Belanghebbende: persoon of entiteit wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken
Bestuursbevoegdheid: rechtsverhouding tussen een bestuursorgaan en belanghebbende
Zo nauwkeurig mogelijk door wetgever omschreven
Doelbewust specialteitsbeginsel
Bestuursorgaan vormt materieel bestuursrecht: normstelling in concreto
Bestuursorgaan: door het publiekrecht geregelde functie belast met behartigen van publieke
belangen
Openbaar lichaam: bestuursorganen zijn verenigd in groter verband. (college B&W is
bestuur van openbaarlichaam gemeente) heeft rechtspersoonlijkheid (bestuur niet)
volgens BW maar ook Awb (beide art.2:1)
Besluit: een schriftelijke beslissing van bestuursorgaan inhoudende een publieksrechtelijke
rechtshandeling eenzijdige publieksrechtelijke rechtshandeling
bestuur neemt ook feitelijke handelingen.
Bestuur is heeft geen rechtspersoonlijkheid:
Maar openbaar lichaam wel
Dus bij een koop overeenkomst (privaat) neemt het openbare lichaam deel aan de
overeenkomst in plaats van bestuur.
Het bestuur neemt wel het besluit tot kopen computers
Ongeschreven publieke taak
Geen norm of wetmatigheid
Maar geen probleem als bestuur geen eenzijdige bindende besluiten neemt
Bestuursorganen
Er zijn organen die niet beschikken over bestuursbevoegdheid en dus geen besluiten
nemen
Regering, ministerraad, staatssecretarissen – rijk
Provinciale staten, gedeputeerde staten, commissaris koning – provincie
, Gemeenteraad, college B&W – gemeente
openbaar lichaam (rechtspersoonlijkheid) komt verordende bevoegdheid toe
Er is een algemene bestuurstaak (provincie)
Of een functionele bestuurstaak (waterschap)
Opleiding noemt het dus: een Rechtspersoon ingesteld krachtens publiekrecht
Openbare lichamen zoals gemeente hebben rechtspersoonlijkheid van AmB maar ook via
BW voor feitelijke handelingen.
een gemeente is:
Openbaar lichaam
R.i.k.p
Rechtspersoon BW
Soms geven bijzondere wetten (dus niet de grondwet) rechtspersoonlijkheid zoals bij
UWV sui generis (maar BW geeft altijd rechtspersoonlijkheid ook toe)
vermogensrechtelijke gevolgen zijn voor rechtspersonen dus niet het bestuur.
Overeenkomst:
Gemeente is partij
College B&W besluit tot aankoop
Burgemeester is vertegenwoordiger
Bestuursorganen (a- en b-organen):
A- organen: reguliere bestuursorganen, r.i.k.p (geen vereiste), het uitoefenen van een
publieke taak.
Normering AwB is van toepassing
Zoals ministers, kiesraad of open universiteit Nederland (ontleent
rechtspersoonlijkheid aan bijzondere wet)
Bij A organen geldt altijd de Awb ook bij feitelijke handelingen art. 3.1 lid 2 Awb.
B- organen: orgaan zonder r.i.k.p , enig openbaar gezag, kunnen besluiten nemen en hebben
bevoegdheid.
De Nederlandse Bank
Naamloos vennootschap
Voorbeeld organen jurisprudentie die op grond van privaatrecht een buitenwettelijke
bevoegdheid had:
Organen die geldelijke uitkeringen aan derden geven is een uitzondering, deze
hebben financiele en een inhoudelijke vereisten (geld en a- organen sturen aan). In de
casus was het orgaan wel buitenwettelijk
Uitzonderingen geen bestuursorganen krachtens AwB:
Wetgevende macht: wel formele wetten maar geen beslissing bestuursorgaan
Raad van state: alleen adviserende taak
,Zelfstandige bestuursorganen:
Van centrale overheid
Met openbaar gezag krachtens AmvB of ministeriële regeling
Is niet hiërarchisch ondergeschikt
Het zijn a-organen
2 hoofdgroepen:
1. Specifieke rechtspersonen krachtens publiekrecht (UWV)
2. Orgaan van de staat maar geen rechtspersoon r.i.k.p (kiesraad)
Zelfstandige bestuursorganen die b- orgaan zijn:
Rechtspersoon ingesteld door privaatrecht
Autoriteit Financiele Markten (stichting)
Gedeconcentreerde bestuursorganen (onderscheiden van zbo)
Ambtenaar die bevoegd is door geattribueerde ministeriële bevoegdheid
Er is ambtelijke hierarchie
Orgaan: zelfstandige taken die zij tot uitvoer moeten brengen
Publiekrechtelijk orgaan: 2:1 BW
UM: publiekrechtelijke rechtspersoon (alleen een orgaan wanneer zij bepaalde taken
hebben die tot uitvoer moeten worden gebracht, mss decaan)
Stichting: 1:3 BW, is privaatrechtelijke rechtspersonen, niet krachtens publiekrecht
A –orgaan: publiekrechtelijke bevoegdheid
Feitelijke handelingen (handelingen bestuur die we kunnen zien. Deze hoeven niet perse op
een wettelijke bepaling te steunen behalve als op burgervrijheden inbreuk wordt gemaakt
fluoridering arrest.
Ook is er een wetmatigheidseis voor bestuursrechtelijke sancties (eindigen
illegaaal feest (5:4 lid 1)
Provinciale staten: toezichtelijke functies (gedeputeerde staten) op gemeentes (vooral
begroting)
Zelfstandige bestuursorganen: zoals UWV, uitvoeren speciale taken. Is meer staatsrechtelijk.
Kunnen ook a-organen en b-organen zijn.
Drie perioden bestuursrecht:
Voor 1795: vooral in de steden bestuursrecht belastingrecht op het platteland
was er de waterstaat, er was een landsheer die via centrale plakkaten handelde
, Na 1795: eenheidstaat, eerste rijksdiensten gericht op sociaal en economisch beleid.
Koning beteugeld door parlement
(Meerenberg arrest Hoge Raad, Nederlandse rechtstaat gevestigd. in hoeverre
AMvB’s op de (grond)wet moeten steunen moet altijd ander niet geldig, tenminste
wanneer er straffen volgen door deze AMvB’s)
Na 1848: groei bestuur wetgeving, industriële revolutie en 2e wereldoorlog
veranderen nachtwakersstaat. verzorgingsstaat bevorderen welvaart
Bevoegdheden bestuur:
Algemeen verbindende voorschriften (formele zin): verordeningen, ministeriele
regelingen, gedelegeerde regelgeving. bestuurswetgeving
Vergunningsbevoegdheid : eerst verbiedt de wetgever het en dan beslist of er een
vergunnen mag komen (strafbare karakter vervalt) normstelling in concreto
Handhaving
Vrijstelling algemeen verbindende voorschriften (tijdelijk afval op rioolwater
dumpen)
Legaliteitsbeginsel voor bestuur
Burgers worden door bestuur beperkt maar worden ook begunstigd (subsidie)
Specialiteitsbeginsel: wetgever bakent de doelen van wetgeving af, bestuursbevoegdheden
worden dus op het doel gericht
Wet in materiele zin: inhoudelijk, algemeen verbindend voorschrift.
Producten alleen regering: Algemeen verbinden voorschriften, AmVB (alleen materiele zin).
Amvb is meer gedetailleerde uitwerking.
Minister: ministeriële regeling
Waarborgdimensie: bestuursbevoegdheid in de zin van de normering
Instrumentele dimensie: bestuursbevoegdheid in de zin van instrumenten beschikbaar om
te besturen
Bestuursbevoegdheid (4:23 AwB):
Gebaseerd op de wet
Publiekrechtelijke bevoegdheid (algemene term voor organen die bevoegd zijn
rechtsgevolgen in stand te brengen eenzijdig)
Bestuursrechtelijke rechtsbescherming:
Eerst een bezwaar maken tegen een besluit bij bestuursorgaan
Beroep instellen bestuursrechter
Hoger beroep hogere bestuursrechter
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Hluiting. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.47. You're not tied to anything after your purchase.