Wat staat er op het menu?
Mensen en dieren hebben andere organismen nodig voor hun voedingsstoffen. Maar wat
eten plant?
Planten eten niet, ze maken door fotosynthese hun eigen voedingsstoffen
(5.3). Fotosynthese nodig: koolstofdioxide en water. Koolstofdioxide komt via
de huidmondjes de bladeren binnen. De plant zuigt het water op met de
wortels. In de bladgroenkorrels van de cellen maakt de plant van water en
koolstofdioxide: glucose en zuurstof. Hiervoor is energie nodig. Die energie
komt van (zon)licht. De plant maakt van glucose andere stoffen, zoals
zetmeel, vet, eiwit en vitaminen. Hiervoor heeft de plant mineralen nodig.
Dieren en mensen kunnen hun voedingsstoffen niet zelf maken, want hun
cellen hebben geen bladgroenkorrels. Dieren en mensen krijgen de
voedingsstoffen binnen door te eten. Je kunt dieren in groepen verdelen
door te kijken naar wat ze eten.
● Planteneters eten (delen van) planten.
● Vleeseters eten vlees, dus delen van andere dieren.
● Alleseters eten zowel planten en dieren delen. Mensen zijn alleseters.
Wat je ook eet, je eet altijd iets dat afkomstig is van andere organismen. Dat kan een plant of
een dier zijn. Een voedselrelatie geeft aan welke organismen elkaar opeten.
Hoe noteer je voedselrelaties?
De rups eet blaadjes van de boom, de koolmees eet de rups en de
sperwer eet de koolmees. Zo’n rij organismen die van elkaar leven,
heet een voedselketen. Je kunt de keten op de volgende manier
opschrijven: boom→rups→koolmees→sperwer. (→= ’wordt gegeten
door’).
Ieder organisme heet een schakel. Planten zijn altijd de eerste schakel
van een voedselketen.
In een biotoop komen verschillende voedselketens voor. Rupsen worden niet alleen gegeten
door koolmezen, maar ook door spechten. En de boom levert niet alleen voedsel voor
rupsen, maar ook voor een muis en een eekhoorn. Op die manier zijn voedselketens vaak
met elkaar verbonden. Een aantal voedselketens die met elkaar verbonden zijn, noem je
een voedselweb.
Waarom zijn er meer rupsen dan sperwers?
De sperwer eet iedere dag drie koolmezen. Er zijn dus elk jaar meer dan duizend koolmezen
nodig om één sperwer in leven te houden. De koolmezen eten rupsen. Het aantal rupsen
moet vele malen groter zijn dan het aantal koolmezen. De rupsen moet vele malen groter
zijn dan het aantal koolmezen. De rupsen eten boombladeren. Het
aantal bladeren is het grootst. Samen vormen de aantallen
organismen in een voedselketen een voedselpiramide. Omdat het
om aantallen gaat, is dit een piramide van aantallen.
Waarom zijn er nu zo veel bladeren nodig om één sperwer te voeden?
Dat is een piramide van gewicht: elke laag van de piramide stelt het
gewicht van een schakel van de voedselketen voor. De lagen van de
piramide worden van beneden naar boven smaller, want in elke laag komt steeds minder
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller femke1600. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.