Belinfante en De Reede schrijven in Beginselen van het Nederlandse staatsrecht dat “het einde van
de Republiek der Vereenigde Nederlanden tevens het begin was van de Bataafse Republiek, die, naar
Frans voorbeeld, zich in 1798 een grondwet gaf.” Bekijk eerst dit filmpje en beantwoord vervolgens
de vragen.
1. Een belangrijk onderdeel van de Unie van Utrecht van 1579 is dat dit document:
1. vastlegde dat enkele belangrijke Europese staten de zelfstandigheid van de zeven
gewesten erkenden;
2. de kroon van het Koninkrijk opdroeg aan de wettige nazaten van Willem van Oranje;
3. de Spaanse koning van zijn gezag vervallen verklaarde en de Staten-Generaal in diens
plaats aanwees als hoogste gezagsdrager;
4. een regeling bevatte voor zowel de samenwerking van de zeven gewesten als
garanties voor de godsdienstvrijheid
2. Noem drie nieuwe ideeën die Franse Revolutie bracht, die samenhangen met de
democratische rechtsstaat.
De inrichting van de samenleving moest op de rede gebaseerd zijn in plaats van op erfelijke
rechten en plichten of religieuze ideeën.
Verlichte denkers publiceerden ideeën over de soevereiniteit en de relatie tussen vorst en
onderdaan, staat en burger, vrijheid en gelijkheid.
De ontdekking en publicatie van natuurwetten stimuleerden de discussie over de invloed
van God op het dagelijks leven. Hierbij werden ideeën geformuleerd over de scheiding van
kerk en staat en religieuze tolerantie.
3. Stelling: “De Franse tijd (1795-1813) heeft een beslissende rol gespeeld in de ontwikkeling
van Nederland tot een eenheidsstaat.” Is deze stelling naar uw mening juist of onjuist?
Motiveer uw antwoord.
Juist, de verlichting heeft geleid tot een verandering in de politieke cultuur. Vorsten
moesten rekening houden met de publieke opinie in alle lagen van de bevolking.
Week 1: Staat, overheid en constitutie (deel B)
Vraag 2
Democratie is een van de kernbeginselen van onze staat. In Beginselen van het Nederlandse
staatsrecht stellen Belinfante & De Reede twee grondregels voor een democratische
staatsorganisatie:
1. Geen bevoegdheid zonder grondslag in wet of Grondwet;
2. Niemand kan een bevoegdheid uitoefenen zonder verantwoording schuldig te zijn of zonder
dat op die uitoefening controle bestaat.
,a. In hoeverre speelt het begrip democratie in elk van beide regels een rol?
Democratie speelt bij beide beginselen een rol.
1. Er bestaan geen bevoegdheden zonder grondslag daarvoor in de wet of de Grondwet. De wetten
worden vastgesteld door de eerste en tweede kamer (volksvertegenwoordiging) die worden
gekozen door de bevolking.
2. Er bestaan in Nederland verschillende machten. De wetgevende, de uitvoerende en de
rechtsprekende macht. Deze drie machten controleren elkaar zodat er niet zonder meer
bevoegdheden kunnen worden uitgeoefend. Dit draagt ook in belangrijke mate bij aan de gelijke
behandeling van burgers.
Nederland heeft perioden gekend waarin het mogelijk was een referendum te houden. Momenteel
kent Nederland geen referendum meer.
b. Waarom kan een bindend referendum zowel als een uiting van democratie worden gezien als ook
als een belemmering van de democratische besluitvorming?
Het kan als uiting van democratie worden gezien omdat iedere burger de mogelijkheid krijgt een
stem uit te brengen voor of tegen het referendum.
Echter de democratie kenmerkt zich door volksvertegenwoordiging, we kiezen partijen in de
regering die het land besturen. Iedere burger zelf een stem te laten uitbrengen over een bepaald
onderwerp in het referendum botst wellicht met het kenmerk van volksvertegenwoordiging.
‘Het tellen moet stoppen.’ Tijdens de Amerikaanse presidentsverkiezingen 2020 wilde president
Donald Trump dat er met het tellen van de stemmen in de staten Pennsylvania en Michigan werd
gestopt, voordat alle stemmen waren geteld.
c. Vindt u ook dat er gestopt moest worden met het tellen van de stemmen voordat ze allemaal
waren geteld? Waar hangt uw antwoord vanaf?
Nee, iedereen die recht heeft op het uitbrengen van een stem moet dat ook kunnen doen. Daarbij
vind ik dat iedere uitgebrachte stem geldt en dat dus niet kan worden gestopt met tellen voordat
alle stemmen zijn geteld. Indien daarmee zou worden gestopt heeft het stemmen in principe geen
zin gehad, want er wordt dan van bovenaf bepaald wat de uitslag van de verkiezing zal zijn. Het
volk heeft in dat geval geen inspraak gehad.
Vraag 3
Evenals democratie is rechtsstaat een van de kernbeginselen van onze staat. De rechtsstaat is een
staat waarvan de organisatie erop gericht is dat de burgers beschermd zijn tegen machtsmisbruik
door de staat zelf. Zo bezien beschermt de rechtsstaat de burger tegen het handelen van de
meerderheid in een democratische staatsorganisatie.
1. “Deskundigen: verplicht dragen mondkapje is wettelijk niet mogelijk” kopt de NOS op 30 juli
2020 naar aanleiding van de (inmiddels niet meer bestaande) verplichting om mondkapjes te
dragen in winkelstraten in Amsterdam en Rotterdam. Deskundigen hebben vraagtekens
geplaatst bij de verenigbaarheid van de mondkapjesplicht met de eisen van de
democratische rechtsstaat. Op welk kenmerk of beginsel doelen deze deskundigen dan?
, Het recht op de persoonlijke levenssfeer, art. 10 Grondwet. (Klassiek grondrecht)
2. Biedt – naar uw mening – de Wet Tijdelijke maatregelen covid-19 een oplossing voor de bij
vraag c bedoelde kritiek?
Het is een wet om een grondrecht in te perken waardoor het mogelijk wordt een
mondkapjesplicht in te stellen.
Vraag 4
De Venice Commission van de Raad van Europa is een gezaghebbende commissie van experts. De
Commissie (officieel: European Commission for Democracy through Law) publiceert opinies over
democratie, grondrechten en de rechtsstaat in haar lidstaten. De Commissie heeft in 2011 een opinie
uitgebracht over de nieuwe Hongaarse Grondwet van 2012. Delen daarvan zijn in bijlage 1 (op
Nestor) opgenomen.
a. Welke kritiek heeft de Venice Commission op de manier waarop in Hongarije veel zaken in
organieke wetten zijn geregeld?
b. Hoe beoordeelt u de wijzigingen waarover in overwegingen 93-95 wordt gesproken in het licht van
de eisen van de rechtsstaat?
Vraag 5
Net als veel andere landen kent Nederland een geschreven Grondwet. Noem vier elementen waarin
de Grondwet zich onderscheidt van veel andere wetten in formele zin.
- De grondwet is zowel een wet in formele zin als een wet in materiële zin.
- Men kan niet in alle gevallen naar de rechter stappen vanwege inbreuk op een grondrecht.
Zo staat er bijv. in de Grondwet dat de overheid moet zorgen voor voldoende
werkgelegenheid. Een werkloze kan niet naar de rechter om af te dwingen dat de overheid
hem een baan geeft.
- Grondrechten zijn niet onbegrensd. Er zijn altijd beperkingen op mogelijk. Dit moet
gebaseerd zijn op een wet, en die wet moet speciaal geschreven zijn om een grondrecht in
te perken.
, Week 2: Regering en Staten-Generaal
Werkgroepvragen deel A: De koning, de regering en de ministers
Vraag 1
In hoeverre is er sprake van gelijkwaardigheid of ondergeschiktheid tussen de volgende ambten: de
ministers met portefeuille, de ministers zonder portefeuille en de staatsecretarissen?
De minister-president heeft geen hogere functie dan de overige ministers, hij treedt enkel naar
buiten toe op als het boegbeeld van de regering. Een minister met portefeuille heeft in beginsel
meer macht dan een minister zonder portefeuille, die over de begroting gaat. Staatssecretarissen
zijn ondergeschikt aan ministers.
Minister met P ben je VAN
Ministers zonder p is VOOR
Een ambtenaar werkt voor een departement. Minister zonder P heeft geen eigen departement.
Ambtenaren worden dan uitgeleend aan de minister zonder P. Die is dan in eerste plaats
verantwoordelijk, maar uiteindelijk is de verantwoordelijkheid bij de minister van die
departement.
De benoeming van ministers en staatssecretarissen vinden plaats bij Koninklijk Besluit. Betekent dit
ook dat de Koning hierover zelfstandig beslist?
Nee. De ministers dragen verantwoordelijkheid voor alle besluiten. Hij handelt onder ministeriele
verantwoordelijkheid, art. 42 Gw. Lid 2; de Koning is onschendbaar, de ministers zijn
verantwoordelijk. Koning heeft geen zelfstandige beslissingsruimte. Art. 47 en 48 Gw.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annemarieee97. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.17. You're not tied to anything after your purchase.