100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting biologie hoofdstuk zenuwen $3.25   Add to cart

Summary

samenvatting biologie hoofdstuk zenuwen

 3 views  0 purchase
  • Course
  • Level

samenvatting biologie hoofdstuk zenuwen uit het boek 10voorbiologie

Preview 2 out of 9  pages

  • September 27, 2021
  • 9
  • 2020/2021
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Biologie samenvatting hoofdstuk 4.1 tm 4.7
4.1!
De zintuigen zijn om je omgeving in de gaten te houden. Via zintuigen komen signalen binnen. In de
hersenen worden die signalen verwerkt. Daar wordt bepaald hoe je reageert en dit bepaald je gedrag.
Levende wezens moeten weten wat er gebeurt in hun omgeving. Hierbij gaat het steeds om verandering in
de omgeving zo’n verandering noem je een prikkel. Prikkels neem je waar met receptoren. Prikkels zijn
bijvoorbeeld geluid, geur of licht. Receptoren geven de prikkels door aan zenuwcellen die het dan weer
naar de hersenen sturen. De hersenen verwerken wat je reactie op een prikkel is.
Receptoren reageren op een prikkel door deze om te zetten in een elektrisch stroompje, een impuls. Ze
geven de impuls door aan een zenuwcel en de zenuwcel vervoert de impulsen naar het centrale
zenuwstelsel (hersenen en het ruggenmerg).
Receptoren zijn erg gevoelig. Hele zwakke prikkels worden waargenomen als het de adequate prikkel is van
deze cel (zoals licht is voor het oog). De zwakste prikkel waardoor een receptor nog geprikkeld kan worden
is de drempelwaarde. Een prikkel die onder de drempelwaarde zit levert GEEN impuls op. Voor niet-
adequate prikkels is de drempelwaarde altijd een stuk hoger. De drempelwaarde blijft ook niet altijd even
hoog. Als een prikkeling een tijdje aanhoud worden er vaak na een tijdje geen impulsen meer
doorgegeven. Dit noemen we gewenning.
Prikkels kunnen zwak en sterk zijn. Hoe sterk een prikkel is maakt niet uit er ontstaat altijd hetzelfde
impuls. We spreken van een Alles of niets principe. Impulsen ontstaan wel of niet maar nooit een beetje.
Wat wel kan verschillen is de impuls frequentie: de hoeveelheid impulsen per seconde. Als een prikkel
sterker is worden er per seconde meer impulsen door gegeven.
Alle impulsen komen in het centrale zenuwstelsel binnen en daar vind ook de verwerking plaats. Soms is er
een reactie nodig van de spieren (zoals weglopen bij gevaar) of door klieren (speeksel aanmaken als je eet).
4.2!
Zenuw cellen zijn gespecialiseerd in het opvangen en vervoeren van impulsen. Hoewel er verschillende
zenuwcellen zijn heeft iedere zenuwcel een relatief groot cellichaam. Aan het cellichaam zit een aantal
korte sterk vertakte uitlopers dit zijn dendrieten. Deze vervoeren impulsen naar het cellichaam toe. De
zenuwcel heeft 1 onvertakte uitloper die de impulsen van het cellichaam wegvoert dit is het axon.
Het axon is meestal omgegeven door een isolerende laag, de myelineschede. De myelineschede bestaat uit
speciale cellen die zich om het axon gewikkeld hebben. Deze myelineschedecellen worden cellen van
Schwan genoemd. Ze zijn met een vetachtige stof (myeline) gevuld en zorgen voor elektrische isolatie
tussen de axonen onderling. Op geregelde afstand zitten insnoeringen waar de isolatie eventjes
onderbroken word.
Impulsen springen van insnoering naar insnoering. Dit noem je sprongsgewijze geleiding. Een axon is aan
zijn uiteinde sterk vertakt tot een eindboompje. Elk takje daarvan is verbonden met een andere cel
(zenuwcel, spiervezel, kliercel).

, Op de grond van functie zijn er 3 verschillende zenuwcellen. Gevoelszenuwcellen, bewegingszenuwcellen
en schakel cellen.
Gevoelszenuwcellen (sensorische zenuwcellen) vervoeren de impulsen vanaf de receptoren naar het
centrale zenuwstelsel. Gevoelszenuwcellen hebben maar 1 dendriet die heel lang kan zijn ( heeft ook een
myelineschede). Bij gevoelszenuwcellen kunnen het axon en dendriet erg lang zijn. de richting van de
impuls bepaalt welke uitloper het axon is (altijd van het cellichaam af) en welke de dendriet is (naar het
cellichaam toe).
Bewegingszenuwcellen (motorische zenuwcellen). Vervoeren impulsen van het centrale zenuwstelsel naar
de uitvoerende organen, dat zijn de spieren en klieren. Aan het eind van het axon vertakt deze zich in een
eindboompje zodat meerdere spiervezels door 2 bewegingszenuwcel worden bediend.
Bewegingszenuwcellen hebben veel dendrieten, zodat de impulsen vanuit veel verschillende delen van het
zenuwstelsel hier samen komen.
Schakelcellen. Hebben geen uitlopers buiten het centrale zenuwstelsel. Ze hebben meestal een groot
aantal dendrieten. Hersen en ruggenmerg bestaan grotendeels uit schakelcellen. De schakelcellen staan in
verbinding met een grote aantallen zenuwcellen.
Zenuwweefsel bestaat behalve uit zenuwcellen en mergschedecellen uit heel veel steuncellen. Er zijn
ongeveer evenveel steuncellen als zenuwcellen; de hersenen van een volwassene bevatten 85 miljard
steuncellen en 86 miljard zenuwcellen.
Steuncellen komen vooral in het zenuwweefsel voor. Het zijn ook een soort zenuwcellen, maar ze
vervoeren geen impulsen. Ze dienen vooral voor het onderhoud en de bescherming van de zenuwcellen. Er
zijn drie typen.
1. De astrocyten zijn ongeveer even groot als zenuwcellen. Ze voorzien de zenuwcellen van
voedingsstoffen en voeren afvalstoffen af. Ze zijn heel belangrijk voor het levensonderhoud van de
hersencellen.
2. Oligodendrocyten zijn vrij klein. Elke cel heeft zo’n vijftig lange uitlopers, die elk rond het axon van een
hersencel gewikkeld zijn. Zo ontstaat een relatief dikke koker, de myelineschede. Ook buiten het centrale
zenuwstelsel hebben veel zenuwceluitlopers een myelineschede. Daar wordt deze beschermende laag
gevormd door de cellen van Schwann.
3. Microglyocyten zijn kleine, spinachtige cellen die zich tussen het zenuwweefsel kunnen verplaatsen. Ze
ruimen vooral lichaamsvreemde en aangetaste cellen op door middel van fagocytose. Je kunt ze
vergelijken met witte bloedcellen. Microglia vormen het afweersysteem van het centrale zenuwstelsel.
4.3!
Door een verschil in concentratie van ionen (geladen deeltjes) is de buitenkant van het celmembraan van
de zenuwcel altijd positief geladen ten op zichtte van de binnenkant. Dit ladingsverschil is er altijd en word
de rustsituatie van de zenuwcel genoemd. Op het moment dat er een impuls aankomt word het
ladingsverschil gedurende 0,001 seconde omgedraaid. de impuls veroorzaakt namelijk een soort ‘lek’ in het
celmembraan. Er stromen met name heel veel positief geladen natriumionen naar binnen via speciale
openingen in het celmembraan. Deze openingetjes worden Na+-kanaaltjes genoemd. Het omdraaien van
het ladingsverschil door de impuls word actiepotentiaal genoemd. In de volgende 0,001 seconde herstelt
het celmembraan zich naar de rustsituatie doordat de Na+ ionen weer naar buiten gaan en K+ionen van
buiten naar binnen gaan. Het ene actiepotentiaal veroorzaakt het andere actiepotentiaal als een soort
kettingreactie. Door de impuls gaat er een stroompje over het membraan lopen. Het verplaatsen van dit
stroompje word impulsgeleiding genoemd.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SaskiavdWal. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77254 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.25
  • (0)
  Add to cart