100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding politiek en recht (ipr) $11.41   Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding politiek en recht (ipr)

 38 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Een beknopte samenvatting van dit vak ik had 11/20

Preview 4 out of 39  pages

  • October 2, 2021
  • 39
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting: inleiding politiek & recht

HOOFDSTUK 1: Kenmerken van de Belgische staat

1.1HET ONTSTAAN VAN BELGIË

- 1815 – 1830: België 15 jaar deel van Verenigd Koninkrijk der Nederlanden:
staatshoofd – koning Willem I
- Koning Willem: veel kritiek – katholieken waren het niet eens met de inneming van
de koning in de godsdienst (benoemen van bisschoppen), liberalen verzetten zich
tegen het verplicht gebruik van het Nederlands in de administratie en scholen.

- Probleem 1: Nederland waren in hoofdzaak protestanten en de Vlamingen en walen
waren in hoofdzaak Katholiek. Frankrijk was ook Katholiek. Onvrede tegen
inmenging.

- Probleem 2: Iedereen sprak Frans, enkel lagere klasse Nederlands. Koning Willem 1
was toen koning en niet populair. Liberalen tegen Nederlands

- Augustus 1830: monsterverbod op Nederlands -> ongenoegen kwamen op een
gewelddadige manier tot uiting: ‘De stomme van Portici’. Deze rellen groeiden een
paar maand later uit tot de Belgische omwenteling. Belgen konden rekenen op steun
van buurlanden. Omdat Nederland door de Belgische onafhankelijkheid kleiner
wordt. (Frankrijk, Groot-Brittannië, Pruisen) dit is de reden dat we onafhankelijk
kunnen worden zijn.
- Vanaf dan: Revolutionairen nemen de macht over en vormden een voorlopig
Belgische regering: het voorlopig bewind

- 4 oktober 1830: onafhankelijkheid van België
- 10 november 1830: het nationaal congres (grondwet vanuit parlement)
- 7 februari 1831: Belgische Grondwet werd afgekondigd
- Nationaal Congres moest fundamentele keuzes maken over de organisaties van de
nieuwe staat België.

,1.2 DE GRONDWET

- Grondwet bepaalt in grote lijnen hoe de staat bestuurd wordt, met andere woorden
hoe de instellingen (het parlement, de regering, de rechtbanken,...) georganiseerd
zijn en hoe de burgers zich tot die instellingen verhouden.

- Legt de hoofdlijnen van de staatstructuur vast in rechtsregels. (verdere
uitwerking gebeurt in allerlei soorten wetten en uitvoeringsbesluiten).

‘’DE GRONDWET PRIMEERT”: staat boven gewone wetten.

- Bepaalt wie bevoegd is om wetten te maken en wie bevoegds is om die wetten uit te
voeren.
- Bepaalt welke rechten de burger kan laten gelden ten aanzien van de overheid.

- Grondwet = geheel van fundamentele regels die:
1. De werking en de organisaties van de instellingen bepalen
2. De verhouding bepalen tussen de instellingen en de burger
3. De verhouding bepalen tussen de instellingen onderling

- Sedert 1830 is de Grondwet verschillende keren gewijzigd en aangepast aan de
maatschappelijke evolutie – er zijn hiervoor procedureregels, zodat de Grondwet niet
om de haverklap gewijzigd zou worden

- De Grondwet moet zich ook vertalen in een praktijk -> ‘’recht op woning’’ is niet
gelijk aan ‘GEEF MIJ NU EEN HUIS’. Wordt geïnterpreteerd: De overheid heeft de
verplichting om inspanningen te leveren dat iedereen aan een woning raakt. Bv
sociale woningen.

- De belangrijkste keuzes die het Nationaal Congres maakte, zijn vandaag nog altijd de
kenmerken van de Belgische staatsbestel:
1. Scheiding der machten
2. Een monarchie (regeringsvorm waarbij de macht bij één persoon ligt)
3. Representatieve en parlementaire democratie
4. Een rechtsstaat

,1.3 SCHEIDING DER MACHTEN

- De organisatie van de samenleving veronderstelt dat aan personen of instellingen
macht wordt gegeven.
- Ordening van de samenleving is pas mogelijk wanneer een persoon of instelling de
bevoegdheid krijgt om regels op te leggen aan iedereen in die samenleving.

- 1748: Franse filosoof Montesquieu: ‘De l’esprit de lois’: iedereen die macht heeft is
geneigd die te misbruiken.
- Volgens hem moet de macht verdeeld worden tussen 3 instanties: (1) wetgevende
macht: (2) uitvoerende macht: (3) rechterlijke macht – elke macht wordt door de
andere machten beperkt of gecontroleerd.

- De 3 machten van de federale overheid
Macht Instelling Bevoegdheid
Wetgevende macht Koning + Parlement Het maken van wetten
Parlement = kamer van de controleren van de
senaat en kamer van de uitvoerende macht.
volksvertegenwoordigers

Uitvoerende macht Koning + regering van Het land leiden en de
ministers en wetten uitvoeren
staatssecretarissen
Rechterlijke macht Hoven en de rechtbanken Uitspraak over geschillen

- Niet dezelfde persoon mag beschiken over deze 3 machten. Werken onafhankelijk en
controleren elkaar.

- Geldt niet enkel voor de federale overheid maar ook op het niveau van
gemeenschappen en gewesten (die hebben elk een WM en UM die losstaan van de
federale machten, geen afzonderlijke RM).
- Voor heel specifieke aangelegenheden hebben de gemeenschappen en gewesten wel
een eigen rechtbanken opgericht, maar die rechtbanken vormen een uitzondering op
de algemene regel!

, 1.4 BELGIË IS EEN MONARCHIE

- Nationaal congres moet keuze maken: republiek (president) of monarchie (koning).
- Verschil: president wordt verkozen, koninklijke functie gaat over van moeder/vader
op zoon/dochter.
- Geboorterecht: eerst geboren zoon is automatisch nieuwe koning.
- 1991: Ook vrouwen. Vana nu eerst geborene.
- We zitten nu aan onze 7de koning.

- De koning is staatshoofd maar heeft maar een beperkte macht: Hij mag adviezen,
overleg, invloed en audientes: Oproepe om samen te zitten en te bespreken.
Hebben.

- belangrijke eigenschappen:
1) onverantwoordelijk: Hij kan niet gedwongen worden tot ontslag , alles wat de
koning doet is gedekt door ministers.
2) Onschendbaar: Kan geen straproces, boetes of vervolgd worden. <- dit als
koning. Als persoon kan dit wel. Bv: Albert werd verplicht tot een DNA test.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Gojira. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.41. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

80467 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.41  2x  sold
  • (0)
  Add to cart