100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Het mannelijk geslachtapparaat $3.34   Add to cart

Summary

Samenvatting Het mannelijk geslachtapparaat

 164 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Mannelijk geslachtsapparaat, jaar 2 Dier- en veehouderij HAS Den Bosch. Vak: Dier- en gezondheid

Preview 2 out of 4  pages

  • January 22, 2015
  • 4
  • 2014/2015
  • Summary
avatar-seller
Taak 5. Met hormonen meer mans
1. Bouw, werking en functie van het mannelijk geslachtsorgaan.
Bouw: Het mannelijk geslachtapparaat bestaat uit 2 teelballen/zaadballen
(testes); 2 bijballen (epididymis), 2 zaadleiders, 2 ampullen, 2 zaadblaasjes, 1
prostaat, 2 Cowperklieren, 1 urinebuis en 1 penis.

Testes: liggen buiten het lichaam in het scrotum (balzak) evenals de bijballen. In
het scrotum zit een spier, de tunica dartos, die het scrotum meer of minder kan
optrekken. (Afwijkingen, zoals een klein en schuin liggend scrotum kunnen wijzen
op een minder goed ontwikkeld geslachtsapparaat > verminderde
vruchtbaarheid). Rond de geboorte dalen de testes van de buikholte, waar ze
gevormd zijn, naar het scrotum. Gebeurt dit niet of onvoldoende  cryptorchidie
(klophengst of binnenbeer bij mannelijke varkens). Dit brengt vaak hogere
testosteronspiegels met zich mee.
Een zaadbal (testis) bestaat uit een groot aantal kleine buisjes, de tubuli
seminiferi. Deze komen tezamen in de epididymis (bijbal). Hier vindt de rijping
van de spermatozoa (zaadcellen) plaats. In de bijbal worden de gevormde
zaadcellen tijdelijk opgeslagen. De bijbal ligt tegen de zaadbal aan. De zaadleider
(ductus deferens) loopt van de bijbal naar de urinebuis. Vlak voordat de
zaadleider uitkomt op de urinebuis, verwijdt de wand zich tot een kliertje, de
ampul. De ampul is een opslagplaats voor de zaadcellen en deze geven een
vloeistof af aan de zaadcellen.

Tot de accessoire geslachtklieren behoren: zaadblaasjes (vesiculae seminales), de
prostaat en de klieren van Cowper (glandula bulbo- urethralis). Ze monden allen
uit in de urinebuis en ze produceren een groot deel van het sperma- plasma.
Door het samentrekken van spiertjes rond deze klieren, mengt het plasma zich
met het spermatozoa (zaadcellen). De Cowperklieren vormen een groot deel van
het spermaplasma en dienen als glijmiddel en neutraliseren het urine dat nog
aanwezig is in de penis. De zaadblaasjes geven secreet (bevat voedingsstoffen
en zorgt voor transport) af aan het spermatozoa. De prostaat vormt een deel van
het spermaplasma, waarvan een groot deel al afvloeit bij de voorbereiding van de
paring.( De vesicular gland geeft ook vocht af die veel suiker bevat en als
voeding voor het sperma dient.)

Afhankelijk van de diersoort is de penis van het fibro- elastische type of van het
musculo- vasculaire type. Het fibro- elastische type: de wand bestaat uit stug
bindweefsel, het volume neemt niet toe, maar schacht bij geslachtdrift alleen uit.
De penis ligt in een S- bocht en schacht uit als een spiertje (musculus retractor
penis) zich ontspant. Bv bij een stier, ram of beer.
Het musculo- vasculaire type: de penis is volledig omgeven door zwellichamen=
bloedvaten. De omvang van de penis neemt bij geslachtsdrift door bloedstuwing
(afvoer van bloed wordt tijdelijk geblokkeerd  ophoping bloed  erectie) toe in
lengte en diameter. Bv hengst, reu, mens.

Spermaproductie: de kleine buisjes in de zaadbal, tubulus seminiferus, zijn
bekleed met spermatogonia en sertoli cellen. De spermatogonia ondergaan een
mitose, wat vervolgens leidt tot spermatocyten die meiose ondergaan (proces

, van celdeling waarbij 1 diploïde lichaamscel deelt in 4 haploïde dochtercellen
(geslachtscellen). Die 4 dochtercellen (vroege spermatiden) hebben ieder de helft
van het aantal chromosomen van een oudercel en verplaatsen zich naar het
midden van het buisje, omgeven door sertoli cellen. Daar ontwikkelen de
dochtercellen zich tot rijpe zaadcelen (spermatiden). Ze worden gevoed door de
sertoli cellen. De rijpe zaadcellen worden losgelaten in de centrale holte van de
tubulus en gaan via de bijbal en zaadleiders naar de penis.

2. Wat is het verschil in bouw tussen een hengst en een beer?
Een beer heeft een fibro- elastische penis type en de hengst een musculo-
vasculaire penis type. De penis van de beer zet zich vast in de baarmoedermond
van de zeug. De beer heeft ook meer zaadcellen en meer sperma dan de hengst.

3. Welke hormonen komen er voor bij de voortplanting van het mannelijk dier?
GNRH= gonadotropine releasing hormoon: wordt afgegeven uit de
hypothalamus en stimuleert de hypofyse voorkwab (doelorgaan) om LH en FSH
af te scheiden.
LH= luteiniserend hormoon: wordt afgegeven uit de hypofyse voorkwab en
gaat naar de testis (doelorgaan) waar ze de cellen van Leydig stimuleren om
testosteron te produceren.
FSH= follikel stimulerend hormoon: wordt afgegeven uit de hypofyse
voorkwab en gaat naar de testis (doelorgaan) waar ze de sertoli cellen stimuleren
tot binding van testosteron, wat de instandhouding van de hoge
testosteronconcentratie ondersteund. Dit leidt tot het stimuleren van de
spermatogenesis.
Testosteron= (androgeen, alle mannelijke hormonen): testosteron wordt
afgegeven door de cellen van Leydig. De doelorganen zijn de hypothalamus,
hypofyse, testis en de bijgeslachtsklieren. Testosteron stimuleert de aanmaak van
zaadcellen en heeft een remmende werking op GnRH en dus ook op LH en FSH
afgifte, het stimuleert de spermatogenese en dit zorgt ervoor dat de
spermaproductie gecontroleerd verloopt. Verder zorgt testosteron ervoor dat de
bijgeslachtsklieren spermaplasma gaan uitscheiden.
Inhibine: wordt afgegeven door de sertoli cellen en heeft als doelorgaan de
hypofyse voorkwab. Het heeft een negatieve feedback op FSH.
Ook zorgen androgenen voor het tot ontwikkeling komen van de secundaire
geslachtkenmerken (meer eiwitaanzet> zwaardere bouw etc) en de
geslachtsdrift.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hancock. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.34. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

85443 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.34  1x  sold
  • (0)
  Add to cart