Samenvatting Uitwerking alle leerdoelen Inleiding Rechtswetenschap
26 views 1 purchase
Course
Inleiding Rechtswetenschap
Institution
Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)
Book
Boom Juridische studieboeken - Recht in context
In dit document vind je een uitwerking van alle leerdoelen van het vak Inleiding Rechtswetenschap. Deze leerdoelen zijn een must voor je tentamen en om de stof goed te begrijpen. Het document is opgesteld aan de hand van het boek en de informatie uit de lessen.
Uitwerking leerdoelen
Leerdoelen probleem 1
1. Welke rechtsgebieden zijn er?
Privaatrecht = regeling van verhoudingen tussen burgers onderling.
Publiekrecht = verhouding tussen de burger en de overheid.
(Op bijlage 1 verdere uitwerking van deze rechtsgebieden)
Formeel en materieel recht
Formeel = de wijze waarop het recht wordt gehandhaafd.
Materieel = alle inhoudelijke regels waaraan iedereen zich moet houden.
Dwingend en regelend recht
Dwingend = wordt gevormd door de regels waar men niet van mag afwijken, ook niet
doormiddel van een eigen regeling of overeenkomst.
Regelend = wordt gevormd door de regels waarvan men mag afwijken.
Objectief en subjectief recht
Objectief = het geheel van rechtsnormen zoals het op een bepaald moment op een
bepaalde plaats van toepassing is.
Subjectief = geldt alleen voor een bepaald individu of voor een bepaalde groep.
2. Welke criteria zijn er om het recht te kunnen onderscheiden?
Het onderscheid tussen privaat- en publiekrecht is gebaseerd op 4 criteria:
1. De aard van de betrokken partijen
Bij privaatrecht: tussen particulieren
Bij publiekrecht: is er een overheidsorgaan bij betrokken
2. De aard van het te beschermen belang
Privaatrecht beschermt de privébelangen en het publiekrecht beschermt de
algemene belangen.
3. Het initiatief tot handhaving van het recht
Bij privaatrecht zijn de burgers zelf verantwoordelijk voor de handhaving van
bepaalde regels en bij publiekrecht worden regels niet op initiatief van de burgers
gehandhaafd.
4. De middelen tot rechtshandhaving
Bij publiekrecht zijn de middelen om het recht te handhaven alleen voorbehouden
aan de overheid.
3. Op welke manieren kan je naar het recht kijken?
Dit kan je doen via het driehoeksmodel:
- Het normatieve moment
- Het ideële moment
- Het actuele moment
(Verdere uitwerking staat in bijlage 2)
, Leerdoelen probleem 2
1. Welke soorten wetten zijn er en hoe komen deze tot stand?
Wet in formele zin: wet die geschiedt door de regering en de Staten-Generaal
gezamenlijk (art. 81 Gw)
Kijk hierbij naar wie hem heeft uitgevaardigd.
Wet in materiële zin: algemene, abstracte voor de burgers bindende regels.
Kijk hierbij naar de inhoud van de wet
2. Wat is de onderlinge rangorde tussen wetten?
1. Internationale verdragen
2. Grondwet
3. Wet in formele zin
4. Wet in materiële zin
5. Lagere regelgeving
Let hierbij op de hiërarchieregels:
Hogere regelgeving gaat boven lagere regelgeving
Jongere regelgeving gaat boven oudere regelgeving
Specifieke regelgeving gaat boven
3. Hoe zit het met de verhouding tussen internationale verdragen en het Nederlandse recht?
o Dualistische opvatting = worden de nationale en internationale rechtsorde van
elkaar gescheiden en als andere rechtssferen beschouwd.
Internationale recht werkt tussen de staten maar bind de burgers niet
rechtstreeks.
Een transformatiewet moet er dan voor zorgen dat de betrokken materie wordt
geregeld op nationaal niveau.
o Monistische opvatting = worden de nationale rechtsstelsels gezien als ondergeschikt
aan een overkoepelende internationale rechtsorde.
Verdragsbepalingen worden rechtstreeks rechten en verplichtingen in het
nationale recht.
Situatie in Nederland: gematigd monistisch stelsel, oftewel art. 93 Gw bepalingen en
verdragen die ‘een ieder’ kunnen verbinden hebben verbindende kracht nadat zij zijn
bekendgemaakt.
Art. 94 Gw = internationale verdragen gaan altijd boven de binnen het Koninkrijk geldende
wettelijke voorschriften.
Leerdoelen probleem 3
1. Wat is ongeschreven recht?
= is recht wat niet door de wetgever of rechter in het leven is geroepen maar wel als geldend
recht wordt erkend.
Dit komt voor in het privaat-, bestuurs- en staatsrecht in de vorm van rechterlijke
overwegingen.
Hiernaast heb je ook rechtsbeginselen en gewoonterecht.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mirtheemmadejong. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.