100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Leerdoelen Ondernemingsrecht | Leerjaar 2 $5.96   Add to cart

Summary

Samenvatting Leerdoelen Ondernemingsrecht | Leerjaar 2

 8 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van de leerdoelen

Preview 4 out of 87  pages

  • September 27, 2021
  • 87
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Leerdoelen Ondernemingsrecht

,WERKCOLLEGE 1

o Mr. S.S.M. Rutten, Praktisch Ondernemingsrecht | Hoofdstuk 1

Leerdoelen
1. Plaats het ondernemingsrecht binnen het Burgerlijk Wetboek.
2. Leg uit wat rechtssubjecten en rechtspersonen zijn.
3. Onderscheid de rechtsvormen in Nederland.
4. Onderscheid de aspecten bij het kiezen van de juiste rechtsvorm.
5. Herken de raakvlakken met het personen- en familierecht en het faillissementsrecht.
6. Wat houdt de handelsnaam en het handelsregister in?
7. Wat is de betekenis van de Algemene Verordening Gegevensbescherming?
8. Beschrijf aan de hand van relevante bepalingen de Corporate Governance Code.

Antwoorden
1. Het ondernemingsrecht binnen het Burgerlijk Wetboek
Het ondernemingsrecht valt onder het privaatrecht en is geregeld in meerdere wetten zoals de
Wet op de ondernemingsraden (WOR), Handelsregisterbesluit (Hrb), Handelsregisterwet (Hrw),
Handelsnaamwet (Hnw), Faillissementswet, het Burgerlijk Wetboek (Boek 1, 2, 3, 5, 6 en 7A) en
de Nederlandse corporate governance code. Het begrip “onderneming” heeft binnen het
vermogensrecht geen vaste definitie. Het verschijnt dan ook onder meerdere definities in
verschillende wetten zoals in artikel 1 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) en artikel 2
van het Handelsregisterbesluit. Veelal valt onder de definitie dat de organisatie winstgericht dient
te zijn, maar dit kunnen ook niet winstgerichte ondernemingen zijn zoals stichtingen.

Art. 1 lid 1 sub a van de Wet op de ondernemingsraden (WOR)
‘Onderneming: elk in de maatschappij als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch
verband waarin krachtens arbeidsovereenkomst of krachtens publiekrechtelijke aanstelling wordt
verricht.’

Art. 2 van het Handelsregisterbesluit
Lid 1: “Van een onderneming is sprake indien een voldoende zelfstandige optredende
organisatorische eenheid van één of meer personen bestaat waarin door voldoende
inbreng van arbeid of middelen, ten behoeve van derden diensten of goederen
worden geleverd of werken tot stand worden gebracht met het oogmerk daarmee
materieel voordeel te behalen.”
Lid 2: “Van een onderneming is geen sprake indien er naar het oordeel van de Kamer
onvoldoende omvang van activiteiten of omzet is.”

2. Rechtssubjecten en rechtspersonen
Er kan een onderscheid worden gemaakt tussen twee rechtsvormen: de rechtspersonen en de
niet-rechtspersonen. Dit onderscheid is van belang vanwege de gevolgen die het zijn van
rechtspersoon heeft. Onder Nederlands recht kunnen natuurlijke personen (mensen) en
rechtspersonen (bv of vereniging) een rechtssubject zijn. Een rechtssubject is drager van
rechten en plichten. Dat een natuurlijk persoon of rechtspersoon drager van rechten is, betekent
dat hij zaken in eigendom kan hebben. Het recht erkent dan dat zaken van hem kunnen zijn en
dat hij schulden kan hebben. Dat een natuurlijk persoon of rechtspersoon drager van plichten is,
betekent dat hem verplichtingen kunnen worden toegerekend en dat het recht ervan uitgaat dat
deze lasten door hem moeten worden voldaan en zo nodig door de schuldeiser op zijn vermogen
kunnen worden verhaald. Een rechtsobject is datgene waarop een rechtssubject recht kan
hebben, zoals goederen bijvoorbeeld.

Volgens artikel 1:1 lid 1 BW zijn ‘allen die zich in Nederland bevinden’ vrij en bevoegd tot het
genot van de burgerlijke rechten. Hieronder vallen natuurlijke personen en rechtspersonen. Deze
ondernemingen hebben volgens artikel 2:3 BW ook een vorm van persoonlijkheid, namelijk



2

, rechtspersoonlijkheid, en daarom worden zij rechtspersonen genoemd. Rechtspersonen
worden op grond van artikel 2:5 BW gelijkgesteld met natuurlijke personen voor wat het
vermogensrecht betreft. Zowel rechtspersonen als natuurlijke personen zijn als rechtssubjecten
rechtsbevoegd tot de mogelijkheid om rechtshandelingen te verrichten, overeenkomsten te
sluiten, goederen in ontvangst te nemen en schulden aan te gaan.

Figuur 1.1 Rechtssubjecten


Rechtssubjecten



Natuurlijke personen Rechtspersonen
(artikel 1:1 lid 1 BW) (artikel 2:3 BW)



Soorten rechtspersonen
Rechtssubjecten zijn dus natuurlijke personen en rechtspersonen. Er bestaan publiekrechtelijke
rechtspersonen, kerkgenootschappen en privaatrechtelijke rechtspersonen. In Nederland komen
zes soorten privaatrechtelijke rechtspersonen voor:
o de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (bv);
o de naamloze vennootschap (nv);
o de vereniging (uitgesplitst in twee soorten);
o de stichting;
o de onderlinge waarborgmaatschappij (OWM);
o de coöperatie.

Rechtspersonen zijn rechtssubjecten en worden daardoor, op grond van artikel 2:5 BW,
vermogensrechtelijk gelijkgesteld met natuurlijke personen, maar zullen altijd door middel van
natuurlijke personen dienen te functioneren. Naast rechtspersonen bestaan er in Nederland ook
personenvennootschappen (de maatschap, de vennootschap onder firma en de cv) en de
eenmanszaak. Deze rechtsvormen zijn geen rechtssubject en hebben daarom geen
rechtsbevoegdheid. De functionarissen binnen deze rechtsvorm zijn als natuurlijke personen
wel rechtssubject en zullen dan in beginsel gezamenlijk de rechten en plichten binnen de
onderneming dragen. Als een functionaris binnen een eenmanszaak overlijdt, is daarmee in
beginsel de eenmanszaak ook ten einde, terwijl bij het overlijden van een functionaris van een
bv, deze bv als rechtssubject in beginsel blijft voortbestaan. De functionarissen worden binnen
iedere rechtsvorm anders genoemd en kunnen ook verschillende taken en bevoegdheden
hebben.

Figuur 1.2 Functionarissen




Functionarissen binnen rechtsvormen



Vennoten
Maten Commissarissen
Bestuurders (bij personen- Procuratiehouder Eigenaar
(bij personen- (bij grote
(bij rechtspersonen) vennoot- (bij rechtspersonen) (bij eenmanszaak)
vennoot-schappen) rechtspersonen)
schappen)




3

, 3. Rechtsvormen in Nederland
Er bestaan in Nederland tien nationale rechtsvormen en drie Europese rechtsvormen.

Rechtspersonen
o Besloten vennootschap
De besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (bv) is een rechtspersoon met
een eigen kapitaal (bezit dat gebruikt wordt om een inkomen te verwerven), dat door middel
van het uitgeven van aandelen is verkregen. Ze dient te worden opgericht met een notariële
akte, waarin statuten worden opgenomen. De bv heeft geen minimumoprichtingskapitaal
meer sinds 2012 en er geldt tevens een beperkte persoonlijke aansprakelijkheid van
bestuurders en aandeelhouders waardoor dit een populaire rechtsvorm is. Deze rechtsvorm
moet worden ingeschreven bij de KvK. De bv heeft een besloten karakter; er kunnen enkel
aandelen op naam worden uitgegeven, geen aandelen aan toonder. In beginsel kan de bv
ook de gang naar de beurs maken met haar aandelen op naam. Dit wordt zelden gedaan.
Aandeelhouders krijgen aandelen na het storten van geld in de bv, in ruil waarvoor ze het
recht krijgen om over besluitvorming binnen de bv mee te kunnen stemmen en/of een deel
van de winst te kunnen ontvangen. Bij de bv kunnen ook stem- of juist winstrechtloze
aandelen worden uitgegeven.

o Naamloze vennootschap
De naamloze vennootschap (nv) is net als de bv een kapitaalvennootschap met beperkte
aansprakelijkheid, maar de nv heeft wel een verplicht minimumoprichtingskapitaal. Ze wordt
op dezelfde wij als de bv opgericht en eveneens ingeschreven bij de KvK. De aandelen
kunnen op naam of aan toonder zijn, en kunnen op een aandelenbeurs worden verhandeld.
Dan is het een zogeheten beursgenoteerde nv, of beurs-nv. Er bestaan geen stem- of
winstrechtloze aandelen.

o Vereniging (formeel en informeel)
Een vereniging is een rechtspersoon met leden die een ander doel heeft dan de coöperatie
en de OWM, en die niet is gericht op winst. Ze mag behaalde winst niet uitkeren aan leden.
Een vereniging kan met een notariële akte worden opgericht, waardoor ze een formele
vereniging is met volledige rechtsbevoegdheid; in dat geval moet ze ook verplicht worden
ingeschreven bij de KvK. Als ze zonder notariële akte is opgericht, is de vereniging informeel
en daarmee beperkt rechtsbevoegd. Inschrijving bij de KvK is dan optioneel. Een vereniging
kan een onderneming drijven, maar dat hoeft niet.

o Stichting
Een stichting is een rechtspersoon met in beginsel slechts één orgaan en heeft, in
tegenstelling tot de vereniging, een ledenverbod. Net als de vereniging is ze niet gericht op
winst. Ze mag behaalde winst niet uitkeren aan bestuurders of andere, behalve wanneer de
uitkering van ideële of sociale aard is. Ook een stichting kan een onderneming drijven. Een
stichting wordt opgericht door middel van een notariële akte en moet worden ingeschreven
in het Handelsregister.

o Coöperatie
De coöperatie is een verenigingsvorm, waarbij een ledenorgaan verplicht is. Deze
rechtspersoon is gericht op winst en heeft als doel het voorzien in stoffelijke behoefte van
leden door het sluiten van overeenkomsten met hen. De coöperatie dient bij de notaris te
worden opgericht en ook te worden ingeschreven bij de KvK. De bestuurders zijn in beginsel
niet aansprakelijk en het is mogelijk dat de aansprakelijkheid van leden ook wordt beperkt
of uitgesloten, zoals bij de bv en nv.

o Onderlinge waarborgmaatschappij
De onderlinge waarborgmaatschappij (OWM) is hetzelfde als de coöperatie, behalve dat ze
als doel moet hebben dat ze met haar leden verzekeringsovereenkomsten sluit.



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller levine98. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78075 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.96
  • (0)
  Add to cart