100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Begrippenlijst Neurobiologische achtergronden A $3.18
Add to cart

Summary

Samenvatting Begrippenlijst Neurobiologische achtergronden A

 8 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Een begrippenlijst voor Deeltentamen A van Neurobiologische achtergronden.

Preview 2 out of 6  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1, 2, 3 & 11
  • September 30, 2021
  • 6
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Neurobiologische achtergronden Begrippenlijst

Chapter 1 – Introduction to Social Neuroscience
- Hyperscanning = het tegelijk bestuderen van twee of meer hersenen.
The emergence of social neuroscience
- Sociale psychologie = een poging om gedachten, gevoelens en gedragingen van
individuen, die beïnvloed worden door de aanwezigheid van anderen, te begrijpen en
te verklaren.
- Cognitieve psychologie = de studie van mentale processen, zoals denken,
ontvangen, praten, gedragen en plannen.
- Ecological validity = een benadering of maat die buiten het laboratorium gebruikt
kan worden.
The social brain?
- Modulariteit = bepaalde cognitieve processen of hersendelen zijn beperkt in het type
informatie wat zij kunnen verwerken.
- Domein specifiteit = een cognitief proces of hersendeel is gespecialiseerd in het
verwerken van één type informatie.
Is neuroscience an appropriate level of explanation for studying social behavior?
- Reductionisme = een verklaring wordt na verloop van tijd vervangen door een
andere en makkelijkere verklaring.
- Reverse inference = een manier om bruggen te bouwen tussen de verschillende
niveaus van verklaren waarbij geprobeerd wordt om de natuur van cognitieve
processen af te leiden van neurowetenschappelijke data.
- Forward inference = het tegenovergestelde van reverse inference, dit houdt in dat
neurowetenschappelijke data afgeleid wordt van cognitieve processen.
- Blank slate = het brein leert dingen uit de omgeving zonder van tevoren kennis te
hebben over deze dingen.
- Culturele neurowetenschappen = een interdisciplinair onderzoeksveld wat culturele
psychologie, neurowetenschappen en neurogenetica samenbrengt.
- Gene-culture co-evolution = cultuur kan invloed hebben op de frequentie van
genen die aanwezig zijn in een populatie en genen hebben invloed op culturele
evolutie.
- Collectivistische cultuur = individuen uit een cultuur delen dezelfde doelen.
- Individualistische cultuur = individuen uit een cultuur hebben eigen doelen.

Chapter 2 – The Methods of Social Neuroscience (boxes)
Structure and function of the neuron
- Neuronen = hieruit bestaat het zenuwstelsel.
- Dendrieten = ontvangen informatie van andere neuronen waardoor communicatie
mogelijk is.
- Axon = zendt informatie naar andere neuronen.
- Synaps = een kleine ruimte tussen het axon van de presynaptische neuron en de
dendrieten van de post-synaptische neuron waarin neurotransmitters vrijkomen.
- Actiepotentiaal = een verandering in elektrische verhoudingen tussen het neuron en
de buitenkant van het neuron.
- Neurotransmitters = chemische signaalstoffen die de synaptische werking van de
neuronen beïnvloeden.
- Centraal zenuwstelsel = hersenen en ruggenmerg.
- Perifeer zenuwstelsel = lichaamszenuwen.
- Somatisch zenuwstelsel = bewuste/vrijwillige controle van spieren, zoals grijpen,
en sensorische informatie.

, - Autonoom zenuwstelsel = onbewuste/onvrijwillige controle van lichaamsfuncties,
zoals ademhalen of je hartslag.
- Sympathisch zenuwstelsel = beschikbaar maken van energie.
- Parasympatisch zenuwstelsel = bewaren van energie.
The organization and structure of the brain
- Rhombencefalon = achterste hersenen, bestaat uit de medulla, pons en cerebellum.
- Mesencefalon = middelste hersenen, bestaat uit het tectum, tegmentum, colliculi en
substantia nigra.
- Prosencefalon = voorste hersenen, bestaat uit de diencefalon en telencefalon.
- Medulla = verlengde van het ruggenmerg en is belangrijk voor vitale reflexen.
- Pons = de plek waar zenuwbanen kruisen van de ene kant naar de andere kant.
- Cerebellum = kleine hersenen en is belangrijk voor motoriek en voor coördinatie van
activiteit in verschillende hersengebieden.
- Hersenstam = bestaat uit de medulla, pons en middelste hersenen.
- Diencefalon = bestaat uit de thalamus en hypothalamus.
- Telencefalon = bestaat uit de cerebrale cortex, limbisch systeem en basale ganglia.
- Thalamus = ‘relay station’ voor binnenkomende informatie.
- Hypothalamus = ‘relay station’ voor lichaamsfuncties, of te wel output.
- Cerebrum = bestaat uit de occipitaalkwab, temporaalkwab, parietaalkwab en
frontaalkwab.
- Occipitaalkwab = verantwoordelijk voor gezichtsvermogen.
- Temporaalkwab = verantwoordelijk voor gehoor, visuele functies en taalfuncties.
- Parietaalkwab = verantwoordelijk voor sensorische functies en aandacht.
- Frontaalkwab = verantwoordelijk voor motoriek, executieve functies en aspecten
van geheugen en emotie.
- Limbisch systeem = bestaat uit gyrus cinguli, fornix, hippocampus en amygdala en
is belangrijk voor emotioneel gedrag.
- Basale ganglia = bestaat uit nucleus caudate, putamen en globus pallidus en is
belangrijk voor motoriek en voor hersenactiviteit in andere gebieden.
- Gyri = de verhoogde stukken van de cortex.
- Sulci = de lagere stukken van de cortex.

Chapter 2 – The Methods of Social Neuroscience
- Temporale resolutie = geeft aan met welke accuraatheid een methode kan meten
wanneer een gebeurtenis in het brein zich voordoet.
- Spatiele resolutie = geeft aan met welke accuraatheid een methode kan meten waar
een gebeurtenis in het brein zich voordoet.
- Invasiteit = of de apparatuur zich binnen of buiten het brein bevindt.
Measuring behavior and cognition: psychological methods
- Mentale chronometrie = het bestuderen van de tijdsduur van informatieverwerking
in het menselijk zenuwstelsel.
- Speed-accuracy trade-off = als mensen sneller willen reageren, is het vaak zo dat
ze minder accuraat reageren.
- Preferential looking = bij onderzoek bij kinderen worden twee stimuli gepresenteerd
waarbij de tijd dat een kind naar beide stimuli kijkt, gemeten wordt.
- Habituatie = bij onderzoek bij kinderen vermindert de aandacht van de kinderen voor
een steeds herhaalde stimulus.
- Inter-rater reliability / inter-observer reliability = de mate waarin twee aparte
observeerders dezelfde observaties doen.
- Blind scoring = de observeerder is zich niet bewust van de gebeurtenis die wordt
gemeten.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nadinedevogel. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.18. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

47561 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$3.18  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added