De overeenkomst
Een overeenkomst is een afspraak tussen twee of meerdere partijen, die juridisch relevant zijn. Deze
zijn juridisch relevant, omdat er rechten en plichten uit voortvloeien. Deze rechten en plichten noemen
we verbintenissen. Volgens art. 6:217 BW komt een overeenkomst tot stand door aanbod en
aanvaarding. De vraag of een overeenkomst tot stand komt, kan ook vanuit een ander oogpunt worden
benaderd. Dit wordt bepaald in art. 3:33 BW. Hierin staat dat de totstandkoming van een
overeenkomst een wil en een wilsverklaring vereist.
Herroepen van het aanbod
Kan een aanbod nog worden herroepen? Ja, dit kan volgens art. 6:219 lid 1 BW. Dit kan wanneer:
Het aanbod kan namelijk onherroepelijk worden gemaakt door een termijn. Als dat niet is
gebeurd (er is geen termijn gesteld), kijk je in lid 2. Kortom, als er geen termijn is gesteld kan
er nog herroepen worden, mar dan moet er eerst nog naar lid 2 gekeken worden.
Als van lid 1 geen sprake is, dan bepaald art. 6:219 lid 2 BW dat er alleen kan worden herroepen
wanneer:
Het aanbod nog niet is aanvaard;
De aanbieder mag zijn aanbod niet op een andere wijze onherroepelijk hebben gemaakt.
Uitzondering: een uitnodiging tot een vrijblijvend aanbod.
Toch geen overeenkomst
Het laten ontstaan van een overeenkomst gaat niet altijd goed. We onderscheiden hierbij twee
begrippen: het wilsdefect en het wilsgebrek
Wilsdefect
Bij een wilsdefect wordt duidelijk: “wat ik heb verklaard, wilde ik eigenlijk helemaal niet”. Er is een
discrepantie tussen wil en verklaring. Dit begint bij de basis, art. 3:33 BW, er is voor een
totstandkoming van een overeenkomst een wil en wilsverklaring nodig. Als dit niet het geval is, dan
zal er ook geen overeenkomst zijn. Volgens art. 3:35 BW is dit wel het geval als de wederpartij in
redelijkheid mocht aannemen dat de wil en de wilsverklaring met elkaar overeenkwamen. Toch geldt
hierbij ook een uitzondering. In art. 3:34 BW heeft de wetgever een regeling getroffen voor iemand
met een geestelijke stoornis. Dit kan een krankzinnige zijn of iemand die onder invloed is van
alcohol/drugs. Als iemand tijdens de geestelijke stoornis iets heeft verklaard, dan wordt aangenomen
dat die verklaring niet overeenkomstig is geweest met zijn wil indien:
De stoornis een redelijke waardering bij de handeling betrokken belangen belette;
Als de verklaring onder invloed is gedaan van deze stoornis en dat deze nadelig was voor de
geestelijk gestoorde.
Wilsgebrek
Bij een wilsgebrek strookte de wil wel met de verklaring, maar is de wil gebrekkig gevormd. Dit is
onder te verdelen in de volgende categorieën:
Dwaling (art. 6:228 BW)
Bedrog (art. 3:44 BW)
Bedreiging (art. 3:44 BW)
Misbruik van omstandigheden (art. 3:44 BW)
Dwaling
Dwaling is geregeld in art. 6:228 BW. Dit doet zich voor als er een overeenkomst wordt gesloten door
een partij, maar dat deze overeenkomst nooit zou zijn gesloten als deze partij van de werkelijke
situatie op de hoogte was. Deze partij heeft gedwaald in de zelfstandigheid van de zaak. De eerste
, vereiste bij dwaling is dus dat de overeenkomst bij juiste voorstelling van zaken nooit zou zijn
aangegaan. Hiernaast moet dwaling aan tenminste één van de volgende eisen voldoen:
De dwaling is te wijten aan de inlichting van de wederpartij. Hierbij mag je er altijd vanuit
gaan dat de tegenpartij de juiste informatie verstrekt. Er geldt hierbij tot een bepaald niveau
wel een onderzoeksplicht.
De dwaling is ontstaan, omdat de wederpartij behoorde de wedepartij in te lichten, maar dit
niet heeft gedaan. Als de wederpartij iets van de dwaling wist, dan behoorde hij dit aan de
dwalende te melden.
Beide partijen gingen uit van dezelfde onjuiste veronderstelling. Hierbij geldt wel een
uitzondering en dat is wanneer er ook bij een juiste voorstelling van zaken de tegenpartij niet
had hoeven te begrijpen dat de dwalende daardoor van het sluiten van de overeenkomst werd
gehouden.
In art. 6:228 lid 2 BW staan twee gronden die ervoor zorgen dat er toch geen succesvol beroep gedaan
kan worden op dwaling:
De dwaling betreft een toekomstig besluit;
De aard van de overeenkomst, die in het verkeer geldende opvattingen of de omstandigheden
van het geval brengen met zich mee dat de dwaling tot rekening van de dwalende behoort te
blijven.
De andere drie wilsgebreken
Deze staan geregeld in art. 3:44 BW:
Art. 3:44 lid 2 BW: Van bedreiging is sprake als iemand met ongewone pressiemiddelen een
ander beweegt tot bepaalde rechtshandelingen.
Art. 3:44 lid 3 BW: Bij bedrog is er sprake van een ander tot het verrichten van een
rechtshandeling bewegen door opzettelijke onjuiste mededelingen te doen of juist opzettelijk
nalaten om mededelingen te doen die van belang zijn voor de wederpartij.
Art. 3:44 lid 4 BW: Bij misbruik van omstandigheden wordt er behendig gebruikt gemaakt
van de bijzondere situatie waarin iemand verkeert.
Het verschil met dwaling is dat er bij deze drie wilsgebreken sprake is van opzet. Bij dwaling gaat het
om onzorgvuldigheid.
Overeenkomst in strijd met de wet
Ook al is er geen sprake van een wilsdefect of een wilsgebrek dan nog kan er geen overeenkomst tot
stand komen wanneer deze in strijd is met de openbare orde en goede zeden. De wetgever bepaalt in
art. 3:40 lid 1 BW dat de handelingen dan nietig zijn. Hiermee wordt bedoeld dat de overeenkomst
nooit heeft bestaan. In art. 3:40 lid 2 BW bepaalt de wetgever dat een overeenkomst die in strijd is met
de wet ook nietig is. Echter wanneer deze wettelijke bepaling uitsluitend strekt ter bescherming van
een van de partijen dan is deze overeenkomst vernietigbaar. Ee vernietigbare overeenkomst bezit
rechtskracht totdat de partij die wordt beschermd door deze bepaling, de vernietiging uitroept.
Handelingsonbekwaamheid
Art. 3:32 lid 1 BW bepaalt dat ieder natuurlijk persoon handelingsbekwaam is, tot de wet anders
bepaald. Handelingsbekwaamheid houdt in dat iemand rechtshandelingen kan verrichten. De wet kent
twee categorieën van handelingsonbekwame mensen:
Zij die onder curatele gesteld zijn;
Zij die minderjarig zijn
Zij die onder curatele gesteld zijn
Een meerderjarige kan onder curatele gesteld worden door de geestelijke stoornis die hij heeft of door
een geschiedenis in drank- en drugsgebruik. Iemand kan onder curatele gesteld worden als de rechter
dat op verzoek van bepaalde personen (art. 1:379 BW) heeft uitgesproken (art. 1:378 BW). De rechter
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SV1999. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.