheid en wordt dit denken
(mede)bepaald door de werkelijkheid?
Subject is minder verheven en autonoom als in de moderne tijd gedacht
werd.
De mens is dus geen contextloos subject.
Epistemologie vraag naar de (ware) kennis
Metafysica vraag naar (ware) werkelijkheid
, De griekse oudheid
- Voor de 6e eeuw v.Chr.: mythen en goddelijke krachten bepaalden het denken en het denken
over de realiteit.
- Rond 6e eeuw v.Chr.: er ontstond contact met vreemde volkeren (via handel of kolonisatie)
Verwondering: andere interpretaties van mythen zijn mogelijk
Op zoek naar universele verklaringsmethoden
Grieks Wonder: overgang van mythe naar uitleg/rede en het doordenken van de consequenties
ervan voor mens en maatschappij.
Rationaliteit: Een methodische aanpak van een verklaring van de wereld, die aanspraak maakt op
universele geldigheid en die objectief, inzichtelijk en systematisch geordend wil zijn.
Desacralisering van de wereld:
Goden verliezen hun plaats in de wereld
De natuur wordt gescheiden van het goddelijke
De wereld is klaar om met de objectiverende blik van rede onderzocht te worden
Wereld wordt verklaard door de kracht van de rede
Universaliteit van de rede
Scheiding natuur en het goddelijke
- Wereld wordt met de logos/rede onderzocht
- De orde in de wereld is op rationele manier te verklaren
- Op zoek naar de oerstof (wat is de oorsprong van de wereld?)
De overgang van het mythische naar een rationeel wereldbeeld betekent ook dat de traditionele
samenlevingsverbanden op lossen schroeven komen te staan, of op geldigheid worden onderzocht.
Sofisten (5e eeuw) rondtrekkende leraren die kennis verkopen
Rede wordt redevoering (= een monoloog die een ander meesleept)
de kunst van het woord inzetten naar het streven van macht.
Socrates (469-399 v.Chr.)
Deugd is gelijk aan inzicht
Reactie op sofisten:
- logos (rede) is geen machtsmiddel, maar een plek waar inzicht, waarheid en deugd tot
stand komen.
- rede leidt tot redenering (=dialoog ipv de monoloog van de sofisten)
Ironie: het ophemelen van andermans wijsheid en deze doorprikken om tot reflectie aan
te zetten.
Vraag gesprekken: doorbreken van de vanzelfsprekendheid. Dit brengt de jeugd op het
slechte pad, want dit laat ze kritisch denken. (Socrates is hiervoor ten dode veroordeeld)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dan308. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.36. You're not tied to anything after your purchase.