100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting TaalpuntNL eindtoets 3 havo vwo $5.90
Add to cart

Summary

Samenvatting TaalpuntNL eindtoets 3 havo vwo

 35 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

• Beeldspraak: vergelijking, metafoor, personificatie, metonymia • Stijlfiguren: antithese, eufemisme, hyperbool, ironie, pleonasme, retorische vraag, sarcasme, tautologie, understatement • Verwijswoorden: blz. 81, 112, 143 • Lastige woordparen: blz. 50 • Spelling werkwoordsvormen blz...

[Show more]

Preview 2 out of 6  pages

  • No
  • Bladzijden: zie zichtbare eerste pagina samenvatting
  • September 29, 2021
  • 6
  • 2014/2015
  • Summary
  • Secondary school
  • 3
avatar-seller
|GP-stof | Samenvatting TaalpuntNL 3HV | Marja van der Wind |
S3Va|
| Nederlands | SnJ | 2014/2015 |
 Beeldspraak: vergelijking, metafoor, personificatie, metonymia
 Stijlfiguren: antithese, eufemisme, hyperbool, ironie, pleonasme, retorische vraag, sarcasme,
tautologie, understatement
 Verwijswoorden: blz. 81, 112, 143
 Lastige woordparen: blz. 50
 Spelling werkwoordsvormen blz. 187-194
 Spelling meervouden blok 4
 Grammatica zinsontleding blz. 215-216 geel blok
 Hoofd- en bijzin, onderschikking en nevenschikking, foutieve beknopte bijzin en (foutieve)
samentrekking: blz. 221, 222, 224, 225 231, 232
 Grammatica zinsontleding blz. 233, 234

Beeldspraak
Beeldspraak is figuurlijk taalgebruik waarbij je een beeld gebruikt.
1. Vergelijking
• Bestaat uit object, beeld en overeenkomst.
> Als je een overeenkomst tussen twee zaken wilt benadrukken.
[Jouw bureau is een slagveld.] (Object: jouw bureau. Beeld: een slagveld.)
2. Metafoor
• Bestaat uit beeld en overeenkomst.
> Vergelijking waarbij object niet wordt genoemd.
[Wat een slagveld!] (Object: niet genoemd, bureau. Beeld: een slagveld]
3. Personificatie
> Abstract begrip (levenloos ding/ iets uit de natuur) dat als persoon wordt voorgesteld
en een menselijke eigenschap krijgt. Meestal een werkwoord.
[Die moord schreeuwde om wraak.]
4. Metonynia
• Berust niet op overeenkomst, maar andere relatie
> deel-geheel
[Even neuzen tellen.]
> geheel-deel
[Nederland speelt morgen tegen Duitsland.]
> voorwerp-inhoud
[Geef mij nog maar een glaasje.]
> maker-voorwerp
[Een echte Rembrandt is voor een gewone burger onbetaalbaar.]
> materiaal-voorwerp
[Er rijdt veel blik op de weg.]

Stijlfiguren
Stijlfiguur is een bijzondere vorm van taalgebruik om een effect te bereiken.
1. Antithese
• Tegenstelling word benadrukt doordat ook het tegengestelde wordt genoemd.
[De riem van €15,- was goedkoop, want de andere riemen zijn minstens dubbel zo duur.
2. Hyperbool
• Sterke overdrijving
[Het leek eeuwen te duren voordat er hulp kwam.]
3. Retorische vraag
• Vraag waarop geen antwoord wordt verwacht.
[Hoe vaak heb ik je nu al gewaarschuwd?]
4. Ironie
• Milde vorm van spot, zonder de bedoeling om de ander te kwetsen.

, ['Wat zie je er stralend uit' zei de vader van John toen hij met een slaperig gezicht
beneden kwam.]
5. Sarcasme
• Harde vorm van spot, met de bedoeling om de ander te kwetsen.
['Ga zo door!', zei de leraar tegen John die een 2 had gehaald voor zijn repetitie.]
6. Tautologie
• Het herhalen van een begrip door een synoniem of door woordgroep met dezelfde
betekenis. Het wordt gebruikt om een uitdrukking te versterken.
[Nooit of te nimmer had hij gedacht te zullen slagen. (goed)
Dit meisje beloofde het geheim te houden, maar ze kon het echter verzwijgen.(fout)]
7. Pleonasme
• Een eigenschap die al in het woord aanwezig is, wordt extra benadrukt. Niet het hele
begrip herhaald, maar een deel.
[Zij werkten soms uren achter elkaar in de hete tropenzon. (goed)
In mijn schrift tekende ik een ronde cirkel. (fout)]
8. Understatement
• Opzettelijke afzwakking van de werkelijkheid, alsof het minder belangrijk of groot is
dan het in werkelijkheid is.
[In zo'n topfunctie verdien je wel een paar centjes!]
9. Eufemisme
• Verzachtend woord/ verzachtende uitdrukking, om onplezierige dingen minder ernstig
voor te stellen.
[Na een moeitevol leven is mijn oudoom op 91-jarige leeftijd van ons heengegaan.]

Verwijswoorden
Blz. 81
Woord/woorden waar verwijswoord naar verwijst heet het antecedent.
Zelfstandige naamwoorden met het lidwoord ‘de’ > hij, zij/ze, die, deze, zijn, haar.
‘De-woorden’ > mannelijk/vrouwelijk (Gebruik eventueel woordenboek!)
Zelfstandig naamwoorden met het lidwoord ‘het’ > het, dit, dat, zijn.
(Landen en steden zijn meestal ‘het-woorden’)

Dingen/dieren > waarover, waarbij, waarmee enz.
Personen > over wie, bij wie, met wie, enz.

Dichtbij > ‘het-woorden’: dit | ‘de-woorden’: deze
Verderweg > ‘het-woorden’: dat | ‘de-woorden’: die

Verwijswoorden II
Blz. 112
Naar dingen verwijs je altijd met ze
Naar personen verwijs je met zij, ze, hen of hun
Lijdend voorwerp > hen
Na een voorzetsel > hen
Meewerkend voorwerp zonder voorzetsel > hun
Onderwerp van de zin >zij/ze

Verwijswoorden III
Blz. 143
Dat gebruik je Bij ‘het-woorden’.
Wat gebruik je Als het antecedent een hele zin is.
Als het antecedent een overtreffende trap is.
Na dat(gene), het enige en na onbepaalde voornaamwoorden.

Lastige woordparen
Schijnbaar/Blijkbaar
Schijnbaar: Het lijkt zo, maar het is niet zo.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marjavdwind. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52355 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.90
  • (0)
Add to cart
Added