H1.1
Belastingen hebben twee functies:
- Budgettaire functie = fiscaal doel; belastingopbrengst draagt bij aan financiering van
collectieve goederen en diensten
- Instrumentele functie = niet-fiscaal doel; andere doelen dan het vullen van de staatskas
Heffingen kunnen worden onderscheiden in:
1. Belastingen = verplichte bijdragen door burgers zonder specifieke tegenprestatie
2. Retributies = vergoedingen voor bepaalde diensten van de overheid
Naast heffing van belastingen worden door de overheid ook premies volksverzekeringen en premies
werknemersverzekeringen geïnd. Andere inkomstenbronnen van de overheid zijn o.a. de
aardgasbaten en deelname in (overheids)bedrijven.
H1.2
Belastingwetten bestaan uit de volgende onderdelen:
1. Subject van heffing = degene die belasting verschuldigd is (art. 1.1 WIB)
2. Object van heffing = het bedrag waarover belasting verschuldigd is (art. 2.3 WIB)
3. Wijze van heffing = op welke manier de belasting verschuldigd is (art. 9.1 WIB)
4. Verschuldigde tarief of bedrag (art. 2.10, 2.12, 2.13 WIB)
In praktijk wordt belastingrecht als één geheel gezien, maar het bestaat uit een verzameling van
wetten. Deze wetten richten zich allemaal op het heffen van belasting.
H1.3
Belastingen worden op verschillende manieren gegroepeerd:
a. Directe en indirecte belastingen:
Bij directe belastingen wordt de belasting geheven bij degene die de belasting zelf moet
betalen. Bij indirecte belasting zal degene bij wie de belasting wordt geheven, deze
doorberekenen aan een ander.
b. Tijdstip- en tijdvakbelastingen:
Bij tijdvakbelasting moet de verschuldigde belasting die in de loop van een tijdvak is
ontstaan, na afloop van dit tijdvak worden afgedragen of voldaan. Tijdstipbelasting heeft
betrekking op een gebeurtenis of een specifiek tijdstip.
c. Aanslag- en aangiftebelastingen:
Bij aanslagbelasting stelt de inspecteur de verschuldigde belasting vast nadat de
belastingplichtige de aangifte heeft gedaan. Als de belastingplichtige zijn aangifte niet
indient, legt de inspecteur de aanslag ‘ambtshalve’ op, waarbij de inspecteur zelf het
inkomen schat. Bij aangiftebelasting moet ook aangifte worden gedaan, maar hij moet dan
echter zelf de verschuldigde belasting berekenen en dit bedrag voldoen aan de
Belastingdienst. Hier heeft de inspecteur geen bemoeienis mee.
3
, Aangiftebelastingen kunnen weer verder worden onderverdeeld in voldoenings- en
afdrachtsbelastingen: bij een voldoeningsbelasting is men de belasting zelf verschuldigd en
bij afdrachtsbelasting is degene die de belasting afdraagt iemand anders dan degene die de
belasting verschuldigd is.
d. Subjectieve en objectieve belastingen:
Bij subjectieve belasting wordt rekening gehouden met persoonlijke omstandigheden van de
persoon die de belasting verschuldigd is. Bij objectieve belasting wordt geen rekening
gehouden met persoonlijke omstandigheden.
H1.4
Het belastingrecht maakt gebruik van vele bronnen:
- Wetgeving = wetten, vervaardigd door de Tweede en Eerste Kamer, vastgelegd in Grondwet
- Uitvoeringsregelingen en -besluiten = wanneer in een wettekst staat dat een en ander nader
geregeld is in een algemene maatregel van bestuur, wordt dit vastgelegd in een
Uitvoeringsbesluit. Staat in een wettekst dat een en ander nader wordt uitgewerkt in een
ministeriële regeling, is dat terug te vinden in de Uitvoeringsregeling die bij de betreffende
wet behoort. De opzet van uitvoeringsbesluiten en -regelingen loopt parallel met de opzet
van de wet waarop zij betrekking hebben.
- Europese richtlijnen = leden van de Europese Unie moeten de richtlijnen van de EU in hun
nationale wetgeving opnemen
- Besluiten = via een besluit kan iemand aangeven hoe hij denkt dat de wetgeving moet
worden uitgelegd of kan hij bepaalde tegemoetkomingen geven.
- Algemene beginselen van behoorlijk bestuur = de Belastingdienst moet zich bij heffen en
innen van belastingen houden aan wettelijke regels, waar zij niet van mag afwijken. Bij het
uitvoeren van haar taken moet de Belastingdienst zich ook gedragen als een behoorlijk
bestuurder. Een van de belangrijkste beginselen hierbij is het vertrouwensbeginsel. Een
ander belangrijk beginsel is het gelijkheidsbeginsel.
- Rechtspraak (jurisprudentie) = als een belastingplichtige het niet eens is met een opgelegde
aanslag, kan hij daartegen bezwaar maken. De rechter moet uitgaan van de wettekst.
Belastingrecht Hoofdstuk 2
H2.1
De Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) behoort tot het formele belastingrecht. De AWR
gaat over de verhouding Belastingdienst – belastingplichtige en bevat algemene bepalingen die van
toepassing zijn op alle rijksbelastingen (m.u.v. invoerrechten).
In de AWR staan o.a. algemene bepalingen en voorschriften m.b.t. de systematiek van
belastingheffing, regels van bezwaar en beroep, bestuurlijke boeten en informatieve verplichtingen.
H2.2
Verschuldigde belasting vloeit uit de heffingswet voort. Middels een aanslag wordt geformaliseerd
hoeveel belasting moet worden betaald en wanneer.
Belastingaanslagen worden onderscheiden in (art. 2 lid 3 AWR):
- Voorlopige aanslag
- Aanslag (‘definitieve’ of ‘primitieve’ aanslag)
- Navorderingsaanslag
- Naheffingsaanslag
- Conserverende aanslag
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ariannevossenstein. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.60. You're not tied to anything after your purchase.