Onderwerpen, literatuur en jurisprudentie: zie weekoverzicht.
Ter herinnering: de algemene vragen worden (in beginsel) niet behandeld in de werkgroep,
de jurisprudentie- en casusvragen wel. Deze dient u (schriftelijk) gemaakt te hebben
voorafgaand aan de werkgroep dus). Voorbereiding is verplicht. Neem (een uitdraai van)
deze vragen – in ieder geval de jurisprudentie- en casusvragen – mee naar de werkgroep.
ALGEMENE VRAGEN
Algemeen
1. Stelling: de strafuitsluitingsgronden komen aan bod bij de kwalificatievraag. Klopt
deze stelling?
2. Gelden strafuitsluitingsgronden ook voor delicten die niet zijn opgenomen in het
Wetboek van Strafrecht?
3. Wat wordt bedoeld met de stelling dat ongeschreven strafuitsluitingsgronden als
een soort vangnet onder de wettelijke regeling fungeren?
Ontoerekeningsvatbaarheid
4. Wat is het bezwaar van de term ontoerekeningsvatbaarheid?
5. Stelling: ‘een kind van 11 jaar dat een strafbaar feit begaat, is niet strafbaar wegens
een strafuitsluitingsgrond.’ Is deze stelling juist?
6. Welke einduitspraak volgt er in het algemeen indien de rechter concludeert dat het
strafbare feit niet aan de verdachte kan worden toegerekend? Welke einduitspraak
kan er volgen indien een opzetmisdrijf aan de verdachte is tenlastegelegd?
7. Bij de strafuitsluitingsgrond ontoerekeningsvatbaarheid of ontoerekenbaarheid (art.
39 Sr) spelen drie vragen een rol. Welke zijn dat? En bij welke vraag is de normatieve
component van deze strafuitsluitingsgrond het sterkst?
8. Kan de rechter die de dader vanwege art. 39 Sr niet strafbaar acht, een sanctie
opleggen?
9. Wat wordt bedoeld met de term ‘actio libera in causa’?
10. Waarom bestaat naar Nederlands recht aan een wettelijke strafverminderingsgrond
‘verminderde toerekeningsvatbaarheid’ geen behoefte?
Noodweer(exces)
11. De strafuitsluitingsgrond noodweer kent als grondslag (ratio) niet alleen een
natuurlijk recht van zelfverdediging. Wat is de andere grondslag van noodweer?
12. Is ‘noodweer’ een rechtvaardigingsgrond of een schulduitsluitingsgrond? Licht uw
keuze toe.
13. Is noodweer tegen huisvredebreuk mogelijk?
14. Wat houdt de eis van een ‘ogenblikkelijke’ aanranding in?
, 15. Wat wordt bedoeld met ‘noodweer tegen noodweer is niet toegestaan’?
16. Art. 41 lid 1 spreekt van ‘noodzakelijke verdediging’. Wat houdt die noodzakelijkheid
(ook wel genoemd: ‘verdedigingsnoodzaakvereiste’) in? Hoe noemt de HR dit
vereiste?
17. Wat wordt bedoeld met een ‘noodweersituatie’?
18. Art. 41 lid 1 Sr spreekt ook van het ‘geboden’ zijn van het strafbare feit. Wat houdt
dit vereiste in en hoe wordt dit ook wel genoemd?
19. In welke zin kan een ‘Garantenstellung’ van belang zijn voor noodweer?
20. Stelling: ‘Voor zowel noodweer als noodweerexces geldt als vereiste dat verdediging
‘noodzakelijk’ is.’ Is deze stelling juist?
21. Stelling: ‘Bij verdediging tegen een inbreuk op de huisvrede kan een beroep op
noodweer niet slagen, maar een beroep op noodweerexces wel.’ Is deze stelling
juist?
22. Wat wordt bedoeld met de ‘extensief noodweerexces’ en ‘tardief noodweerexces’?
23. Welke relatie moet bestaan tussen de aanranding en het overschrijden van de
grenzen van de noodzakelijke verdediging?
24. Wat wordt bedoeld met putatief noodweer? Valt dit onder art. 41, lid 1 of 2 Sr?
Culpa in causa (artikel van Bijlsma)
25. Wat stelt Bijlsma over de verhouding tussen alcoholgebruik en
ontoerekeningsvatbaarheid?
26. Welk criterium voor culpa in causa hanteert de Hoge Raad sinds het Culpa in causa-
arrest in verband met een beroep op ontoerekenbaarheid?
27. Welke opvatting over de voorzienbaarheid van de stoornis blijkt uit het
Cannabisarrest (HR 12 februari 2008, NJ 2008)?
28. Welk nadeel is volgens Bijlsma verbonden aan het zogenaamde
onaanvaardbaarheidscriterium in verband met culpa in causa?
29. Bijlsma wijst op het belang van controle bij het toepassen van het culpa in causa-
leerstuk. Wat is volgens hem een minimumvereiste om van controle te kunnen
spreken in dit kader?
30. Waarom beschikte de verdachte in de culpa in causa-zaak volgens Bijlsma over
relatief veel controle?
31. Waarom was het in de ogen van Bijlsma pleitbaar geweest zijn het beroep op
ontoerekeningsvatbaarheid in het Cannabispsychose-arrest niet te verwerpen?
32. Wat bedoelt Bijlsma met de term ‘culpa in causa in het kwadraat’ in verband met de
verslavingsproblematiek?
33. Bijlsma, p. 674 stelt dat het controleprincipe noopt tot een terughoudende
toepassing van culpa in causa ten aanzien van de verslaafde verdachte. Bent u het
eens met de visie van Bijlsma? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annemarieee97. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.71. You're not tied to anything after your purchase.