Les 1
2.1 Atomic theory of matter
Griekse filosofen dachten dat de materiële wereld moest bestaan uit kleine ondeelbare
deeltjes die ze atomen noemden. Later werd er gedacht dat dat helemaal niet kon en de
gedachte verdween voor vele eeuwen. Het kwam terug toen wetenschappers probeerde de
eigenschappen van gas uit te leggen lucht bestaat uit iets onzichtbaars en is constant in
beweging, je kunt de beweging van de wind zelfs voelen.
Toen scheikundigen leerden de hoeveelheden elementen te meten die met elkaar
reageerden om nieuwe stoffen te vormen, werd de basis gelegd voor een atoomtheorie die
het idee van elementen koppelde aan het idee van atomen. De theorie van Dalton legt
verschillende wetten van chemische combinatie uit die in zijn tijd bekend waren, waaronder
de wet van constante samenstelling in een verbinding zijn de nummers en soorten
atomen gelijk. Het legt ook de wet van behoud van massa uit, de massa voor de pijl is
hetzelfde als de massa na de pijl. Hij heeft ook de wet van meerdere proporties, je hebt 2
elementen (a en b) die kunnen combineren en dan meerdere soorten verbindingen vormen.
Je hebt waterstofperoxide en water. Ze bestaan beide uit waterstof en zuurstof.
water 8 gram zuurstof en 1 gram waterstof
waterstofperoxide 16 gram zuurstof en 1 gram waterstof
de verhouding is dan 2:1 want je hebt bij waterstofperoxide twee keer zoveel zuurstof
atomen per waterstof atoom.
2.3 the modern view of atomic structure
met 3 subatomische deeltjes kunnen we goed een atoom weergeven:
- proton
- neutron Ze hebben veel invloed
- elektron op chemische gedrag
The lading van een elektron is -1,602*10 -19 C en dat van een proton +1,602*10 -19 C. deze
hoeveelheid noem je de elektronenlading. De lading die meestal gebruikt worden zijn:
Particle charge Mass (u)
proton +1 1,0073
neutron 0 1,0087
electron -1 5,486*10 -4
Een atoom heeft evenveel protonen en neutronen en heeft daarom geen lading.
Protonen en neutronen zitten samen in de kern van een atoom, die heel erg klein is de
overgrote meerderheid van een atoomvolume is de plek waar de elektronen zitten. De
elektronen worden naar de protonen in de kern toegetrokken doordat er een kracht is
tussen deeltjes met een tegengestelde lading.
Atomen hebben enorm kleine massa’s en daarom is het niet handig om de massa van een
atoom in gram te geven. Er is daarom een nieuwe eenheid genaamd verenigde atomaire
massa-eenheid (u)
1u=1,66054*10 -24 gram
protonen zijn veel zwaarden dan elektronen en daarom heeft de kern de meeste massa van
een atoom. Omdat de diameter van een atoom ook zo klein is gebruiken we niet meter maar
picometer
1pm=1*10 -12 meter
1
, Omdat de kern zo klein is maar zo’n grote massa heeft, heeft het een enorme dichtheid.
Wat maakt een atoom van een element anders dan een atoom van een ander element. Alle
atomen van een element hebben een ander aantal protonen atoomnummer. Omdat een
atoom geen lading heeft is de hoeveelheid elektronen hetzelfde als de hoeveelheid
protonen. Een atoom van een bepaald element kan niet een ander aantal protonen hebben,
maar wel ander aantal neutronen en dus een andere massa. De neutronen+protonen noem
je ook wel massagetal. Atomen met hetzelfde atoomnummer, maar een ander massagetal
(evenveel protonen, maar niet neutronen) noem je isotopen.
2.4 atomic mass
Atomen zijn kleine stukjes materie en hebben dus een massa.
1u=1,66054*10 -24 gram
1g= 6,02214*10 23 u
De molaire massa die wij gebruiken is een gemiddelde, daarom kunnen sommige stoffen
daar iets vanaf zitten.
2.5 the periodic table
de elementen staan in de volgorde van oplopend atoomnummer. De horizontale rijen noem
je perioden. De verticale rijen noemen we de groepen. Aan de linkerkant van het periodiek
systeem, op waterstof na, vind je de metalen.
Metalen:
- glans
- hoge elektrische en warmtegeleiding
- met uitzondering van kwik bij kamertemperatuur vaste stoffen.
De metalen en niet-metalen worden gescheiden door een trapvormige lijn die loopt van
boor naar astatine. Veel elementen die langs de scheidingslijn liggen hebben eigenschappen
die tussen metalen en niet-metalen inliggen metalloïden. Aan de rechterkant vind je de
niet-metalen.
2.6 molecules and molecular compounds
een atoom is het kleinste representatieve monster van een element, maar alleen edelgassen
zijn geïsoleerd te vinden in de natuur. Een materie is gevormd uit moleculen of ionen, die
beide bestaan uit atomen. Een molecuul is een verzameling van twee of meer atomen die
stevig met elkaar verbonden zijn.
In de natuur vind je veel elementen in de moleculaire vorm twee of meer atomen van
hetzelfde type zijn verbonden O2
een molecuul dat bestaat uit twee atomen noem je een diatomisch molecuul. Je hebt ook
een andere vorm van zuurstof namelijk ozon O3. Molecuul dat uit meer dan 2 atomen
bestaat noem je een polyatomisch molecuul.
Verbindingen die bestaan uit moleculen noem je moleculaire verbindingen, ze kunnen
bestaan uit verschillende atomen.
Chemische formules die aangegeven wat de nummer en soort van de atomen zijn noem je
molecuulformules. Chemische formules die alleen het relatieve nummer van de atomen
aangeven zijn empirische formules. De molecuulformule voor waterstofperoxide is H2O2 en
de empirische formule is HO. Het is altijd het kleinst mogelijke. Molecuulformules geven
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chelsea789. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.