Learning Objectives in week 1:
1. Students are able to explain the difference between ‘past’ and ‘history’;
2. ! They are able to explain the difference between mythology and the writing of history
(historiography) and provide historical examples to illustrate these differences;
3. They are able to explain the differences between cyclical and linear historical writing and
recognise these differences in an historical text;
4. They are able to explain the processes that led to the emergence of modern historical
scholarship and put these processes in context;
5. They are able to formulate a substantiated position with regard to the subject of ‘progress’
in historical writing.
Main concepts dealt with in week 1:
1. History: res gestae and historia rerum gestarum
2. Historiography
3. Cyclical and linear time
4. Historical consciousness
Tutorial session 1 (06-01-2020)
De doelstellingen van Donnelly en Norton:
‘Doing History’ presenteert de ideeën en debatten die vormen hoe we vandaag de dag
geschiedenis beoefenen:
- Argumenten over de ‘nature’ van historische kennis;
- Over de functie van geschiedschrijving;
- Of we echt kunnen weten wat er in het verleden is gebeurd;
- Op wat voor bronnen historici afhangen;
- En of de historicis’ versie van de geschiedenis meer waarde heeft dat die van populaire
geschiedenis.
Waarom is dit belangrijk?
- Om de literatuur die je gebruikt kritisch te kunnen beschouwen;
- Omdat verschillende perspectieven op het vakgebied verschillende interpretaties van het
verleden opleveren. Ze bepalen onder andere hoe bepaalde periodes, processen,
gebeurtenissen worden geïnterpreteerd en verklaard;
- Welke onderwerpen bestudeerd worden;
- Welke stemmen gehoord worden;
- Wat telt als ‘echte’ geschiedschrijving;
- Wie historicus kan zijn/worden;
- Welke culturen en intellectuele tradities belangrijk worden gevonden;
- Wat als ‘’bewijs’’ geldt - m.a.w. welke bronnen gebruikt worden.
,Wat is geschiedenis?
(Volgens Donnelly en Norton p.3) ‘is usually taken to refer to the activity with the ‘past’ as the
object of that inquiry’.
Het verschil tussen ‘verleden’ en ‘geschiedenis’
Het verleden: alles wat gebeurd is, wat achter ons ligt.
Geschiedenis: de bewerking van de sporen uit het verleden tot een verhaal.
Er zijn twee betekenissen van het woord ‘geschiedenis’:
- Res Gestae: het historisch proces - de dingen die in het verleden gebeurd zijn.
- Historiae Rerum Gestarum: de verhalen over het verleden.
Donnelly en Norton maken een onderscheidt tussen twee soorten historische vragen:
1. een vraag over een aspect uit het verleden dat uitleg of interpretatie vereist. Vragen als
‘waarom begon de Franse revolutie (1789)?’. Dit is Res Gestae.
2. een vraag over de manier waarop de geschiedenis wordt geschreven. ‘Hoe staat het
standpunt van historicus A in verhouding tot het standpunt van historicus B?’. Dit is Historiae
Rerum Gestarum.
Kunnen we wat zeggen over het verleden?
De twee uiterste posities in het debat:
Enerzijds: historici die van mening zijn dat hun werk in een vrij directe relatie tot het
verleden staat - Het verleden is kenbaar en historici kunnen het waarheidsgetrouw
beschrijven - Geschiedschrijving als reconstructie (van het verleden).
Anderzijds: historici die van mening zijn dat hun werk vooral in verhouding staat tot de
manier waarop zij bronnen gebruikt - Geschiedschrijving als bestudering van de sporen uit
het verleden - Geschiedschrijving als constructie.
Wat is geschiedwetenschap? - Uiterlijke kenmerken
- Organisatie en infrastructuur
- Groep professionele historici
- Jargon: historische en theoretische begrippen zoals Verlichting, causaliteit, ‘historische
doodzonden’
- Specialisaties
Wat is geschiedwetenschap? - Inhoudelijke kenmerken
- Basiselementen zijn ‘’’vastgestelde feiten’’, gepresenteerd in een samenhangend narratief
- Bewijsvoering: gebruik van controleerbare bronnen en methoden
- Argumentatie dwang: logische opbouw van betoog
- Pluraliteit van perspectieven: hoor en wederhoor
- Onafhankelijkheid en onpartijdigheid
- Debat
Historisch besef
, 1. Tijd
Besef van de verschillende status van het heden en het verleden
2. Realiteit
Bewustzijn over het verschil tussen historische realiteit en fictie
3. Historiciteit
Context, continuïteit en verandering
Motivaties voor de bestudering van het verleden
1. Het verleden verkennen en ontdekken; nostalgie, escapisme, detective
2. Onthullen van het lot der mensheid; lineaire tijd, plot (vast verloop), teleologie,
metanarratief (een allesomvattend geschiedverhaal, speculatieve geschiedschrijving)
3. Dienen van politieke of ideologische belangen; nationalisme/nationale identiteit, ‘history
from below’
4. Lessen leren uit het verleden; analogieën trekken, cumulatieve kennisvermeerdering.
Waarom het verleden bestuderen?
Vaardigheden:
- Nadenken over verschillende denkwijzen, processen, gebeurtenissen.
- Uitbreiden van vocabulair en denkwijze - opvattingen en ideeën herkennen in teksten.
- Complexe data analyseren, tegenstrijdige opvattingen en interpretaties synthetiseren,
kritisch lezen enz..
Waarom doen historici wat zij doen? Wat willen zij bereiken?
- Kennis over het verleden is nodig om het heden te begrijpen; realiseer je dat het heden niet
uniek is. Historische verandering is constant.
- Teveel vasthouden aan het verleden verhindert kritisch denken over het heden; wees op je
hoede wanneer het verleden ter argumentatie van de status quo in het heden wordt gebruikt.
Er zijn feiten vastgesteld: intersubjectieve feiten. Dit is om bijvoorbeeld Holocaust
ontkenners te voorkomen.
Tutorial session 2 (08-01-2020)
Historische ‘doodzonden’
Determinisme:
‘’oogkleppen’’. Geen ruimte houden voor andere mogelijkheden.
Anachronisme
Fout tegen de tijdrekening (landsgrenzen).
Presentisme:
Het heden als norm nemen - het heden als maatstaf gebruiken bij de beoordeling van het
verleden.
Finalisme:
Naar een doel toeschrijven. (Teleologie: geschied-speculatieve systemen)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sorayaesmee. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.60. You're not tied to anything after your purchase.