100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Deel 3 van het boek Praktische pedagogiek voor sociaal werk $4.59   Add to cart

Summary

Samenvatting Deel 3 van het boek Praktische pedagogiek voor sociaal werk

 8 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

in deze samenvatting wordt deel 3 besproken

Preview 3 out of 19  pages

  • No
  • Deel 3
  • September 27, 2021
  • 19
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Deel 3 Opgroeien in een context

Hoofdstuk 8 Opvoedingsmilieu

Een opvoedingsmilieu: is de omgeving waarin een kind opgroeit en die invloed heeft op zijn
ontwikkeling. Denk aan school, gezin, de buitenschoolse opvang, opa en oma en vrienden.




De verschillende niveaus van het sociaal-ecologisch model:
 Microsysteem: de groepen die direct contact hebben met het kind
 Mesosysteem: de relaties tussen de groepen uit het microsysteem
 Exosysteem: factoren die het leven van een kind beïnvloeden, maar geen directe
relatie hebben met het kind.
 Macrosysteem: culturele elementen die van invloed zijn op andere systemen en
indirect op het kind
 Chronosysteem: de levensfase en invloeden van gebeurtenissen in de tijd

In de 19de eeuw heeft de industrialisatie ervoor gezorgd dat er niet meer grootfamilies (met
grootouders en andere familieleden) een groot deel van de opvoeding op zich namen, maar
dat er ‘bewaarscholen’ ontstonden.
 De belangrijkste taak van deze bewaarscholen was opvang.

In 2004 ging nog maar 30% van de kinderen tot 4 jaar naar een kinderdagverblijf, in 2009
was dit al bijna 60%.

,Pedagogische civil society: is de maatschappij waarin eigen kracht van kinderen, jongeren,
ouders en hun omgeving wordt versterkt om kinderen en jongeren zo goed en zo gezond
mogelijk te laten opgroeien.

Zo richt men zich in deze definitie onder andere op:
 Een betere samenwerking tussen scholen en ouders
 Een meer gelijkwaardige relatie tussen opvoeddeskundigen en ouders
 Een pleidooi voor een betrokken rol van jongeren, als poging om overlast van
hangjongeren tegen te gaan
 Als gebod aan iedere burger om zich te bemoeien met andermans kinderen

Opvoedingsmilieus zijn op te delen in verschillende niveaus:
 Primair opvoedingsmilieu: het gezin
 Secundair opvoedingsmilieu: school en kinderopvang
 Tertiair opvoedingsmilieu: buurt en leeftijdsgenoten
 Quartair opvoedingsmilieu: de wereld

Primair opvoedingsmilieu (gezin): het eerste opvoedingsmilieu waarin een kind terechtkomt
wanneer het geboren wordt is het gezin. Het gezin is een samenwerkingsvorm die een
herkenbare sociale eenheid op het microniveau vormt, met al dan niet verwante personen
die duurzame en affectieve banden hebben en elkaar onderling steun en verzorging
verlenen. Zo zien we bijvoorbeeld een toename van diversiteit van gezinsvormen in
Nederland:
 Gezinnen met biologische ouder
 Eenoudergezinnen
 Pleeggezinnen
 Stiefgezinnen
 Grootfamilie
 Holebigezin

Socialisatie: is het proces waarbij iemand bewust en onbewust de waarden, normen en
andere cultuurkenmerken van zijn groep leert.

Secundair opvoedingsmilieu (school en kinderopvang): naarmate het kind ouder wordt,
verbreedt het zijn wereld van alleen het gezin naar relaties buiten het gezin. Het kind krijgt
bijvoorbeeld te maken met de kinderopvang of de school. Ook deze contexten hebben een
socialiserende functie op het kind.

, Onderwijs richt zich zowel op kwalificatie, socialisatie en subjectificatie.
 Kwalificatie: betreft het verwerven van kennis, vaardigheden en houding. Het
onderwijs zorgt ervoor dat het kind zich kwalificeert voor een beroep, maar ook voor
het deelnemen aan de complexe samenleving
 Socialisatie: gaat over de manieren waarop kinderen via onderwijs deel gaan
uitmaken van bestaande tradities en praktijken. Je kunt daarbij denken aan
socialisatie in de beroepspraktijk, maar ook in bijvoorbeeld de cultuur van de
democratie
 Subjectificatie: gaat over het effect van onderwijs op het kind zelf. Hierbij gaat het
meer om de persoonsvorming van het kind.

Verschillende soorten opvoeding ideeën of onderwijsmethodes:
 Montessori: dit type onderwijs gaat ervan uit dat kinderen van nature nieuwsgierig
zijn en een drang hebben om zich te ontplooien; spontaan leren en onderwijs op het
juiste moment met de juiste middelen
 Jenaplan: in dit type onderwijs zitten kinderen van verschillende leeftijden in
stamgroepen bij elkaar, waardoor een kind zich elk jaar in een andere sociale context
begeeft. De basisactiviteiten op school zijn ook de basisactiviteiten van het leven en
leren; spreken, spelen, werken en vieren.
 Freinet: in dit type onderwijs staat de leefwereld van het kind en het leren door
ervaring centraal. Enerzijds is het onderwijs individueel en taakgericht, maar het is
ook gericht op het leren samenwerken en het aanleren van sociaal gedrag.
 Dalton: dit type onderwijs wordt gekenmerkt door vrijheid in gebondenheid,
zelfstandigheid en samenwerken.

Tertiair opvoedingsmilieu (buurt en leeftijdsgenoten): gezinnen en scholen en/of
kinderopvang spelen een belangrijke rol bij de ontwikkeling van een kind, maar naarmate
kinderen ouder worden, wordt de rol van leeftijdsgenoten steeds belangrijker. Ook de
invloed van de buurt moet niet onderschat worden.

Quartair opvoedingsmilieu (de wereld): het laatste opvoedingsmilieu, is erg breed en is ook
aan maatschappelijke veranderingen en technologische ontwikkeling onderhevig.

Beschermende factoren: zijn factoren die een problematische ontwikkeling kunnen
voorkomen

Uit onderzoek blijkt dat op gezinsniveau in ieder geval de volgende factoren een rol spelen:
 Er is een goede relatie met 1 of beide ouders; er is sprake van een hoge mate
ouderlijke steun en positieve interacties tussen ouder en kind.
 Er is sprake van warmte en affectie van de ouders; een veilige hechting
 Er is steun van broers of zussen en/of andere familieleden
 Er worden duidelijke grenzen gesteld aan gedrag
 Ouders geven zelf het goede voorbeeld voor gedrag
 Ouders tonen erkenning en waardering voor goed gedrag

Risicofactoren: de problemen die kunnen ontstaan op gezinsniveau

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aaltjedevries0. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.59. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73314 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.59
  • (0)
  Add to cart