100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Antwoorden op de BPOP opdracht $6.43   Add to cart

Essay

Antwoorden op de BPOP opdracht

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Alle antwoorden op de opdracht van BPOP

Preview 2 out of 6  pages

  • September 30, 2021
  • 6
  • 2020/2021
  • Essay
  • Unknown
  • 8-9
avatar-seller
1a. Volgens Jim van Os (2017) zijn de symptomen van psychotisch gedrag: manie, depressie, cognitieve
problemen, motivatieproblemen en psychotische ervaringen (wanen en hallucinaties). Volgens Barlow en
Durand (2011) zijn de symptomen van psychotisch gedrag: positieve symptomen (wanen en hallucinaties),
gedesorganiseerde symptomen (een aantal gedragingen die voor gestoorde spraak, motoriek en emotionele
reacties zorgen) en negatieve symptomen (emotionele en sociale teruggetrokkenheid, apathie en
tekortkomingen in spraak). Het verschil tussen het boek van Barlow en Durand (2011) en Jim van Os (2017)
is dat Jim van Os wanen en hallucinaties samenvoegt tot het begrip psychotische ervaringen, terwijl in het
boek deze klachten onder positieve symptomen vallen. Daarnaast voegt Jim van Os nog meer symptomen
toe die onder psychotisch gedrag vallen, zoals manie, depressie, cognitieve problemen en
motivatieproblemen. Jim van Os heeft dus een bredere definitie van psychotisch gedrag.

1b. Jim van Os zegt: ‘Psychosegevoeligheid is het vermogen om betekenis te geven aan de interne wereld
en de wereld om je heen.’ Dit vermogen heeft ieder persoon nodig om de wereld om zich heen te kunnen
begrijpen en te interpreteren. Echter is het wel zo dat personen verschillen in de mate van
psychosegevoeligheid. Bij een klein gedeelte van de mensen die zich bevinden in de categorie ‘veel’
psychosegevoeligheid, kan die psychosegevoeligheid zich uiten in klachten.

1c. Voordeel: Ten eerste als de symptomen van een cliënt veranderen, verandert ook de DSM-diagnose. Bij
het psychose-spectrumsyndroom is dit niet het geval, omdat deze alle DSM-diagnoses omvat. Er wordt dus
maar één keer een diagnose gesteld. Dit zorgt voor minder verwarring bij de cliënt en de familie van de
cliënt. Ten tweede is er een enorme overlap in de verschillende DSM-diagnoses. Ze hebben niet veel
verschil in de symptomen, behandeling en beloop. Jim van Os zegt dan ook dat het alleen maar
verschillende uitingen zijn van dezelfde onderliggende ziekte. Door de diagnose psychose-
spectrumsyndroom te geven, geef je de onderliggende ziekte juist een naam en niet de uitingen. Zo is er en
enorme overlap meer in de diagnoses.
Nadeel: Jim van Os geeft als kritiek op de DSM-diagnoses, dat ze niet voorspellen hoe de ziekte
zal gaan verlopen (prognose). Echter is dit ook niet het geval bij het psychose-spectrumsyndroom, want
onder deze diagnose vallen heel veel mensen die verschillende soorten klachten hebben. Daarbij veranderen
deze klachten in de loop van de tijd. Wat betekent dat er bij het psychose-spectrumsyndroom dus ook veel
verschillende onbekende prognoses zijn. Ten tweede door de diagnose psychose-spectrumsyndroom te
geven, zouden zorgverzekeraars wel eens geneigd kunnen zijn om minder te vergoeden als de dimensionele
symptoomscore een lichte problematiek aangeeft (van Os, 2014).

2a. Ten eerste zaait de term schizofrenie verwarring. Het is het griekse woord voor ‘gespleten geest’, echter
is er geen sprake van een gespleten geest tijdens een psychose. Ten tweede heeft elk land en elke psychiater
een eigen definitie van schizofrenie. Vanwege verschillend gebruik van de DSM of de ICD heeft elk land
andere criteria voor een diagnose. Ten derde is schizofrenie gedefinieerd als een slechte prognose. Volgens
Jim van Os heeft een klein gedeelte van de mensen met de diagnose schizofrenie een slechte prognose,
maar een ander gedeelte herstelt volledig. De ziekte heeft dus een erg variabel beloop. Ten vierde heeft
schizofrenie als ‘vreselijke hersenziekte’ de rest van het psychose spectrum weggedrukt en onzichtbaar
gemaakt. Tot slot worden alle psychoses bekeken vanuit de schizofrenie bril. Dit komt omdat het meeste
onderzoek naar schizofrenie wordt gedaan en daar dus ook de meeste kennis over beschikbaar is. Terwijl
maar 30% van de psychotische mensen voldoet aan de criteria van schizofrenie en de resterende 70% een
van de andere DSM-diagnoses heeft.

, 2b. In het boek wordt vermeld dat het dopaminesysteem overactief is bij mensen met schizofrenie. Het
dopaminesysteem bevindt zich in de hersenen. De aanwezigheid van veel dopamine in de nucleus
accumbens zorgt voor positieve symptomen zoals wanen en hallucinaties. Daarentegen zorgt weinig
dopamine in de prefrontale cortex voor negatieve symptomen, zoals apathie en verstoring in de
motorcortex. Tevens wordt in het boek vermeld dat in sommige gevallen sprake is van grotere ventrikels
in de hersenen. Ook zouden de frontale gebieden in de hersenen minder activiteit vertonen, ofwel
hypofrontaliteit. Dit staat lijnrecht tegenover Jim van Os die beweert dat schizofrenie geen hersenziekte is.
De discrepantie tussen het boek en Jim van Os kan worden verklaard doordat het boek is gepubliceerd in
2011 en het mini-college van Jim van Os is gepresenteerd in 2018/2019. In de tussentijd zijn er meerdere
wetenschappelijke artikelen gepubliceerd met betrekking tot schizofrenie als een hersenziekte. Rond 2013
begint er kritiek te komen op het feit dat schizofrenie een hersenziekte is, bijvoorbeeld in het artikel van
Zipursky, Reilly en Murray (2013).

3a. De categorische visie stelt dat er een harde grens is tussen normaal en pathologisch gedrag. Volgens
deze visie zijn symptomen het gevolg van een stoornis, wat gepaard gaat met een diagnose (Renard,
Pijnenborg & Huntjens, 2015). Zo zal bij een persoon sprake moeten zijn van cognitieve en emotionele
disfunctionaliteiten voor een bepaalde tijdsduur, tot de diagnose schizofrenie toegekend mag worden. De
dimensionele visie stelt dat de grenzen tussen normaal en pathologisch gedrag minder hard zijn dan de
categorische visie doet vermoeden. Deze visie stelt dat symptomen van mensen met een diagnose niet
categorisch verschillen dan de ervaringen van niet-cliënten. Bijvoorbeeld de achterdocht van een persoon
met achtervolgingswaan is niet verschillend van de achterdocht die niet-cliënten kunnen ervaren. In plaats
van symptomen als categorieën te zien, bekijkt deze visie ze als uitersten van gevoelens, ervaringen en
gedragingen die ook bij niet-cliënten kunnen voorkomen. Volgens deze visie bezit ieder mens dus het
vermogen om psychotische ervaringen te doorstaan (Renard, Pijnenborg & Huntjens, 2015).

3b. De DSM-5 is gebaseerd op de categorische visie. De DSM-5 is een handboek dat een aantal
verschillende stoornissen beschrijft en hierbij mogelijke symptomen aangeeft als criteria. Een cliënt moet
aan een aantal van deze symptomen lijden voor een bepaalde tijd om een diagnose toegekend te krijgen
(Renard, Pijnenborg & Huntjens, 2015).

3c.




Figuur 1. Een spinnenweb van een symptoomprofiel van een hypothetische patiënt met schizofrenie. De rode lijnen geven de
mate van ernst weer in het figuur. Zo is te herleiden dat deze patiënt lijdt aan psychose, motivationele beperkingen en cognitieve
beperkingen. Tevens is er af te leiden dat deze patiënt minder lijdt aan manie en depressie.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller bahar2020. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.43
  • (0)
  Add to cart