100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hoofdlijnen Nederlands recht, ISBN: 9789001593193 Publiek- En Privaatrecht $4.25
Add to cart

Summary

Samenvatting Hoofdlijnen Nederlands recht, ISBN: 9789001593193 Publiek- En Privaatrecht

6 reviews
 323 views  55 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

samenvatting van de hoofdstukken 1, 2, 3, 4, 5, 7, 8, 9, 10, 11 en 12 van het boek Hoofdlijnen Nederlands recht voor het vak privaat- en publiekrecht.

Preview 4 out of 40  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1, 2, 3, 4, 5, 7, 8, 9, 10, 11 en 12
  • September 30, 2021
  • 40
  • 2021/2022
  • Summary

6  reviews

review-writer-avatar

By: luukvolkerink1 • 2 months ago

review-writer-avatar

By: jeannotzeilstra • 6 months ago

review-writer-avatar

By: asenadeveli2005 • 1 year ago

review-writer-avatar

By: kristinasavic1335 • 2 year ago

review-writer-avatar

By: anouk-peeters • 2 year ago

review-writer-avatar

By: elvan4life • 2 year ago

avatar-seller
Samenvatting privaat en publiekrecht
(Hoofdlijnen Nederlands Recht)
Privaatrecht:
Hoofdstuk 1 terreinverkenning
Het recht kent 4 functies:

- Normatieve functie -> normen en gedragsregels waarborgen.
- Geschil oplossende functie -> het recht bepaalt of iemand wordt gestraft, jij niet.
- Additionele functie -> als je als burger bepaalde zaken niet hebt afgesproken met iemand
anders, dan kan het recht voor je beslissen.
- Instrumentele functie -> afspraken in Nederland, bijvoorbeeld iedereen rijdt rechts.

In Nederland kennen we 4 rechtsbronnen: De wet, het verdrag, de jurisprudentie en de gewoonte.

De wet:

Privaatrecht: (civiele recht of burgerlijk recht ook wel genoemd).

1. Het personen- en familierecht: regelt zaken als geboorte, huwelijk, geregistreerd
partnerschap, echtscheiding, adoptie, ondercuratelestelling en de regeling van het
vermogen tussen echtgenoten. Te vinden voornamelijk in BW 1.
2. Het vermogensrecht: alle geld waardeerbare handelingen tussen burgers onderling waaraan
juridische gevolgen zijn verbonden. Voornamelijk te vinden in BW 3, 5 en 6.
3. Ondernemingsrecht: recht dat alles regelt wat betreft bedrijven en ondernemingen.
4. Burgerlijk procesrecht: de regels voor het voeren van juridische procedures die op het
terrein van het privaatrecht van toepassing zijn.

Procederen: naar de rechter toestappen om een geschil op te lossen, hier komt geen derde partij
aan de orde. De burger moet zelf naar de rechter stappen.

Onderverdeling Privaatrecht:

Privaatrecht

Personen- en Burgerlijk
Vermogenrecht Ondernemingsrecht
familierecht procesrecht

Publiekrecht:

1. Strafrecht: kenmerkend voor dit deel van het recht is dat de staat door middel van het
Openbaar ministerie (OM) actief optreed om sancties (boete, gevangenisstraf en dergelijke)
te eisen bij overtreding van de normen. Verschil met het privaatrecht: de overheid zal zich
bij het privaatrecht als de burger geen actie onderneemt, ook niet verder mee bemoeien. Bij
strafrecht bezit de staat een monopolie positie. Alleen het OM kan tot vervolging van
strafbare feiten overgaan, zo luid de hoofdregel. Het privaatrecht (specifiek
vermogensrecht) en strafrecht zijn op een bepaalde manier met elkaar gebonden.
Bijvoorbeeld: een ongeval. Als een persoon iemand anders geen voorrang verleent en dat
voor het ongeval zorgt, dan is er zowel sprake van een strafbaar feit als privaatrechtelijk.
Namelijk, er moet ook schade vergoed worden.

, 2. Staatrecht: regelt de wijze waarop het Nederlandse staatsbestel wordt vormgegeven en de
invloed die de burgers daarop kunnen uitoefenen.
3. Bestuursrecht: Dit heeft betrekking op de mogelijkheden die de overheid heeft om
regulerend op te treden ten aanzien van de maatschappij.

Onderverdeling publiekrecht:

Publiekrecht



Strafrecht Staatsrecht Bestuursrecht

Wetgevers:

Centraal niveau Decentraal niveau Decentraal niveau
Regering + Staten-Generaal Provinciale staten Gemeenteraad
Naam: Wet Naam: Verordening Naam: Verordening


Rangorde tussen wetgevende organen:

- Hoog boven laag -> provincie boven gemeente bijvoorbeeld
- Bijzonder boven algemeen -> bijzondere wetten gaan boven algemene wetten
- Jong boven oud -> jongere wetten gaan boven oudere wetten

Wet in formele zin: Een wet die tot stand is gekomen door regering en Staten-Generaal gezamenlijk
(nationale wetgever).

Wet in materiële zin: iedere regeling van een wetgever die geschreven is voor een onbepaald aantal
en dus niet bij naam genoemde personen.

Verdrag:

Een verdrag is een afspraak, een overeenkomst, gesloten door twee of meer staten.

1. Bilateraal verdrag -> een verdrag tussen twee landen
2. Multilateraal verdrag -> verdrag gesloten tussen twee of meer landen

Jurisprudentie:

Recht wordt gesproken door een enkele rechter (unus) of door een rechterlijk college. Hun
beslissingen worden vonnissen, arresten of uitspraken genoemd. De benaming hangt af van de
rechter of het college dat de uitspraak doet.

 Een vonnis wordt als hoofdregel door de rechtbank gegeven;
 Een arrest wordt gewezen door een gerechtshof en de Hoge Raad;
(De Rechtbank, gerechtshof en Hoge Raad zijn vooral actief op: privaatrecht,
ondernemingsrecht en strafrecht).
 Uitspraken zijn de beslissingen op alle andere terreinen van het recht van rechters of
rechtscolleges.

Interpretatiemethoden:

De rechter heeft een aantal hulpmiddelen bij het specificeren van de betekenis van een woord of

,zinsnede. Deze hulpmiddelen worden interpretatiemethoden genoemd.

1. De grammaticale interpretatiemethode
- Uitleg van een woord knoopt de rechter aan bij de betekenis die het heeft in het alledaagse
spraakgebruik.
2. De wetshistorische interpretatiemethode
- Bekijkt de parlementaire geschiedenis
- Wanneer een woord of zinsnede onduidelijk is, kan de rechter de parlementaire stukken
raadplegen.
3. De anticiperende interpretatiemethode
- Wanneer een wet er nog niet helemaal doorheen is, maar wel bijna, kan de rechter zich
hierop beroepen.
4. De rechtsvergelijkende interpretatiemethode
- Kijkt naar buitenlandse wetten waarin hetzelfde is geregeld hoe het daar wordt
geïnterpreteerd.
5. De systematische interpretatiemethode
- Wetsartikelen staan nooit op zichzelf, maar zij maken onderdeel uit van een groter geheel.
- Als de rechter deze methode toepast dan legt hij een woord of zinsnede uit een wettelijke
bepaling uit aan de hand van de regeling waarvan die bepaling onderdeel uitmaakt.
6. De teleologische interpretatiemethode
- Een wet wordt altijd met een bepaald doel uitgevaardigd.
- Bij deze methode doet de rechter een beroep op de bedoeling die de wetgever met de
regeling heeft gehad.
7. Overige interpretatiemethode
- Privaatrecht:
 Precedenteninterpretatie -> verwijzen naar uitleg van onduidelijke bewoording
 Redelijkheid en billijkheid


Redeneerwijzen:

1. A-contrarioredenering -> Redenering waarbij de rechter ervan uitgaat dat een bepaalde
rechtsregel niet van toepassing is, omdat die regel uitsluitend is geschreven voor de gevallen
die uitdrukkelijk in die regel worden genoemd.
2. Redenering naar analogie -> De rechter stelt zich op het standpunt dat een bepaalde kwestie
(die niet wettelijk geregeld is) zoveel lijkt op een kwestie waarin de wet wel voorziet, dat de
laatste regel ook van toepassing wordt verklaard op de niet geregelde kwestie.

Gewoonte:

1. Vaste gedragslijn -> Binnen de groep in kwestie handelt men overeenkomstig de gegroeide
opvatting.
2. Rechtsplicht -> zij achten zich moreel verplicht de regel te volgen.
Als er aan deze twee voorwaarde is voldaan, is er sprake van gewoonterecht. De regel behoort tot
de rechtsbron en men kan er en beroep op doen voor de rechter.
Materieel en formeel recht:
Materieel recht:
- Heeft te maken met hetgeen wat wel en niet mag
- Gebonden en verbonden
- Inhoudelijk van aard

, Formeel recht:
- Procesrecht
- Hoe moet je procederen?
- Welke rechten en plichten heb ik dan?
Dwingend en aanvullend recht
Dwingend recht:
- Recht waarvan je niet mag afwijken
- Ook al vindt men dat het er sterk op lijkt, mag je er nog steeds niet van afwijken
- Deze woorden staan er meestal in: moeten, nietig.
Aanvullend recht:
- Kan men wel van afwijken
- Voorwaarde: beide partijen moeten akkoord gaan met deze afwijking
- Kunnen staat erin
Objectief en subjectief recht
Objectief recht:
- Geldende recht -> positief recht
- Objectief recht is het geheel van regels dat uit alle al eerdergenoemde rechtsbronnen
voortvloeit.
Subjectief recht:
- Voor individu
- Voor natuurlijke personen
- Ook rechtspersonen kunnen subjectieve rechten bezitten
 Rechtspersoon is een ondernemingsvorm die zelfstandig aan het maatschappelijk
verkeer deelneemt (nv, bv).
Let op!
- De overheid kan ook als burger optreden, dus ook in het privaatrecht terechtkomen.
- Bij het burgerlijkprocesrecht dient de burger zelf in actie te komen. De overheid grijpt niet
in, maar dit moet jij doen.


Hoofdstuk 2 Verbintenissenrecht – de overeenkomst
Een overeenkomst is een afspraak gemaakt door twee of meer personen (partijen),met het doel dat
daaruit rechten en plichten voortvloeien, noemen we een obligatoire of verbintenis scheppende
overeenkomst.

Wederkerige overeenkomst: overeenkomst waarbij beide partijen ten minste zowel een recht
verkrijgen als en plicht op zich nemen. Bijv. Huurovereenkomst.

Eenzijdige overeenkomsten: afspraken waarbij slechts één verbintenis voortvloeit, in tegenstelling
tot de wederkerige overeenkomst, waaruit ten minste twee verbintenissen ontstaan. Bijv.
schenkingsovereenkomst.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jilldejonge12. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.25  55x  sold
  • (6)
Add to cart
Added