100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting en aantekeningen Neurobiologische Achtergronden van Opvoeding en Ontwikkeling deel A $5.14
Add to cart

Summary

Samenvatting en aantekeningen Neurobiologische Achtergronden van Opvoeding en Ontwikkeling deel A

 39 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Samenvatting en aantekeningen van het vak Neurobiologische Achtergronden van Opvoeding en Ontwikkeling deel A, dit vak wordt gegeven in het 2e jaar Pedagogische Wetenschappen, Universiteit Leiden

Preview 2 out of 9  pages

  • Yes
  • October 3, 2021
  • 9
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
Week 1
Hyperscanning: gelijktijdige opname van 2 (of meer) verschillende hersenen Verbetering/ toekomst vd sociale neuroscience
Sociale psychologie: een poging om begrijpen en leg uit hoe de gedachten, gevoelens, en gedragingen van individuen
zijn beïnvloed door de werkelijke, ingebeelde, of impliciete aanwezigheid van anderen.
Cognitieve psychologie: the study of mental processes such as thinking, perceiving, speaking, acting, and planning.

Lang waren er verschillende gebieden; sociale psychologie, cognitief maar rond 2000 ontstond de neuroscience, mede
dankzij mri en tms

Ecological validity An approach or measure that is meaningful outside of the laboratory context

Modulariteit Het idee dat bepaalde cognitieve processen (of regio's van de hersenen) zijn beperkt in het soort informatie
ze verwerken en de soort verwerking voerde uit.

Domein specificiteit Het idee dat een cognitief proces (of hersengebied) is gespecialiseerd voor slechts één verwerken
bepaald soort informatie. Je verwerkt maar 1 soort input (bijv. alleen gezichten).

Sommige mechanisme zijn geëvolueerd om specifieke uitdagingen binnen de sociale omgeving aan te pakken.

Diametrically approach: het 'sociale’ brein’ is in feite niet uniek gespecialiseerd in sociaal gedrag, maar is ook betrokken
bij niet-sociale aspecten van cognitie (bijvoorbeeld redeneren, visuele waarneming, detectie van bedreigingen). De
evolutie van algemene neurale en cognitieve mechanismen die het intellect verhogen, zoals het hebben van grotere
hersenen, kan ons ook sociaal slimmer maken

Een andere mogelijkheid is dat het niet bepaalde delen van het sociale brein zijn die 'speciaal', maar dat er vooral
bepaalde soorten neurale mechanismen zijn passend bij maatschappelijke processen. Spiegelneuronen

Het eerste scenario:
Een eenvoudige domein specifieke weergave die bestaat uit hersengebieden die gespecialiseerd zijn voor het verwerken
van bepaalde soorten sociale informatie (bijv. persoonsperceptie) en niet -sociale informatie (bijvoorbeeld cognitieve
controle).

Het tweede scenario postuleert netwerken van regio's waarin elke regio in het netwerk een hoge mate van specialisatie
heeft (bijvoorbeeld specifiek voor sociale informatie),

het derde scenario (het scenario dat door deze auteurs wordt onderschreven) noch hersengebieden noch individuele
hersennetwerken zijn functioneel gespecialiseerd of gescheiden in sociale en niet -sociale functies.

Reductionisme houdt in dat één type verklaring zal worden vervangen door: een andere, meer basale, soort verklaring in
de loop van de tijd

De omgekeerde inferentiebenadering (reverse inference approach) is een poging om de aard van cognitieve processen
af te leiden uit neurowetenschappelijke (met name neuroimaging) gegevens.

Een ander meer algemeen methodologisch punt is het belang om niet te afhankelijk te zijn van neuroimaging -gegevens,
maar om te kijken naar andere bronnen van bewijs, zoals TMS waarin: gedrag zelf wordt normaal gemeten (en heeft dus
geen last van de problemen van omgekeerde gevolgtrekking op dezelfde manier). Omgekeerde gevolgtrekking is een
legitieme benadering, maar het is is niet probleemloos.

Blank slate: wit blad, je hebt nog geen informatie/oordelen/kennis etc.

Je kan niet alles verklaren aan de hand van neuro; omgeving, inkomen, dna etc. dat speelt allemaal een rol in het gedrag
wat iemand laat zien

Culturele neurowetenschap is een interdisciplinair veld dat een brug slaat tussen culturele psychologie,
neurowetenschappen en neurogenetica die: legt uit hoe neurobiologische processen aanleiding geven tot culturele
waarden, praktijken en overtuigingen en hoe cultuur neurobiologische processen vormt (Chiao, 2010). Dat is, het gaat er
expliciet van uit dat niet alleen culturele verschillen de hersenen zullen beïnvloeden (de top -down in figuur 1.6) maar
ook dat de hersenen invloed zullen hebben op de cultuur zelf

Bijv. collectivisme, individualisme beïnvloeden verschillende hersennetwerken; vertrouwen of compassie

Een mogelijke conclusie is dat genen en cultuur zijn samen geëvolueerd -> genen die verband houden met verhoogde
sociale gevoeligheid komen vaker voor in collectieve culturen.




Nieuwe sectie 1 Pagina 1

, Week 2

Zenuwstelsel




Centrale zenuwstelsel: Perifere zenuwstelsel:
De hersenen en ruggenmerg. Zorgt voor Alle lichaamszenuwen. Aan de buitenkant, maken
aansturing en controle, bevind zich in de verbinding met de spieren
binnenkant, botachtig omgeving



Somatische zenuwstelsel: Autonome zenuwstelsel:
Bewuste/vrijwillige controle van spieren, je wilt iets Onbewuste/onvrijwillige controle van lichaamsfuncties,
pakken, aanraking voel je. je niet kunt/hoeft na te denken. Hartslag/ademhaling.




Sympathisch zenuwstelsel: Parasympatisch zenuwstelsel:
Mobilisatie van energie, in een toestand van Conservatie van energie/bewaren van
activiteit brengen, versnelling hartslag en energie, brengt in toestand van rust.
ademhaling, veel zuurstof Vertraging hartslag




Hersenen


Rhombencefalon (achterste Mesencefalon (middelste Prosencefalon (voorste herenen) pros is voor. Insula: tussen frontaal en temporaalkwab. Belangrijk voor integreren van primaire (lichamelijke)
hersenen). Onderin, in je nek. hersenen) mes is middelste Bevinden zich bovenaan in de schedel, zijn heel sensatie in de bewuste ervaring en speelt 'n rol in het inschatten vd gedachten en gevoelens van andere.
goed ontwikkelt
• Medulla: verlengde van je ruggenmerg, bevind zich binnen de
schedel. Vitale reflexen: zijn heel belangrijk om te leven, reflex Bestaat uit tectum, tegmentum, colliculi en substantia nigra Telencefalon:
omdat je geen controle erover hebt; ademhaling, hartslag, braken • Cerebrale cortex:
en hoesten Diencefalon: tussenhersenen
Het is maar een heel klein stukje in het brein, bij dieren is • Thalamus: bovenop de hersenstam, in het midden van Cerebrum = hersenen, cortex = schors, hersenschors. Buitenste laag vd hersenen
het belangrijker en speelt het 'n grotere rol. In het het brein, beetje een balletje. Het is een
• Pons: bron van craniale zenuwen, belangrijk, daar kruisen menselijk lichaam spelen vooral 'n rol in samenwerking met Bestaat uit 4 kwabben:
zenuwbanen elkaar. Pons betekent ook letterlijk brug. Ze gaat van schakelstation/relay station. Info die van buiten het
andere delen. lichaam komt, komt eerst daarnaartoe. Licht komt in - Occipitaalkwab: gezichtsvermogen, visuele informatie wordt daar geanalyseerd
het ene kant vd hersenen naar de andere kant van het lichaam. - Temporaalkwab: zit aan de zijkant, achter de oor. Gehoor, visuele en taalfuncties. Benoemen en
Rechterhersenhelft is responsible voor linkerhelft lichaam de thalamus binnen en geeft het daarna door aan
Medulla, pons en middelste hersenen vormen samen de andere hersengebieden. objectherkenning
herstenstam - Frontaalkwab: voorkant, motoriek (aansturing beweging), executieve functies (aansturende en
• Cerebellum (beetje je achter kant van je hoofd): betekent controlerende functies, werkgeheugen, organiserende/plannende, geheugen, motivatie),
letterlijk kleine hersenen, belangrijk voor je motoriek. Dat Cortico-corticale verbindingen: verbindingen met
Het zit net boven de pons verschillende gebieden in de cortex aspecten van geheugen en emotie
beweging vloeiend kan plaatsvinden. Balans en coördinatie. Dat - Parietaalkwab: bovenkant, sensorische functies, gevoel van aanraking, aandacht
bewegingen goed op elkaar afgestemd zijn. Zorgt voor
coördinatie van activiteit in verschillende hersengebieden: kopje • Hypothalamus: ligt links onder de thalamus, hypo
betekent onder. Is een relay station voor • Limbisch systeem: ligt subcorticaal, onder de cortex, sub is onder de cortex.
pakken: vingers bewegen, hand en arm. Mr dan voor Vooral belangrijk voor emotioneel gedrag, lezen van gevoel, reguleren. Ook functies in geheugen
hersengebieden. lichaamsfuncties (output), lichaamsfuncties die iets te
maken hebben met hormonen, er moet nu iets - gyrus cinguli: motivatie
gebeuren ik heb dorst. Is de thermostaat van het - fornix
craniale zenuwen: zenuwen die het merg verlaten, naar spieren - hippocampus: lange-termijngeheugen
gaan, ze verlaten het buiten de schedel. Er zijn een paar die lichaam. Endocriene functies (hormonen) zoals
honger, dorst, lichaamstemperatuur - amygdala: beheert emotionele arousal, spanning/opwinding bij emotie. Herkennen en ervaren
binnen de schedel het ruggenmerg verlaten, gebeurt ter hoogte van emoties; angst
vd pons. Binnen het hoofd verlaten ze het merg.
• Basale ganglia: liggen subcorticaal
Belangrijk voor motoriek (cerebrum hoe vloeiend en coördinatie, de uitvoering), hier niet de
uitvoering mr of een beweging wel of niet tot stand komt. Poort -functie gaat open en een
beweging komt tot stand. Ook voor hersenactiviteit in andere gebieden, afstemmen van
activiteiten in andere gebieden.

Bestaan uit:
- Nucleus caudate
- Putamen
- Globus Pallidus
Globaal moeten weten waar ze liggen,




Hersenen bestaan uit 2 symmetrische helften (je hebt 'n linker en rechter frontaalkwab), niet helemaal identiek, soms net iet s groter/kleiner,
niet identieke functie, maar vaak functieverdeling. Wordt ook wel hemisferen genoemd. Veel info wordt gekruist verwerkt/versturing.

Die hersenhelften zijn verbonden via de corpus callosum. Eelt achtig lichaam. Het is een dikke bundel zenuwbanen in het midden van het
brein. In het nl's: hersenbalk

Grijze stof: cellichamen en dendrieten van neuronen
Witte stof: zenuwuitlopers, wit vanwege een beschermlaag dat de geleidingssnelheid bevordert: myeline. Glia

Ventrikels: holtes, met vocht gevulde holtes, dat heeft cerebrospinaal vocht. Cerebrospinal fluid (CSF). Beschermt het een beetje, voorkomt
beschadigingen als je hoofd stoot, beschermende werking. Beschermt de hersenen en het ruggenmerg tegen schokken, voert het af valstoffen
af.



Hersenactiviteit:
Informatieoverdracht, prikkeloverdracht, elektrische prikkel, signaal. Neuronen raken elkaar niet. Door de axon gaat de prikkel, dan komen er
signaalstoffen vrij en die signaalstoffen spreiden zich tussen de neuronen; de synaps. En zo komt het signaal bij het volgend e neuron.
Presynaptische neuron (zender) en postsynaptische (ontvanger) cel

Het is 'n dubbel proces: elektrisch potentieel en signaalstoffen. Door afscheiding van signaalstoffen en ze verspreiden zich door de ruimte kunnen
meerdere neuronen dat oppakken.
Flexibel proces: postsynaptische cel bepaalt zelf hoe sterk/snel ze op n zender reageren. Tijd.

1. Het rustpotentiaal:
In een rustpotentiaal/rusttoestand is er 'n verschil in de lading . De binnenkant van 't neuron is net iets negatiever/minder positief dan de ruimten buiten
het neuron. De oorzaak is de concentratiegradient: meer positieve deeltjes buiten dan binnen, de verdeling van positieve deeltjes.
- Meer natrium ionen (Na+) buiten dan binnen (in het rustpotentiaal)
- Meer kalium ionen (K+) binnen dan buiten het neuron
Er zijn meer Na+ dan K+ deeltjes, er zijn meer positieve deeltjes buiten en minder kalium deeltjes binnen
Sodium = natrium en kalium = potassium

Alle deeltjes verspreiden zich gelijkmatig over de beschikbare ruimte, zowel binnen als buiten het neuron. Die rustpotentiaal komt niet zomaar, daar
moet actief iets aan gedaan worden. Dit komt door de natrium-kalium pomp. Zijn kanalen die selectief deeltjes doorlaten. Dus zij pakken actief natrium
van de binnenkant van het neuron en duwen het naar buiten en kalium van buiten naar binnen. 3 Na+ en 2 K+

Paarse ding is de pomp, blauw is de celwand.
Pakt 3 deeltjes natrium en laat ze los in de ruimte buiten 't neuron. Pakt 2 kalium deeltjes en laat ze los in de ruimte binnen het neuron. Het is 'n actief
proces wat energie kost.

2. Het actiepotentiaal:
Waarom rustpotentiaal? Zorgt ervoor dat 't neuron snel kan reageren op nieuwe informatie en dat door kan sturen. Als de natrium kanalen open gaan,
stromen er snel natrium de cel in, want ze willen graag evenredigheid.

Het actiepotentiaal: een elektrische stroom over het axon. Een positief stroompje over de axon. Vuren = het generen van 'n actiepotentiaal.

Wanneer komt er verandering in hetustpotentiaal?
Als er stimulatie van het neuron komt (signaalstoffen). Als er signaalstoffen zich hechten kan 'n neuron kanaaltjes open zett en.

Er zijn meerdere effecten:
- Binnen-buiten verschil kan groter worden = hyperpolarisatie. Het neuron vuurt niet. Er wordt GEEN actiepotentiaal gegenereerd.
- Binnen-buiten verschil kan kleiner worden = depolarisatie, het neuron kan wel vuren

Depolarisatie = het verschil is klein genoeg qua deeltjes.
Als er voldoende depolarisatie optreedt, gaan de natrium kanalen open (voltage -afhankelijke kanalen, het wordt gemeten in Volt). De Na+ stromen de cel
in, in de cel ontstaat positief potentiaal, dat zich over het axon verspreidt: actiepotentiaal.

3. repolarisatie:
Dat actiepotentiaal moet ook weer stoppen, op het hoogtepunt vd actiepotentiaal sluiten de natrium kanalen abrupt. Om weer to t de originele toestand
te komen, stromen kalium ionen de cel uit. Je wilt de binnenkant negatief, dus de positieve deeltjes stromen weer het neuron uit.
Kalium kanalen gaan open omdat er binnen meer K+ is dan buiten de cel, je wilt altijd evenredigheid. De binnenkant wordt weer negatiever.
Het herstellen van het potentiaal heet repolarisatie.

4. Herstel concentratiegradient:
Na actiepotentiaal is de concentratiegradient veranderd, die moet hersteld worden.
- Er is meer natrium binnen de cel
- Er is minder kalium binnen de cel

De natrium-kalium pomp, pompt weer 3 deeltjes natrium naar buiten en 2 kalium naar binnen. Nu is alles weer in de originele rusttoestand.



Het proces van depolarisatie en repolarisatie herhaalt zich op elke punt van het axon, dus elk stukje.
Dus Na stromen op p1 in en verspreiden zich, naar punt p2. daardoor verandert het potentiaal op 2 en gaan daar de natrium kan alen open. Ondertussen
gaan op p1 de natriumkanalen dicht en de kalium kanalen open (repolarisatie) je wilt het weer in orde maken. Dus na het actie potentieel komen de
kalium deeltjese in actie. En zo verspreid het proces zich over het axon.

Om dit proces te versnellen, speelt myeline een rol. Beetje vettig, bevordert de snelheid. Er ligt een stukje myeline om het axon, maar niet het hele axon
er zijn ook delen vrij. Omdat het niet helemaal afgedekt is, herhaalt het proces van depolarisatie en repolarisatie zich niet op elk punt, maar alleen op de
ONBEDEKTE punten. Daarom hoeft dat hele proces zich niet elke keer te doen, maar alleen op stukjes waar geen myeline zit. Zou er helema al geen
myeline zijn, dan zouden ze het de hele tijd moeten doen dus daarom is het 'n stuk sneller.

Onbedekte punten heten knopen van Ranvier. Schwanncellen maken myeline

De synaps:
Als het actiepotentiaal bij de (excit) terminals aankomt worden daar signaalstoffen afgescheiden.
Signaalstoffen heten neurotransmitters (vesicals)

Er zijn meerdere belangrijke neurotransmitters:




Nieuwe sectie 1 Pagina 1

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pascallevandenberge. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.14. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

50843 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.14  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added