Biologie samenvatting Hoofdstuk 2 - Voortplanting
Het voortplantingsstelsel van een man
- Teelballen (testes): produceren zaadcellen (spermacellen) en testosteron.
- Bijballen: opslag van zaadcellen.
· In het zure milieu van de bijballen zijn de zaadcellen bewegingloos.
- Balzak (scrotum): huidplooi waarin teelballen en bijballen liggen
· De temperatuur in de balzak is ongeveer 2 °c lager dan die in de buikholte
- Zaadleiders: vervoeren zaadcellen
- Zaadblaasjes: produceren basisch vocht dat de zaadcellen activeert.
- Prostaat: produceert vocht met voedingsstoffen voor de zaadcellen.
- Urinebuis: vervoert urine en sperma.
· Sperma bestaat uit zaadcellen met vocht uit de zaadblaasjes en uit de prostaat.
- Penis: brengt sperma in een vagina in.
· Eikel: gevoelig voor seksuele prikkels.
· Voorhuid: huidplooi om de eikel.
· Zwellichamen: bevatten holten die zich met bloed kunnen vullen, waardoor de penis
in erectie komt.
Het voortplantingsstelsel van een vrouw
- Eierstokken (ovaria): produceren eicellen, oestrogenen en progesteron.
· Bij de geboorte zijn in de eierstokken reeds alle cellen aanwezig die zich tot eicel
kunnen ontwikkelen.
· Eicellen ontwikkelen zich in follikels.
- Eileiders: vervoeren eicellen.
- Baarmoeder (uterus): hierin vindt de ontwikkeling van een embryo plaats.
· De baarmoeder heeft een dikke gespierde wand, die met slijmvlies is bekleed.
- Vagina (schede):
· Bij geslachtsgemeenschap (coïtus) komt hierin het sperma terecht.
· Bij menstruatie wordt een deel van het baarmoederslijmvlies via de vagina
verwijderd.
· Bij de geboorte komt het kind via de vagina ter wereld.
- Clitoris (kittelaar): gevoelig voor seksuele prikkels.
- Kleine schaamlippen: klieren kunnen slijm produceren, waardoor de toegang tot de
vagina glad wordt.
- Grote schaamlippen.
Hormoonklieren
Hormoonklieren zijn klieren die sappen afgeven aan het bloed. Deze sappen zijn de
hormonen. De productie en afgifte van stoffen door cellen wordt secretie genoemd.
De centrale regelaar van de voortplanting is de hypofyse. De hypofyse is een
hormoonklier en bevindt zich onderaan de hypothalamus, een deel van de hersenen.
De hypofyse maakt een groot aantal hormonen, waaronder 2 geslachtshormonen:
· het follikelstimulerend hormoon (FSH)
· het luteïniserend hormoon (LH)
Onder invloed van deze hormonen wordt de hormoonproductie van andere
geslachtshormonen geregeld.
, Primaire en secundaire geslachtskenmerken bij jongens en meisjes
Primaire geslachtskenmerken zijn al bij de geboorte te zien
· Bij jongens: onder andere balzak en penis
· Bij meisjes: onder andere schaamlippen en vagina
Secundaire geslachtskenmerken ontstaan in de puberteit en zijn bij jongens o.a. een
zwaardere stem, zwaardere spieren, baardgroei en haargroei rond de
geslachtsorganen, in de oksels en vaak ook op de borst.
· Bij jongens ontstaan secundaire geslachtskenmerken onder invloed van
testosteron.
Bij meisjes zijn secundaire geslachtskenmerken o.a. borstontwikkeling, haargroei
rond de geslachtsorganen en in de oksels, een wijder bekken en een dikkere
onderhuidse vetlaag.
· Bij meisjes ontstaan secundaire geslachtskenmerken onder invloed van
oestrogenen.
De menstruatiecyclus
De (globaal) vierwekelijkse terugkeer van de menstruatie is de menstruatiecyclus.
Aan het begin van de menstruatiecyclus: follikelrijping in de eierstokken. Na 14
dagen de ovulatie, weer 14 dagen later de menstruatiecyclus (vanaf de puberteit tot
aan de overgangsjaren of menopauze).
Periode tot de ovulatie:
· De hypofyse produceert FSH en LH.
· Onder invloed van FSH worden follikels groter en hierin ontstaan dan holten, gevuld
met vocht.
· Onder invloed van FSH en LH produceren cellen van de wand van de follikel
oestrogenen (o.a. oestradiol en oestron).
· Onder invloed van oestrogenen wordt het baarmoederslijmvlies dikker en gaat het
meer klieren bevatten.
· Oestrogenen stimuleren de hypofyse tot de secretie van meer LH en remmen de
secretie van FSH.
Halverwege de menstruatiecyclus: ovulatie.
· Onder invloed van LH neemt een rijpe follikel veel vocht op en barst open.
· Ovulatie: de rijpe eicel komt vrij.
· Vindt binnen 12 uur geen bevruchting plaats, dan gaat de eicel te gronde en worden
de resten geresorbeerd.
· Onder invloed van LH ontstaat het gele lichaam uit het in de eierstok
achtergebleven follikelweefsel.
Na de ovulatie.
· Onder invloed van LH blijft het gele lichaam in stand en produceert het oestrogenen
en progesteron.
· Onder invloed van progesteron wordt het baarmoederslijmvlies nog dikker en gaat
het voedingsstoffen voor het embryo afscheiden.
· Onder invloed van progesteron wordt de secretie van FSH en LH door de hypofyse
geremd.
Aan het einde van de menstruatiecyclus.
· Het gele lichaam begint af te sterven door gebrek aan LH, waardoor de secretie van
progesteron daalt.
· Hierdoor treedt menstruatie op: een deel van het baarmoederslijmvlies wordt
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SaskiavdWal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.