Samenvatting Grondslagen van de Geschiedbeoefening | Uitgebreid overzicht filosofen per week
105 views 15 purchases
Course
Grondslagen Van De Geschiedbeoefening (GK3V14001)
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
Book
Wetenschapsfilosofie voor geesteswetenschappen
Uitgebreide tabel met de belangrijkste punten per filosoof | Uitstekende bron voor de voorbereiding op het mondeling tentamen | Gebaseerd op Leezenberg en De Vries, Herman Paul en Pieter Huistra's colleges
Reading questions + answers Philosophy of the Humanities 1
Lecture notes of Philosophy of the Humanities 1
All for this textbook (11)
Written for
Universiteit Utrecht (UU)
Geschiedenis
Grondslagen Van De Geschiedbeoefening (GK3V14001)
All documents for this subject (17)
Seller
Follow
svalan
Content preview
Grondslagen van de Geschiedbeoefening
relaties met het verleden
Epistemisch
Gericht op het opdoen van kennis en begrip van het verleden
Week 5, 6: structuralisme en poststructuralisme, postmodernisme
Moreel
Gericht op het trekken van lessen
week 7: historische beroepsethiek
Politiek
Als historisch denken in dienst staat van politieke doelen
week 4: kritische theorie
Esthetisch
Door verhalen in heroïsche vormen te gieten
week 6: narrativisme
Materieel
Mensen zijn een product van hun verleden
week 3: historiseren wereldbeeld, hermeneutiek
, pre-Wetenschappelijke Revolutie
385 - Hanteert een inductieve onderzoeksmethode; hij meent dat onbekende verschijnselen kunnen worden verklaard uit principes die zelf al bekend zijn
Aristoteles 323
BC Hij meende dat we dingen kennen als we er de oorzaken of principes van weten. Er zijn vier vormen: materieel, vorm, bewerking en doel.
Experimenten leiden volgens hem tot niet tot betrouwbare kennis: ze zijn een ingrijpen in de natuur en veranderen die dus.
W
E
Naast aristoteles bestond er ook de middeleeuwse medische traditie, waartoe de sappen theorie behoort. Deze gaat ervan uit dat de mens het E
universum reflecteert: microkosmos en macrokosmos K
500 -
Ptolemaeus meent dat de hemellichamen om de aarde draaien. Dit strookte niet met het bekende beeld, maar zolang het enkel een handig instrument 1
Middeleeuwen 1500
was voor voorspellingen, had niemand er problemen mee
BC
De pseudowetenschappen ontvingen wel veel kritiek uit religieuze hoek; men zou met de wens goud te maken en met astrologie Gods grootheid
trachten te evenaren/ondermijnen
(Begin) 1500- W
Renaissance E
1800 Het humanisme legt de grondslag voor de huidige geesteswetenschappen. meer dan een wetenschappelijke houding was het een levenshouding. E
K
Door de Ottomanen herontdekt men de Klassieke Oudheid. Door de boekdrukkunst (1445) wordt deze kennis verspreid. niet langer is alles Latijn
1
Het is ook en seculiere periode. Er werd niet enkel over God gesproken, ook de mens werd geprezen. Ook werd de bijbel benaderd als een historisch
, ontstaan en overgeleverd document in plaats van een klakkeloos te aanvaarden heilige tekst.
In de loop van de 16e en 17e eeuw werd vrijwel het hele aristotelische bouwwerk afgebroken. Over wat ervoor in de plaats moest komen bestond W
echter geen overeenstemming. Verschillende figuren hebben invloed: E
E
K
Wetenschappelijke revolutie 1543 - 1687
1
1473-
Copernicus Komt met het heliocentrisch model (tegenover geocentrisch model), wetenschappelijke revolutie (zie ook Kants Copernicaanse wending, Kuhn)
1543
Bij hem ontstaat de kloof tussen wetenschappelijke kennis en de ervaring van alle dag.
W
1564-
E
Galileo Galilei Hij meent dat je wiskunde moet kennen om natuurkunde te begrijpen, en ook dat gezond verstand en zintuiglijke waarneming niet volstaat.
1642 E
K
Hij beschouwt ook de natuur als een klok/machine, Later bouwt Newton voort op deze gedachte
1
Bacon 1561-
1626 Meent dat wie kennis op wil doen zelf moet proberen om onbevooroordeelde waarnemingen te doen en niet naar gezaghebbenden moet luisteren
(Kant)
W
In de tijd van Aristoteles deed men dit volgens hem te weinig, er moest op een meer gestructureerde manier kennis vergaard worden. Zo was hij de E
eerste die meende dat wetenschap door groepsactiviteit vooruitgang kon boeken. E
K
Hij hecht meer waarde aan experimentele technieken en de ‘kunstmatige’ effecten die je hiermee opwekt (je moet een leeuw aan de staart trekken om
zijn ware aard te kennen) (dit in grote tegenstelling tot Aristoteles, die meende dat experimenten de werkelijkheid beïnvloeden) 1
, 1643-
Newton
1727
Eerste moderne chemist.
1627-
Boyle
1691
Volgt Bacon. Hij meent dat iets pas als feit kan worden geaccepteerd, als het door meerdere betrouwbare getuigen is waargenomen.
Is het niet met Bacon en Boyle eens.
1588-
Hobbes
1679 Hij meent dat wetenschappelijk onderzoek moet streven naar onbetwijfelbare kennis en mag daarom niet op kunstmatig gecreëerde gegevens stoelen.
Hij verwerpt Boyle’s vacuüm experiment; dit is een kunstmatig en niet representatief voor de werkelijkheid. (Aristoteles)
1596-
Descartes
1650 Scharen zich achter Bacon en Boyle; vinden dat men zelf waarnemingen moet verrichten. Schrijven in een neutrale stijl die dingen en feiten voor zich
moeten laten spreken.
1632- W
Spinoza E
1677 E
Verzetten zich tegen de humanisten en hun opgedirkte taal/retorica. Deze zou beroep doen op passie en niet op verstand. (al zijn ze er sterker door K
1632- beïnvloed dan de geschiedschrijving doet lijken)
Locke
1704
1
Waarom vindt Wetenschapshistorici menen dat het geen breuk was, maar een geleidelijk process. Het humanisme is belangrijk, en de boekdrukkunst. Men wordt seculierder,
de de bijbel wordt niet langer alleen gevolgd, maar ook als een historisch ontstaan en overgeleverd document bestudeerd.
Wetenschappelij
W
ke Revolutie
E
precies hier Erg belangrijk is dat de val van het feodalisme tot het kapitalisme leidt. Hiervoor was er sprake van een sociale barrière, die integratie van wetenschappelijke E
plaats? kennis en praktische vaardigheden voor het uitvoeren van experimenten belemmerde. K
1
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller svalan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.43. You're not tied to anything after your purchase.