Geen tijd om colleges te kijken? I got you. Dit document bevat de colleges voor het vak 4.1 Addiction. Het bestand omvat de lecture slides en extra aantekeningen van de professoren. Ook wordt het wekelijks bijgewerkt. Tot nu toe bevat dit document colleges 1 t/m 6 inclusief de Q&A lecture en de dri...
----------------------------------------------
4.1 Addiction
Lecture 1 – 07.09.2021- What is addiction? By Dr. Ingmar Franken
Waarom zouden we verslaving moeten bestuderen?
- 13.5% doden door alcohol bij mensen in de 20
- Een alcohol verslaving heeft de hoogste prevalentie van alle mentale stoornissen
- Australië: hier heerst een serieuze gokprobleem
- Top 3 incidence mental disorders NL: 1) mood disorders, 2) anxiety disorders & 3) substance use disorder
- Individuele stoornissen op een rij: 1) major depression, 2) alcohol abuse & 3) social phobia
- EUR studie: XTC wordt het vaakst gebruikt, vervolgd door lachgas en MDMA. LSD het minst.
- Genderverschillen in prevalentie: over het algemeen gezegd gebruiken mannen meer substances dan
vrouwen, er is wel een verschil in medicijnen, de groep vrouwen heeft hier de grootste verslaving in.
- Relevantie van substance use: impact on health (gezondheidszorg en ziekenhuizen, morbiditeit en
mortaliteit), relationship with crime (meer dan 50% van crimes zijn substance gerelateerd, voorbeeld:
crime committed under influence), impact on public safety (rijden onder invloed, impact op chemical
waste in de omgeving, je vuil weggooien) and impact on work-related productivity (negatieve invloed
op studieresultaten).
Niet iedereen raakt verslaafd! Meest naar minst verslavend:
sigaretten – heroïne – cocaïne – alcohol – amfetaminen –
cannabis.
Verslaving en middelengebruik kunnen niet los worden gezien
van de sociale en historische context
- Verslaving is contact afhankelijk!
- Het wordt door de meeste psychologen en psychiaters
beschouwd als één van de meest voorkomende
psychiatrische ziekten: stoornis in het gebruik van
middelen.
DSM-5: om een substance use disorder te hebben moet je voldoen aan 2 van de 11 criteria, binnen 12 maanden.
Criteria die zijn gehighlight door de professor:
Criteria 1: taking the substance in larger amounts or for longer than menat to → loss of control
Criteria 2: wanting to cut down or stop, but not managing to → loss of control
Criteria 3: continuing to use, even when it casues problems in relationships → het moet problemen veroorzaken
Criteria 4: cravings to use the substance → very strong desire to use drugs (deze is nieuw toegevoegd)
Criteria 5: giving up important social, recreational activities because of substance use → negatieve gevolgen
Criteria 6: needing more of the substance to get the effect you want = tolerance → steeds meer nodig hebben
Specifiek gezegd door de professor: verlies van controle en het veroorzaken van problemen zijn belangrijk.
1
, Verschillen DSM4 en DSM5:
craving is toegevoegd en
legale problemen is eruit
gehaald.
» National drug monitor
studie in Nederland (2015):
alcoholgebruik begint meestal
rond de 12e/ 13e levensjaar &
binge drinking (meer dan 5
glassen op één occasion) is
17% op 14-jarige leeftijd.
Als je vroeger voldeed aan 1
criteria, had je een
alcoholmisbruik diagnose. Bij 3
criteria werd dat alcohol
afhankelijkheid genoemd. Nu
is het alcoholgebruikstoornis,
die mild, gemiddeld en ernstig
kan zijn.
Je ziet weinig mensen met een
milde variant tijdens de
behandeling. Dit zijn meestal
mensen die meer dan 4
symptomen hebben
(gemiddeld).
Algemene kennis: typen substanties
o Tobacco: sigaretten
o Simulanten: cocaïne, amfetamine (ook wel speed), XTC (stimuleren het centrale zenuwstelsel → je wordt
actiever)
o Depressanten: alcohol, benzodiazepines, GHB (inhibeert het centrale zenuwstelsel → je voelt je meer
relaxed)
o Opioïden: heroïne, voorgeschreven medicatie (pijnstillers, voorgeschreven om pijn te voorkomen,
plezierig effect)
o Hallucinogenen: LSD, cannabis, ketamine (je gaat hallucineren, cannabis wordt het meest gezien in de
behandeling)
Random, maar interessant: bij het gebruik van cannabis hoeft er niet per se tolerantie op te treden!
Drug gerelateerd overlijden: tabak zorgt ervoor dat de meeste mensen doodgaan, daarna alcohol en
vervolgens opiaten. Binnen de groep opiaten heeft paracetamol het grootste percentage die lijdt tot overlijden,
hierna cocaïne, amfetaminen, cannabis, ecstasy en mephedrone. Dit zijn getallen in de UK, maar waarschijnlijk
ook wereldwijd. In de VS kan er gemiddeld 115 mensen per dag door aan een overdosis opioïden.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 509133a20. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.95. You're not tied to anything after your purchase.
