4.1 Psychopathology In Middle Childhood And Adolescence
All documents for this subject (6)
Seller
Follow
roosjulien
Reviews received
Content preview
Project 4
Vignet 1
De Hart – Hoofdstuk 13
CHANGES IN THINKING DURING ADOLESCENCE
Er zijn twee dingen die zich voornamelijk verder ontwikkelen in de adolescentie: redenering en
probleem- oplossing skills.
- Adolescenten kunnen logica toepassen op dingen die er kunnen zijn, niet alleen op echte
dingen.
- Adolescenten kunnen ook nadenken over relaties binnen mentaal geconstrueerde concepten.
Hierdoor vergroot ook de metacognitie (denken over denken). Adolescenten beginnen aan
introspectie, focussen op eigen gedachten en hebben meer probleem- oplossing skills.
- Adolescenten krijgen een denkpatroon dat logischer en systematischer is dan in de kindertijd.
Volgens Piaget kunnen ze nu deelnemen aan hypothetical-deductive reasoning. Ze kunnen
meerdere hypothetische oplossingen bedenken voor problemen en een systematisch plan maken
voor het uitvoeren hiervan.
Piagets Theory of Formal Operations
In de adolescentie nemen cognitieve skills toe volgens Piaget door formal operations: het
combineren van bepaalde proposities om tot een logische conclusie te komen. (A = B, X = A, X= B)
Hierdoor kunnen adolescenten hypothetische situaties analyseren. Deze formal operations leert
iemand vanzelf en zijn niet aangeleerd door anderen. Ze ontstaan door ervaring en experimenteren.
Piagets experimenten
- The law of floating bodies study
Dit experiment laar zien dat adolescenten kunnen redeneren over abstracte concepten.
Kinderen krijgen een bak met water en objecten te zien, en moeten uitleggen of het zal drijven of
niet.
6-7 jaar: tegensprekende oorzaken worden genoemd en ze focussen maar op 1 aspect van het
voorwerp zoals grootte.
7-10 jaar: tegenspraken in uitleg worden vermeden door algemene kennis te benoemen. Zoals
eerst aangeven dat lichte dingen drijven en zware dingen zinken en vervolgens zeggen dat een
sleutel die kleiner is dan een bal zinkt omdat deze van ijzer is, en ijzer zinkt altijd.
Adolescenten: kunnen juist uitleggen waarom iets drijft of niet. Dit doen zij via het begrijpen van
het ratio van gewicht en volume. Iets wat je alleen kan begrijpen als je de linkjes tussen twee
abstracte constructen begrijpt.
- Pendulum studie
Dit experiment meet de mogelijkheid om het effect van een losse variabele te kunnen
onderzoeken terwijl alle andere factoren constant worden gehouden. Men moet kijken of het
pendulum (de tijd waarin een gewichtje heen en weer zwaait aan een touw) wordt beïnvloed
door de lengte van het touw, de hoogte vanaf waar je het gewichtje loslaat en hoe zwaar het
gewicht is. Adolescenten isoleren elke factor en houden de andere constant om te kijken wat
effect heeft. Kinderen doen dit niet waardoor ze foute conclusies trekken.
- All possible combinations studie
Er worden vier soorten kleurloze vloeistof gegeven en een vloeistof genaamd (g). Men moet met
zoveel mogelijk combinaties erachter zien te komen hoe ze een voorbeeldvloeistof maken.
Jongere kinderen doen dit redelijk onsystematisch en stoppen via trial en error als ze een
oplossing vinden. Adolescenten pakken het systematischer aan en vinden daardoor meer
oplossingen.
,Is Piagets blik juist?
De leeftijd- gerelateerde verandering in logisch redeneren komt overeen met Piagets beweringen.
Zijn uitleg voor dit fenomeen klopt echter niet: een toename in formele logica.
Hoe veelzeggend zijn formal operations?
In de vroege adolescentie ontwikkelen deze operations zich, zogenaamde emergent formal
operations. Ze gebruiken deze wel maar alleen in soecifieke contexten of taken. In de late-
adolescentie ontstaan de consolidated formal operations waarin men de operations gebruikt om
problemen op te lossen.
Formal operations zijn verder afhankelijk van de cultuur: als deze wetenschappelijk gericht is dan
zijn adolescenten hier beter in. Verder is er ook een kloof tussen competentie en prestatie, dit is
terug te zien in de vroege adolescentie: men heeft formal operations maar kan ze nog niet overal
toepassen.
Kan je formal operations aanleren?
Volgens Piaget kan dit niet. Uit onderzoek blijkt dat dit bij kinderen met hogere intelligentie en bij
adolescenten die het nog niet vertonen wel kan. Dit bleek echter meer te gaan over het aanleren van
strategieën voor het inzetten van de formal operations, en niet over het aanleren hiervan
(verbeteren van prestatie en niet verhogen van competentie).
Zijn formal operations gerelateerd aan academische prestatie?
Omdat formal operations gelinkt zijn aan IQ voorspellen ze ook academische prestatie. Wel is het zo
dat formal operations vooral wiskunde en wetenschap meten, en niet alle andere factoren die IQ
meet. Verder kan het oefenen van formal operations testresultaten verbeteren.
Andere benaderingen over cognitie van adolescenten
Information processing explanations
Verbetering in informatieverwerking ontstaat door een verbetering in aandacht en geheugen.
Adolescenten zijn beter in selective attention en divided attention. Ook het lange- en korte termijn
geheugen neemt toe in de adolescentie. Hierbij spelen verbeterde geheugenprocessen een grotere
rol dan verbeterde geheugencapaciteit. Ze weten wanneer ze welke geheugenstrategie moeten
gebruiken en zijn flexibel in het inzetten hiervan. Ook zou de geheugencapaciteit toenemen doordat
cognitieve processen geautomatiseerd worden (automatization). Een voorbeeld van automatisatie is
autorijden, wanneer dit automatisch wordt kan je ook kletsen en muziek luisteren etc. Verder
hebben adolescenten ook een uitgebreide basiskennis.
Cognitieve socialisatie
Dit is de invloed van de sociale omgeving op de ontwikkeling van cognitieve skills. Hoger- orde denk
skills komen op door in groepen dingen te bespreken. Leren kan ook via directe instructie van een
ouder of een leraar. Televisie, media en gaming kan ook de cognitieve skills beïnvloeden, vaak op
een manier die niet overeen komt met wat de school wil.
SOCIALE COGNITIEVE VERANDERINGEN IN DE ADOLESCENTIE
De nieuwe cognitieve skills in de adolescentie hebben ook invloed op het sociale domein.
Adolescent egocentrisme
Dit is het idee van adolescenten dat zij de focus zijn van iedereens aandacht en dat hun gevoelens,
gedachten en ervaringen uniek zijn. Dit komt door een imaginary audience: het idee dat
adolescenten nadenken over wat anderen van hen vinden. Verder hebben ze dus ook een personal
fable: het idee dat ze uniek zijn en niemand zich ooit heeft gevoeld als hoe zij zich voelen. Hierdoor
hebben ze ook het gevoel dat hen niks zal overkomen.
, Moraal redeneren
Piagets model
Amoral stage (tot 7 jaar)
Moral realism (7-11 concreet operationele periode): moraal redeneren is absoluut: op basis van
alleen goed of fout.
Autonomous morality (late kindertijd/vroege adolescentie): moraliteit ook relateren aan de situatie
en niet alleen aan de consequenties. Morale regels zijn niet meer absoluut maar afhankelijk van
sociale normen.
Kohlberg’s model
Een model van moraal redeneren gebaseerd op morele dilemma’s en de antwoorden die het kind
geeft. Deze bestaat uit drie periodes met elk twee fases:
- Preconventional morality: moraal redeneren is niet gebaseerd op sociale regels of wetten.
Stage 1. obedience and punishment orientation: moraal redeneren op basis van vermijden van
straf.
Stage 2. hedonistic and instrumental orientation: moraal redenreren op basis van verdienen van
beloning.
- Conventional morality: moraal redeneren is gebaseerd op interne standaarden opgepikt door
ervaring uit de sociale wereld.
Stage 3. good boy nice girl orientation: moraal redeneren op basis van wat anderen accepteren
en uit de angst voor afwijzing van anderen.
Stage 4. authority or law-and-order orientation: moraal redeneren op basis van de wetten van
de samenleving.
- Postconventional/principles morality: focussen op meer abstracte redenering in het licht van
goed en fout.
Stage 5. social contract orientation: moraal redeneren op basis van het helpen van de
samenleving, men wil zichzelf respecteren en de mensen om hem/haar heen.
Stage 6. Hierarchy of principles orientation: regels in de samenleving zijn gecombineerd met
bewuste cognities en vormen zo een hiërarchie van morele principes.
De fases komen niet overeen met piagets model. Fase 1 en 2 komen voor tot de 9 jaar. Hierna
ontwikkelen fase 3 en 4 zich voornamelijk in de adolescentie tot in de volwassenheid (3 neemt af in
de midden adolescentie na een piek en 4 ontwikkeld zich door). Bijna niemand bereikt fase 5 of 6.
Kritiek op Kohlbergs model
- De morale redenering die wordt gegeven zal in het echte leven niet worden gegeven. Het is meer
onderliggend aan de redenering die men in het echt vertoont.
- De manier van onderzoek was niet betrouwbaar (rapportage)
- Er zou een bias zijn voor mannen en tegen vrouwen omdat vrouwen meer sociaal redeneren
(leve 3) en mannen meer op basis van rechtvaardigheid (level 5/6).
- Het model is cultuur specifiek / niet te generaliseren.
Cognitieve skills nemen vooral toe in de adolescentie:
- Logisch denken wordt toegepast op abstracte dingen, niet alleen dingen die er echt zijn.
- Er kan worden gedacht aan relaties tussen mentale constructen, wat helpt bij geheugen en
aandacht.
- Logisch denken wordt nog meer systematisch en logisch dan in de kindertijd.
Vignet 2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller roosjulien. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.34. You're not tied to anything after your purchase.