Alle hoofdstukken uit select & learn samengesteld door prof Boen.
Hoofdstukken uit: een inleiding in de psychologie in 11 3/4 hoofdstukken & Algemene psychologie een inleiding
Bem: zoeken naar evidentie om toekomst te voorspellen
* Studenten kregen 2 gordijnen te zien en moeten een knop indrukken om te kiezen welk
* Na maken van keuze bepaald de computer achter welk gordijn de erotische foto was te zien
* Normaal 50-50 maar nu 53,1% keuze voor erotische scene
OVERZICHT
* Psychologie heeft haar wortels in de fysiologie/neurologie en filosofie
* Psychologische kennis
- Geesteswetenschappelijke onderzoeksmethoden (verklaring centraal)
- Positief-wetenschappelijke onderzoeksmethoden (predictie centraal)
* Rationalisme: ratio is het enige toelaatbare criterium voor geldige kennis (dualisme)
* Empirisme en associationisme: kennis kan enkel verkregen worden door zintuiglijke kennis
* Behaviorisme:
- Psychologie wordt gereduceerd tot het achterhalen van verbanden tussen stimulus en reactie
- Studie van mentale processen zijn onwetenschappelijk
- Bestudeerden vooral diergedrag en gingen ervan uit dat dit niet fundamenteel verschilde met
het menselijk gedrag
* Cognitieve psychologie
METHODOLOGISCHE EISEN VOOR WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK
3 kenmerken van wetenschappelijke kennis
SYSTEMATISCH EMPIRISME
Wetenschappelijke kennis laat zich in eerste plaats leiden door het systematisch waarnemen van de
werkelijkheid. (Kennis wordt dus verzameld door systematisch empirisme)
* Empirische werkwijze impliceert dat er geen gezagsargumenten bestaan voor wetenschappelijke kennis
* Alle kennis vloeit voort uit de empirie (de zintuigen)
VERIFIEERBARE KENNIS
Kennis moet repliceerbaar zijn, het moet gaan om publiek verifieerbare kennis.
* Een bevinding kan pas wetenschappelijk aanvaard worden als anderen deze observaties kunnen
overdoen na toepassen van dezelfde procedure
* Peer review: om te waken over de eis van repliceerbaarheid
- Voordat onderzoeker zijn bevindingen kan publiceren moeten collega’s zijn publicatie eerst
beoordelen
- Beoordelen: zinvolheid van de vraagstelling, de aangewende procedures, de verwerking van de
gegevens, het gegrond zijn van de conclusies en evt het ethische karakter van de gebruikte
methoden
,TOETSBARE THEORIEËN EN UITSPRAKEN
Wetenschappelijke theorieën moeten toetsbare theorieën zijn en uitspraken die de status van
wetenschappelijke kennis willen verkrijgen moeten falsifieerbaar zijn.
VAN KENNIS TOT WETENSCHAPPELIJKE WET
Door de vorige 3 kenmerken overstijgt wetenschappelijke kennis de common sense.
* Theorie: geeft een relatie tussen een set van concepten die gebruikt worden om data of gegevens te
verklaren en predicties te maken over resultaten van een empirische studie.
* Hypothese: een specifieke predictie afgeleid van een theorie, toegepast in de context van een concreet
onderzoek
* Als data de hypothese tegenspreken moet er een nieuwe theorie ontwikkeld worden
* Door aanpassing van de theorie komt men alsmaar dichter bij de werkelijkheid
* Kennis is steeds voorlopig
Wanneer een relatie tussen verschillende variabelen frequent geconfirmeerd is, spreken we van een
wetenschappelijke wet. Hoewel wetten uiterst bruikbaar kunnen blijken te zijn in de praktijk, zijn ze meestal
oninteressant voor verder wetenschappelijk onderzoek zodra de wet voldoende is aangetoond via empirische
gegevens.
= een observatiestudie buiten het laboratorium, in de natuurlijke situatie
* Meestal eerste stap in een gecontroleerd onderzoek
* Nadeel: mensen kunnen hun gedrag wijzigen wanneer ze zich ervan bewust zijn dat ze geobserveerd
worden
GEVALSSTUDIES/CASESTUDIES
= 1 persoon of 1 voorbeeld van een fenomeen wordt zeer gedetailleerd onderzocht
* Niet mogelijk om systematische manipulaties door te voeren (door ethische bezwaren,
geheugeneffecten, …)
INTERVIEWS
= respondenten worden op een directe manier bevraagd
* Training aan interviewers om neutrale bevraging mogelijk te maken
* Correlationeel verband laat ons niet toe iets te besluiten over causaliteit
SURVEYS
= verzamelen van een steekproef van opinies over 1 of meerdere onderwerpen op basis waarvan de
onderzoeker een besluit trekt over de hele populatie
* Vaak gebruikt voor politicologisch onderzoek over stemgedrag en bij het bestuderen van kijkcijfers tv
* Moet representatief zijn
* Proefpersonen moeten waarheidsgetrouw antwoorden
,TESTS
* Gebruikt voor intelligentie, persoonlijkheidsaspecten, attitudes, belangstelling, …
* Waarde van kwantificaties op basis van testresultaten hangt af van de kwaliteit van de tests
* Een wetenschappelijk verantwoorde test moet aan vereisten voldoen
- Standaardisatie: steeds op dezelfde manier afgenomen
- Betrouwbaarheid: nauwkeurig, meetresultaat varieert niet met de tijd
- Validiteit: test meet wat het beoogt te meten
- Betrouwbare test is niet noodzakelijk een valide test maar validiteit impliceert wel
betrouwbaarheid (een test kan immers nauwkeurig meten, maar iets ander meten dan het zou
moeten meten)
CORRELATIONEEL ONDERZOEK
= onderzoeker bestudeert een steekproef, noteert de karakteristieken van elk bestudeerd object en gata
vervolgens na of er een verband is tussen de karakteristieken
* Correlatiecoëfficiënt geeft de mate weer waarin er een rechtlijnig verband bestaat tussen 2 variabelen
- 1 = perfect lineair verband, hoge waarde op het ene is een hoge waarde op het andere
- -1 = perfect omgekeerd lineair verband, hoge waarde op het ene is een lage waarde op het
andere
- 0 = geen verband, kennis van de waarde van het ene geeft geen informatie over de waarde van
het andere
* Confounders: hebben invloed op beide variabelen waardoor lijkt dat X en Y verband houden
- Bv tienerzwangerschappen: lijkt verband met elektrische apparaten maar confounding
variabele is levensstandaard
* Correlatie kan ook het gevolg zijn van het gebruiken van een selecte steekproef
EXPERIMENTELE STUDIE
= onderzoeker creëert een situatie die gecontroleerde observatie toelaat
* Onderzoeker grijpt zelf in en gaat op een systematische manier het effect van die ingreep na
* Experimentele procedure:
- Representatieve steekproef wordt op zuiver toevallige manier in groepen verdeeld
- Groepen krijgen verschillende behandeling
- Verschil is enkel de kritische variabele, alle andere zijn constant
- Gemanipuleerde variabele = onafhankelijke variabele
- Gemeten variabele = afhankelijke variabele
* Metingen zijn verstoord door een foutencomponent → metingen zijn nooit perfect betrouwbaar →
resultaat van psychologisch onderzoek meestal gebaseerd op gemiddelde waarden
* Altijd nagaan of de gevonden verschillen statistisch significant / betekenisvol zijn
* Een goed experiment heeft een hoge interne en externe validiteit
- Interne validiteit: experiment is foutloos opgezet en uitgevoerd (dubbelblind onderzoek)
- Externe of ecologische validiteit: resultaten van het experiment kunnen veralgemeend worden
naar situaties buiten het laboratorium in het dagelijkse leven
, ENKELE EXEMPLARISCHE VOORBEELDEN
ZITTEN ER GROOTMOEDERCELLEN IN ONZE HERSENEN? – CASESTUDIE
* 4 patiënten met herpes die telkens een andere stoornis hebben in hersenen
* Geeft aan dat het evident is om naar cases apart te kijken
* Niet alles is voor iedereen gelijk
VRAGENLIJSTEN EN VOORSPELLEN VAN GEDRAG
Claeys: hoe betrouwbaar zijn vragenlijsten
* 3 verschillende procedures om persoonlijkheidstrekken te meten van studenten
* 1e: klassieke vragenlijst: 5 persoonlijkheidsfactoren worden gemeten (elk 14 vragen met 7punten)
* 2e: zelfbeoordeling: 1 item per persoonlijkheidsfactor
* 3e: vrijezelfbeschrijvingsmethode: persoonlijkheid zo volledig mogelijk beschrijven adhv
zelfgekozen adjectieven
* Ook beoordeling van gedrag representatief voor de 5 persoonlijkheidskenmerken
* Verband tussen meting en gedragsscores verwijst naar de validiteit
WAT HEET DAN GELUKKIG ZIJN?
Kuppens, Realo, Diener: precieze relatie tussen beide componenten van geluk bekijken verschillen in
andere landen
* 2 componenten: cognitieve evaluatie van levenstevredenheid + negatieve en positieve emoties
(affectieve component)
* Algemene levenstevredenheid: satisfaction with life scale
* Affectiviteit: 14 emoties
* Collectivisme en individualisme
* Resultaat:
- Levenstevredenheid hangt samen met frequentie van positieve en negatieve gevoelens
- Negatieve emoties hebben sterker effect op levenstevredenheid in individualistische
landen
- Positieve emoties hangen sterker samen met levenstevredenheid in landen die
zelfexpressie benadrukken dan in landen waarin overleving centraal staat
KOMEN MANNEN WERKELIJK VAN MARS
Klein en Hodges: hebben mannen effectief een zwakkere empathie, of is dit het gevolg van minder
motivatie hiervoor
* Onderzoekers toonde filmpje van jonge vrouw die vertelde over het niet slagen op een
toelatingsproef
* De vrouw gaf na het interview aan op welke momenten ze specifieke gevoelens had (4)
* 53 vrouwen en 54 mannen deden mee aan onderzoek
* Eerst moesten ze een eigen ervaring neerschrijven over teleurstellende school- of studieuitslag
* 2 condities: betaald voor goede prestatie tijdens taak andere kregen niets te horen over betaling
* Moesten gevoelens van vrouw zo goed mogelijk neerschrijven
* Dubbelblind experiment
* Vrouwen meer accurate inschatting, ook betere inschatting bij betaalconditie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sarah105. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $13.07. You're not tied to anything after your purchase.