Samenvatting Economie Integraal VWO H13: Inkomen en groei
8 views 0 purchase
Course
Economie
Level
VWO / Gymnasium
Book
Economie Integraal vwo Leeropgavenboek 3
Samenvatting van 7 blz van de lesgeving Economie Integraal, H13: Inkomen en groei
In mijn samenvatting vat ik altijd gegarandeerd de kernbegrippen samen met daarbij informatie dat mij belangrijk lijkt.
Heb je vragen of wil je wat inzien van mijn samenvattingen en/of boekverslagen? Stuur me da...
Hoofdstuk 13: Inkomen en groei
Paragraaf 1, Productie en inkomen
Als je iets wilt produceren heb je productiefactoren (productiemiddelen) nodig:
- arbeid → al het menselijk handelen bij de productie (betaald en onbetaald werk).
- kapitaal → ‘geldkapitaal’ of ‘kapitaalgoederen’ (belonging voor beschikking stellen
van geldkapitaal is rente/interest).
- natuur → pacht
- ondernemerschap → taak van ondernemer op de eerste drie productiefactoren met
elkaar te combineren. Combinatie succes = winst, combinatie geen succes = verlies.
Productie is toegevoegde waarde
Van ondernemingen ingekochte producten worden aangeduide als intermediair verbruik of
onderlinge leveringen.
→ Toegevoegde waarde is de waardevermeerdering aan producten die bij andere
ondernemingen zijn ingekocht
Toegevoegde waarde berekenen:
Omzet € 35.000.000
Intermediair verbruik € 15.000.000
Toegevoegde waarde € 20.000.000
Bruto en netto toegevoegde waarde
De toegevoegde waarde van 20 miljoen is de bruto toegevoegde waarde.
Ondernemingen gebruiken kapitaalgoederen (machines, gebouwen en transportmiddelen)
en deze slijten bij gebruik of verouderen, waardoor ze na verloop van tijd vervangen moeten
worden. Een deel van de omzet moet daarom apart worden gezet om ze te kunnen
vervangen = afschrijvingen. Afschrijvingen zijn bedoeld om vervangingsinversteringen te
doen.
Bruto toegevoegde waarde - afschrijvingen = netto toegevoegde waarde (netto
productie).
, Bruto binnenlands product (1): objectief
Het bruto binnenlands product (bbp) is de meest gebruikte maatstaf op de prestaties van
een economie te meten. De objectieve methode heeft betrekking op de toegevoegde waarde
van ondernemingen en overheid.
Bruto binnenlands product (2): subjectief
Netto productie en inkomens zijn in principe gelijk. De omzetten van ondernemingen worden
mede bepaald door de prijzen. In die prijzen zijn twee elementen van belang:
1. Indirecte belastingen (kostprijsverhogende belastingen) = zorgen voor een
verhoging van de verkoopprijs → btw & accijnzen
2. Subsidies (kostprijsverlagende subsidies) = zorgen voor een verlaging van de
verkoopprijs
De productie inclusief indirecte belastingen en subsidies = de productie tegen marktprijzen.
De productie exclusief indirecte belastingen en subsidies = de productie tegen
factorkosten: de kosten die een onderneming maakt voor de productiefactoren.
Bruto binnenlands product tegen factorkosten/marktprijzen
Arbeidsloon door ondernemingen betaald € 283 miljard
Netto binnenlands product tegen factorkosten € 506 miljard
Afschrijvingen € 114 miljard
Bruto binnenlands product tegen factorkosten € 620 miljard
Indirecte belastingen minus subsidies € 72 miljard
Bruto binnenlands product tegen marktprijzen € 692 miljard
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sterr. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.22. You're not tied to anything after your purchase.