Strategische planning bepalen bedrijfsstrategie voor overleving en groei op de
lange termijn
- de organisatiedoelen en -capaciteiten afstemmen op de veranderende kansen
en bedreigingen op de markt.
Jaarplan + langetermijnplan actuele activiteiten
Stappen:
1. De bedrijfsmissie definiëren (het overkoepelend doel van de organisatie)
2. De bedrijfsdoelstellingen en doelen bepalen
3. Het portfolio van activiteiten samenstellen
4. Marketingstrategieën en andere functionele strategieën plannen (niveau van
businessunit, product en markt)
Missionstatement: is het overkoepelend doel van de organisatie wat zij wil
bereiken in een bredere omgeving.
Visie = hoe ziet het management de markt/branche (voorafgaand aan de missie)
Hulpmiddel Abell-diagram: in wat voor business een bedrijf zich bevind.
o Activiteiten van het bedrijf uitgedrukt in:
Klantenbehoefte (wat)
Klantgroepen (wie)
Technologieën (hoe)
vb.
Missie moet gedefinieerd worden in de vorm van klantbehoeften
BCG-methode het classificeren van SBU’s:
Stars = snelle groei en groot marktaandeel vaak zware investeringen
nodig.
Cash Cow = Trage groei en groot marktaandeel. Minder investeringen nodig
en brengen veel geld in het laatje.
, Question Marks = Gering marktaandeel op een markt met een snelle groei.
Beslissen of investeren richting star of afbouwen.
Dogs = Lage groei. Genoeg om zichzelf te bedruipen, maar verder weinig
bijdrage.
Strategieën voor SBU: Investeren om het niveau te handhaven. Oogsten
en de cashflow innen. Desinvesteren door de SBU te verkopen of geleidelijk
af te bouwen.
4 groeistrategieën Ansoff-matrix
1. Marktpenetratie = meer uit zelfde markt halen door bijv. klanten meer te
laten afnemen.
2. Productontwikkeling = groei in een al bediende markt dankzij nieuwe
producten.
3. Marktontwikkeling = aanboren van nieuwe markten of segmenten met
bestaande producten.
4. Diversificatie = nieuwe markten betreden met nieuwe producten.
Kent 3 vormen:
1. Concentrische diversificatie = groei op klantsegmenten door nieuwe
producten die lijken op bestaande producten maar aangeboden
worden aan nieuwe klantsegmenten.
2. Horizontale diversificatie = compleet nieuwe producten voor huidige
klantsegmenten.
3. Conglomerate diversificatie = nieuwe producten voor nieuwe
klantsegmenten.
3 andere groeimogelijkheden:
Achterwaartse integratie = bedrijf krijgt controle over toeleveranciers.
Voorwaartse integratie = bedrijf krijgt controle over distributiesystemen.
Horizontale integratie = bedrijf krijgt controle over concurrenten.
B2B = bedrijven brengen samen waarde tot stand, bedrijf verkoopt aan bedrijf
B2C = bedrijf levert aan de eindgebruiker
C2C = consumenten verkopen aan elkaar
C2B = consument levert aan bedrijf (bijv. bij Ariel levert consument ideeën voor
nieuw product)
Concurrentievoordeel door 3 strategieën:
1) Kostenleiderschap richt zich op concurrentievoordeel in breed gebied op de
markt
2) Differentiatiefocus richt zich op concurrentievoordeel in breed gebied op de
markt
3) Kostenfocus richt zich op segment v.d. markt
Drie R'en gaan uit van de 4 P's als randvoorwaarde.
Extra toevoeging hierop door Relatie, Reputatie en Ruil.
Marktsegmentatie = het opdelen van de markt in aparte groepen afnemers die elk
andere producten of marketingprogramma’s nodig hebben
, Doelgroepkeuze = na marktsegmentatie 1 of meer segmenten kiezen. Je richt je op
segmenten waar je met winst de meeste klantwaarde kunt genereren en langere tijd
kunt handhaven.
Marktpositionering = duidelijke, eigen, gewenste positie van het product in de
perceptie van de doelgroep in verhouding tot concurrerende producten.
Marketingmix = serie beheersbare, tactische instrumenten die het bedrijf
combineert om de gewenst reactie op de doelmarkten te bereiken. (4 p’s)
Management van de marketingfunctie begint met de omgevingsanalyse.
bestaat uit een interne (micro) en een externe analyse (meso en macro) -> SWOT.
S = Strength
W = Weakness
O = Oppertunities
T = Threats
Dit wordt aan het eind van de interne en externe analyse gedaan. Hier zetten we op
een rij wat de belangrijkste sterkte en zwakte punten op een rij en welke kansen en
bedreigingen er bestaan.
Kansen en bedreigingen zijn omstandigheden waar het bedrijf geen directe invloed
op heeft. (Trends, Concurrentie, Wetgevingen)
Kansen zijn geen opties
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SophieFB. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.