Dit document bevat alle taken en colleges van het eerste jaar gezondheidswetenschappen, blok 3. Ik behaalde zelf een 8 voor het tentamen met deze samenvatting!
Blok 3 : inleiding
epidemiologie(college 1)
Een theorie is een samenhangend stelsel van
Empirische cyclus verklaringen en aannames waarmee
empirische (proefondervindelijke)
regelmatigheden of verschijnselen (zoals
ziekte, menselijk gedrag,…) verklaard en
voorspeld kunnen worden.
Theorie: -
Theorie: -
praktische
praktische
toepassing -
niet-
toepassing -
systematisch
e
niet-
waarneminge
systematisch
n
e
inducti waarneminge deducti
inducti
e
n deducti
e
Een theorie moet een praktische toepassing hebben, dit is het doel (we gaan BV geen
kanker onderzoeken omdat we dit BV interessant vinden maar we gaan dit doen
omdat we kanker willen voorkomen).
Er kunnen in onderzoeken ook vals-positieve resultaten zijn de studie is hierbij positief
maar in de werkelijkheid is de hypothese onwaar. Er zijn ook vals-negatieve resultaten
hierbij is de studie negatief maar de hypothese is in werkelijkheid waar.
Ongeveer 10% van hypothesen interessant genoeg om te testen zijn waar.
Positieve studies hebben een hogere kans op publicatie in vergelijking met negatieve
studies, een groot deel van die positieve studies (ongeveer 1/3) is onwaar (vals-positief).
Vroeger dachten ze dat gezondheid een balans was tussen slijm, bloed, gele en zwarte
gal (de behandeling die toen werd gegeven was een aderlating)
1
,Definitie epidemiologie
“De leer van de verspreiding & voorkomen van ziekte (en de factoren die hiermee te
maken hebben) onder het volk”
“The science of understanding the causes and distribution of population health so that we
may intervene to prevent disease and promote health”
De epidemiologische functie (model):
Z= f(Di)
Voorkomen van ziekte Z Funcite van k determinanten
Voorbeeld: kanker= f (leeftijd+genetica+ etnische achtergrond, beroep…)
Z= fMi (Di/ Ci)
Z: het voorkomen van ziekte
Di: status van determinanten
Ci: status van ‘verstorende variabelen’ (confounder) (hierbij moet je rekening
houden bij de determinanten)
Mi: modificatoren (b.v. man-vrouw verschillen)
F: gevolg van, combinatie van factoren
2
,Gezondheid WHO: “ een toestand van volkomen sociaal, lichamelijk en psychisch
welbevinden.”
ziekte: een ongewenste verstoring van deze toestand
Bij onderzoek: populatie vaststellen bij prostaatkanker BV mannen
Populatie at risk: mensen die geen (prostaatkanker) hebben maar wel het risico hebben
om het binnen afzienbare tijd te krijgen (in dit geval mannen +45)
Frequentiematen: voorkomen van ziekte uitdrukken, het zijn de ingrediënten om
associaties te berekenen tussen determinanten & ziekte
2 typen:
Prevalentie (beschrijft toestand bv: ziek zijn): het aantal ziektegevallen op een
bepaald tijdstip of periode in een afgebakende populatie (waar de cases uit
voorkomen):
3
, Puntprevalentie: het aantal ziektegevallen op een bepaald tijdstip BV:
puntprevalentie artrose NL op 01-01-2011 onder 65-69 jarigen: 20,1% (afhankelijk
van tijdstip van meting, dit kan van invloed zijn bij ziektes van korte duur, niet
echt bij chronische ziekten)
Periodeprevalentie: deel van de populatie dat in een bepaalde periode de ziekte
had NB: maakt gebruik van mid – term population: Nbegin+Neinde/2 BV: verkoudheid
medewerkers UM in 2012: 37% (combinatie van mensen die ziek worden en
mensen die ziek zijn altijd hoger dan puntprevalentie!)
Loss to follow-up: iemand kan de groep verlaten, BV stoppen met de studie, deze
persoon is dan loss to follow-up waardoor je populatie ook kleiner wordt. Als je de
periodeprevalentie berekent moet je de gemiddelde populatiegrootte gebruiken.
Lifetimeprevalentie: deel van de populatie dat de ziekte ooit had gedurende hun
leven BV: lifetimeprevalentie van lage rugpijn wereldwijd: 84%
Incidentie (beschrijft gebeurtenis bv: ziek worden) BETERE MAAT!: incidentie is
gebaseerd op het feit dat ziekte geen staat is maar een proces (dynamisch) (begin
beloop eindtoestand)
2 typen:
1. Cumulatieve incidentie (gesloten populatie)
Voorwaarden:
Alle leden van de populatie moeten ‘at risk’ op T0 bestaande (prevalente)
gevallen uitsluiten! (dus geen mensen die al ziek zijn)
Altijd follow-up periode P specificeren
Volledige follow-up van alle leden van de populatie vereist
Interpretatie: absoluut risico
2. Incidentiedichtheid (dynamische populatie of gesloten)
Personen x tijd ‘at risk’: hier ga je voor elke persoon tellen hoelang ze lid waren
van de populatie én hoelang ze ‘at risk ‘zijn, dus hoelang ze niet ziek zijn
Uitkomst is geen percentage maar het is een tijdseenheid: tijd-1
Altijd follow-up periode P specificeren in ‘personen x tijd’
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kyliekmita. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.92. You're not tied to anything after your purchase.