35 oefenvragen met antwoorden over de stof uit alle onderwijsvormen van week 4 van zintuigen, hersenen en beweging. Inclusief overzicht bij botten hand.
1. Wat is de oorsprong van de wervels?
a. Intermediair mesoderm
b. Laterale plaatmesoderm
c. Notochord
d. Paraxiaal mesoderm
2. 1 wervel wordt gevormd uit 2 gedeeltelijke sclerotomen.
a. Juist
b. Onjuist
3. Wat is het overblijfsel van het embryonale notochord?
4. Waartoe kan een beenlengteverschil leiden?
a. Functionele scoliose
b. Structurele scoliose
5. De vorm van de wervelkolom is afhankelijk van de leeftijd.
a. Juist
b. Onjuist
6. Wat zijn de functies van de wervelkolom?
7. Welke stelling(en) over cervicale wervels is of zijn juist?
⬜ Ze hebben de kleine corpus vertebrae
⬜ De processi spinosi zijn gespleten
⬜ De processi transversi bevatten een foramen intertransversarium
⬜ Cervicale wervels hebben de kleinste foramen vertebrae
8. Welke stelling(en) over lumbale wervels is of zijn juist?
⬜ De processi spinosi staan recht naar achter
⬜ De processi tranversi staan naar lateraal
⬜ Het gewrichtsvlak is verticaal
ZHB II → week 4 → vragen → 1
, 9. Welke stelling(en) over thoracale wervels is of zijn juist?
⬜ De corpus vertebrae is groter dan cervicaal
⬜ De processus spinosus staat naar dorso-caudaal
⬜ Het gewrichtsvlak is verticaal
⬜ De corpus vertebrae is groter dan lumbaal
⬜ De processi transversi staan naar lateraal
10. Welke stelling(en) over sacrale wervels is of zijn juist?
⬜ Er zijn geen processi transversi
⬜ De processi spinosi staat naar caudaal
11. Welke ligamenten bevinden zich rondom de vooste pijler?
12. Welk ligament bevindt zich ventraal van de achterste pijlers?
13. Welke wervels geven de grootste uitslag bij flexie en extensie?
a. Cervicaal
b. Thoracaal
c. Lumbaal
14. Welke wervels geven de grootste uitslag bij rotatie?
a. Cervicaal
b. Thoracaal
c. Lumbaal
Gewrichten • Practicum 6
15. Noem de oppervlakkige rugspieren.
16. Bij welke laag van de diepe rugspieren hoort de m. erector spinae?
a. Oppervlakkige
b. Middelste
c. Diepste
17. Het labrum glenoidale vergroot de caput humeri.
a. Juist
b. Onjuist
ZHB II → week 4 → vragen → 2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daanannaveld. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.