Alle uitleg uit de hoorcolleges van SKW1B overzichtelijk opgeschreven . Uitleg van moeilijke begrippen (o.a. sensorische adaptie ,spiegelneuronen , conformation bias ). Ook zijn in de samenvatting belangrijke theorieën op een simpele manier uitgelegd. Informatie en begrippen uit het boek Psycholo...
Samenvatting Psychologie, een inleiding, 8e editie met MyLab NL toegangscode, ISBN: 9789043034593 Minor Toegepaste Psychologie
All for this textbook (1)
Written for
Hogeschool van Amsterdam (HvA)
Pedagogiek
Sociaal Wetenschappelijk Kader (1000SWK119)
All documents for this subject (26)
1
review
By: melanievandervliet • 2 year ago
Seller
Follow
elisedeleeuw
Reviews received
Content preview
Tentamen 2
SWK1B: Psychologie
Hoorcollege 1
Psychologie= De wetenschap van het gedrag en geestelijke processen van het individu.
Experimentele psychologie = Op basis van experimenten kennis opdoen om later toe te
passen.
Toegepaste psychologie = Kennis die je al hebt toepassen in de praktijk.
6 perspectieven:
1. Biologisch perspectief (Lichamelijke processen: erfelijkheid, zenuwstelsel,
hormoonstelsel, drugs, alcohol , medicijnen etc.)
2. Cognitief perspectief ( De manier waarop je informatie verwerkt: geheugen,
gedachte, intelligentie, leerstijl etc.)
3. Behavioristisch perspectief ( Invloed van je directe omgeving: licht, meubels,
kamer etc.)
4. Whole person perspectief (De wil van een persoon: wilskracht, motivatie)
A. Persoonlijkheid , karaktertrekken
B. Psychodynamisch , onbewuste emoties en verlangens
C. Humanisme , de wil om te leren
5. Ontwikkelingsgericht perspectief ( Opvoeding , ontwikkelingsfase waarin je je
bevindt)
6. Sociocultureel perspectief ( De cultuur en omgeving waarin je leeft)
Hoorcollege 2
Bio psychologie = bestudering van de biologische basis van het gedrag en de psychische
processen van de mens.
Natuurlijke selectie = individu met het meest adaptieve gedrag overleeft net zoals dat het
individu met de geschiktste kenmerken overleeft.
DNA= onze chromosomen bevatten duizenden genen waarop de eigenschappen liggen die
we van onze ouders hebben geërfd.
Erfelijkheid geeft genetische verklaring voor psychologische processen.
Genotype = alles wat op je genen staat.
Fenotype = alle uitgekomen genen (je uiterlijke kenmerken).
Plasticiteit = het zenuwstelsel heeft het vermogen zich aan te passen of zich te modificeren
als gevolg van ervaring. De maakbaarheid / manipuleerbaarheid in je eigen lichaam , heeft te
maken met opvoeding en dingen aanleren.
1
, Endocriene stelsel = hormoonstelsel , gereguleerd door hypofyse
3 lagen en functies van hersenen:
1. De hersenstam (Reptielenbrein)
- Vitale functies : aandacht, slaap, beweging, angst/ veiligheid etc.
2. Limbische systeem (Zoogdierenbrein)
- Meer ontwikkeld : emoties, herinneringen , beloning , plezier etc.
3. Cerebrale cortex, hersenschors ( Alleen mensen )
- Denken en leren
- Kritisch bewustzijn
- Geheugen en taal
Prefrontale cortex = stukje hersenen betrokken bij o.a. de vaardigheden plannen en
organiseren. Rijp op circa 23 jarige leeftijd (puberbrein).
Frontaalkwab = hier ligt de neurologische basis voor empathie.
Spiegelneuronen = zijn neuronen die actief worden wanneer je het gedrag van een ander
waarneemt , deze neuronen zijn actief op dezelfde plek in de hersenen als degene die het
gedrag uitvoert.
Hoorcollege 3
Stimulatie -> transductie -> sensatie -> perceptie
Stimulatie = prikkeling zintuigen.
Transductie = omzetten informatie in een neurale impuls (Bv. zien en horen)
Sensatie = receptor creëert een patroon van neurale impulsen.
Perceptie = sensorische boodschappen krijgen een menselijke en persoonlijke betekenis.
Absolute drempel waarde = als de stimulatie onder deze drempelwaarde blijft is er geen
gewaarwording.
Verschildrempel = veranderingen worden alleen opgemerkt als ze deze drempel
overschrijden.
Sensorische adaptie = proces waardoor receptorellen minder gevoelig worden als de
stimulus bepaalde tijd op hetzelfde niveau aangeboden blijft. (Kikker in de pan effect)
Wet van weber = de kracht van het impuls hangt af van de intensiteit van de stimulus.
Signaal detectietheorie = ook je achtergrond , jijzelf en je kenmerken spelen een rol bij het
tot stand komen van het impuls.
Top down= informatieverwerking op basis van verwachtingen, concepten en herinneringen.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elisedeleeuw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.96. You're not tied to anything after your purchase.