Economie à de wetenschap die het keuzengedrag van de mens bestudeert à economisch handelen à economische
wetenschap à bestudeerd handelen van mensen gericht op het verminderen van schaarste
Economische principe:
1. Met de beschikbare middelen probeert men zo veel mogelijk behoeften te bevredigen
2. Men probeert een bepaald doel te realiseren door opoffering van zo min mogelijk middelen
Onvoldoende middelen om alle behoefte te voorzien = schaarste
Welvaart = de maten waarin de mens in staat is zijn behoefte te bevredigen met de beschikbare middelen
Algemene economie = bestudeert het economisch handelen van de maatschappij als geheel
Bedrijfseconomie = bestudeert het economisch handelen van individuen binnen het bedrijf
- Financial accounting
- Management accounting
- Financiering
Bedrijfshuishouding = een financieel-economisch zelfstandige productieorganisatie
Productie = het omzetten van productiemiddelen (input) in producten (output) waardoor ze beter in behoeften van de
consument kunnen voorzien
à Productiemiddelen (bv. arbeid, machines en grondstoffen) zijn nodig om producten voort te brengen
à Consumptie is het rechtstreeks gebruik van goederen/diensten voor de bevrediging van zijn behoefte
Een organisatie = samenwerkingsverband tussen personen om hun persoonlijke belangen te bevorderen
Goederenstroom = stroom van productiemiddelen en producten binnen een
onderneming
à Primaire proces = omzettingsproces van ingaande en uitgaande
goederenstromen
à Primaire geldstromen = geldstromen die rechtstreeks voortvloeien uit het
primaire proces (bijv. uitbetaling van loon)
Markt
1. Concrete markt – plaats waar aanbieders en vragers van/naar een
bepaald goed elkaar ontmoeten
(Wekelijkste groente en fruitmarkt)
2. Abstracte markt – het geheel van vraag en aanbod naar/van een
bepaald goed waaruit de prijs tot stand komt (huizenmarkt)
Liquide middelen = het kassaldo + positieve saldo van de bankrekening
(rekening-courant)
Vermogensmarkt = eigen en/of vreemd vermogen aangeboden
à Eigen vermogen – wordt door de verschaffers permanent aan het bedrijf
beschikbaar gesteld als beloning: dividend
à Vreemd vermogen – wordt tijdelijk beschikbaar gesteld en moet door het
bedrijf worden afgelost als beloning: interest
= Secundaire geldstromen
Economisch zelfstandig als: de beginvoorraad liquide middelen, aangevuld met de ingaande geldstromen, (op lange termijn)
groter/gelijk aan de uitgaande geldstromen
Financieel economisch zelfstandig à geldontvangst meer dan gelduitgaven
Privatisering = overheidsbedrijf wordt onderneming.
Marktwending = afnemer kan zelf beslissen van welke producent hij producten afneemt
Doelstelling à strategie à operationele doelen
Dynamisch ondernemen = steeds weer moeten reageren op veranderingen in de markt
,Financieel management 3 – Aimée Nijenhuis
5 krachten model van Porter – model waarmee de mate van concurrentie in een branche kan worden beschreven
Interne concurrentie 1. Concurrentie tussen de huidige aanbieders in de branche
Externe concurrentie 2. Macht van leveranciers
3. Macht van de afnemers
Potentiele concurrentie 4. Maten waarin substituten en complementaire goederen verkrijgbaar zijn
5. Dreiging van nieuwe toetreders op de markt
Marktvormen
o Monopolie: 1 aanbieder, grote vrijheid om verkoopprijs zelf vast te stellen
o Oligopolie: Enkele grote bedrijven die het overgrote gedeelte van de markt in handen hebben, houden rekening met
elkaar en reageren op elkaar
o Monopolistische concurrentie: meest voorkomende marktvorm, veel aanbieders bieden ieder een vergelijkbaar, maar
enigszins afwijkend product aan
o Volledige mededinging: veel aanbieders en veel vragers, bieden allemaal hetzelfde product aan
Balanced scorecard (BSC) = instrument dat het management kan gebruiken om de prestaties van een organisatie op een
evenwichtige wijze te sturen en te beoordelen
Hoofdstuk 2 Ondernemingsvormen
Ondernemingsvorm = juridische vorm waarin de onderneming wordt gedreven
Persoonlijke ondernemingen = aansprakelijk op privévermogen
Rechtspersoon = eigen rechten en plichten en afzonderlijk vermogen
Handelsregister staan ondernemingen, verenigingen en stichtingen ingeschreven
1. Eenmanszaak
§ Eigendom en leiding ligt bij 1 persoon
§ Vaak startende ondernemingen
§ Aansprakelijk op privévermogen en vermogen van de onderneming
§ Eenmanszaak hoeft financiële gegevens niet te publiceren
§ Eigenaar hoeft niet met mede-eigenaren te overleggen
§ Inkomen eigenaar afhankelijk van de inkomsten
2. Maatschap
§ Overeenkomst tussen twee of meer personen (maten), die zich verplichten iets in gemeenschap te brengen
met het doel daarmee voordeel met elkaar te delen
§ Bijvoorbeeld: advocaten
§ Alle maten zijn voor een gelijk deel aansprakelijk
§ Niet hoofdelijk aansprakelijk
§ Maatschap eindigt als 1 maat eruit stapt of overlijdt
§ Kosten bespaard door bijvoorbeeld een receptie te delen
§ Geen publicatieplicht
3. Vennootschap onder firma (VOF)
§ Een maatschap ter uitoefening van een bedrijf onder een gemeenschappelijke naam
§ Samenwerkingsverband à groter eigen vermogen
§ Vennoten hebben de leiding over de firma
§ Iedere vennoot is hoofdelijk aansprakelijk
§ Geen publicatieplicht
4. Commanditaire vennootschap (CV)
§ Bijzondere vorm van de vof, waarbij 1 of meer vennoten niet aan het beheer morgen deelnemen à alleen
geld of goederen inbrengen
§ Dit is de beherend vennoot
§ Beherende vennoten zakelijk en privé aansprakelijk
§ Stille vennoot kan alleen zijn inbreng verliezen als hij zich onthoudt van beheersdaden naar buiten
, Financieel management 3 – Aimée Nijenhuis
§ Geen publicatieplicht
5. Naamloze vennootschap (NV)
§ Maatschappelijk kapitaal verdeeld in aandelen à aan toonder en vrij overdraagbaar
§ Aandelenkapitaal ingebracht door groot aantal aandeelhouders à niet afhankelijk van paar mensen
§ Aandelen kunnen verkocht worden
§ Geplaatst kapitaal moet minimaal €45.000 zijn à anders persoonlijk aansprakelijk voor de verbintenissen die
hij namens de nv sluit
§ Hoofdelijk aansprakelijk tot ze aan alle eisen voldoen daarna voor het bedrag waarvoor ze aandelen hebben
§ Aandeelhouders zijn eigenaren van de nv à kunnen stem uitbrengen in de Alegemene Vergadering van
Aandeelhouders (AVA)
§ Verplicht jaarstukken te publiceren
- Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA)
o Komt 1 keer per jaar bijeen
o Vaststellen van de jaarrekening
o Benoemen van leden van Raad van Bestuur
o Toestemming geven voor belangrijke beslissingen
- De Raad van Bestuur (RvB)
o Dagelijkse leiding van de nv
- De Raad van Commissarissen (RvC)
o Houdt toezicht en geeft adviezen aan de RvB
Gewone aandelen: geven stemrecht in de AVA en recht op een evenredig deel in de winst
Winst preferente aandelen: geven voorrecht bij de winstverdeling
Prioriteitsaandelen: extra zeggenschap bij belangrijke zaken
Oligarchie = situatie binnen een onderneming waarbij de besluitvorming bij een klein groepje mensen ligt
Maatschappelijke kapitaal = maximale (nominale) aandelenkapitaal dat door de nv uitgegeven kan worden zonder dat een
statutenwijziging nodig is
Geplaatste aandelenkapitaal = het gedeelte van het maatschappelijke kapitaal dar door de nv is uitgegeven
Gestort kapitaal = het gedeelte van het geplaatste kapitaal dat door de aandeelhouders is gestort
Agio = als de uitgiften van aandelen (emissie) de uitgiftenkoers (emissiekoers) meer bedraagt dan 100%
Openbare emissie = uitgiften van aandelen via de effectenbeurs
6. Besloten vennootschap (BV)
§ Vennootschap waarbij het maatschappelijk kapitaal verdeeld is in aandelen die niet vrij overdraagbaar zijn à
aandelen staan op naam
§ Aandeelhouder die wil verkopen moet eerst aan medeaandeelhouders aanbieden
§ Aandeelhouder moet eerst toestemming krijgen van medeaandeelhouders voordat hij zijn aandelen kan
verkopen
§ Aandeelhouders zijn eigenaren
§ Zelfde aansprakelijkheid als nv
7. Vereniging
§ Gewone vereniging: samenwerkingsvorm tussen natuurlijke personen en rechtspersonen die een
gemeenschappelijk doel nastreven.
Mag winst maken, maar niet worden uitgekeerd aan de leden van de vereniging
(Sportvereniging)
§ Onderlinge waarborgmaatschappij: coöperatie die het verzekeringsbedrijf ten behoeve van haar leden
uitoefent.
§ Coöperatie: vereniging van personen die opgericht is met het doel de materiele belangen van leden te
behartigen
Wettelijk aansprakelijk (WA) = gelijke delen aansprakelijk, ook privévermogen
Beperkte aansprakelijkheid (BA) = aansprakelijk voor de schulden die die coöperatie niet kan voldoen tot een
bedrag dat is vastgelegd
Uitgesloten aansprakelijkheid (UA) = leden zijn niet aansprakelijk
8. Stichting
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller aimeenijenhuis1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.33. You're not tied to anything after your purchase.