100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Aardrijkskunde geven $3.25   Add to cart

Summary

Samenvatting Aardrijkskunde geven

1 review
 135 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van 8 pagina's voor het vak aardrijkskunde didactiek aan de HvA

Preview 3 out of 8  pages

  • January 27, 2015
  • 8
  • 2013/2014
  • Summary
  • Unknown

1  review

review-writer-avatar

By: Sannemylou • 8 year ago

avatar-seller
Aardrijkskunde geven

Hoofdstuk 1: Wat is aardrijkskunde?
De meeste mensen denken dat aardrijkskunde uit alleen topografie bestaat, toch is
aardrijkskunde veel meer dan dat. In de kerndoelen staat “...de leerlingen ontwikkelen een
eigentijdse geografisch wereldbeeld”. Maar wat wordt hier mee bedoelt? Om zo’n wereldbeeld
te krijgen moet je veel afbeeldingen bekijken en hierbij kernvragen stellen. Kernvragen van
aardrijkskunde:
● Wat zie je hier? → plaats bepalen, lokaliseren.
● Waar kan ik dit plaatsen op het aardoppervlak? → spreiding van het onderwerp of het
verschijnsel.
● Waarom juist hier? → verklaring.
Het uitgangspunt is dat van alle dingen die je ziet uiteindelijk verklaard kan worden waarom je
dat nu juist op die plek ziet. → aardrijkskunde! De georgafische denkwijze wordt bereikt door
de geografische vierslag toe te passen. Om dit goed te kunnen doen moet je gebruik maken
van geografische beeldvorming. Deze oefen je met kaartvaardigheden, topografische kennis en
het toepassen van multiperspectiviteit. → je leert kijken vanuit verschillende perspectieven,
zoals het natuurlijke, politieke, economische, historische of levensbeschouwelijke perspectief.
Geografische vierslag: 4 handelingen die je op vrijwel elk geografisch onderwerp kunt
toepassen.
● Waarnemen → Wat zie je?
● Verklaren → Waarom ziet het er zo uit?
● Herkennen → Ken je nog zo iets?
● Waarderen → Wat vind jij hiervan?

Hoofdstuk 2: Aardrijkskunde doelen
De belangrijkste doelen voor de basisschool worden door de overheid vastgesteld in
zogenaamde kerndoelen. De kerndoelen zijn vrij algemeen geformuleerd. Om scholen en
leerkrachten wat meer houvast te geven worden er door verschillende instellingen handvatten
gemaakt om de algemene doelen te concretiseren:
● De school en leerkracht zelf kan bepaalde doelstellingen hebben.
● Het SLO (Stichting voor Leerplan Ontwikkeling) maakt zogenaamde tussendoelen en leerlijnen
bij de kerndoelen. Deze geven aan wat er per leerjaar beheerst moet worden.
* tussendoelen: geven aan wat er per leerjaar beheerst moet worden.
* leerlijnen: geven suggesties hoe deze tussendoelen bereikt kunnen worden.
● Het Cito maakt zogenaamde domeinbeschrijvingen bij alle vakgebieden. Hierin staat
beschreven wat er aan de orde moet komen op de basisschool.
● Methodemakers maken aardrijkskundemethoden, waardoor de leerkracht weet dat hij aan de
kerndoelen voldoet wanneer hij de methode volgt.
Door de aardrijkskundeles krijgen de leerlingen een kaart in hun hoofd. → mental map / mentale
kaart. Zo kunnen de meeste mensen zonder een daadwerkelijke kaart voor zich te zien een
mental map van Nederland hebben. De meeste aardrijkskunde methoden zijn al jaren op
dezelfde manier opgebouwd.

Dat komt neer op deze hoofdstructuur:

,➔ Groep 5: Basisaardrijkskunde vanuit eigen omgeving.
➔ Groep 6: Nederland.
➔ Groep 7: Europa.
➔ Groep 8: De wereld.
Door de jaren heen zijn er verschillende benaderingswijzen en invalshoeken voor de invulling
van deze leerlijn.
● Vroeger was aardrijkskunde zeer encyclopedisch van aard. Per regio werd de topografie
aangeboden en werd een aantal feitjes van die regio vermeldt. De hoofdstukken waren vaak
voorspelbaar en behoorlijk oppervlakkig.
● Om dicht bij de belevingswereld van de kinderen te blijven, kun je een onderwerp koppelen aan
een persoon of een gebeurtenis. Eerst werd het onderwerp bekeken op microniveau, daarna
kun je uitzoomen naar grotere gehelen als streken of provincies; mesoniveau, en als laatst kijk
je naar het geheel; het macroniveau.
● In de meeste educatieve materiaal wordt vanuit een bepaalde invalshoek door het thema
regio’s.

Hoofdstuk 3: Lesgeven met de kaart
Bij aardrijkskunde ben je altijd bezig met de verschijnselen op aard. Daarbij kan je niet om
kaarten heen. Wat is een kaart? Een kaart is een verkleinde en vereenvoudigde weergave van
de wereld op een plat vlak. Op een kaart wordt de werkelijkheid op een bijzondere manier
weergeven. Om zo’n kaart te kunnen lezen, moet je goed begrijpen wat er precies veranderd
tussen de werkelijkheid en de kaart. Kaarteigenschappen:
● Plat vlak: je ziet alleen het aanzicht van bovenaf.
● Verkleining (schaal): de werkelijkheid wordt sterk verkleind. Deze wordt uitgedrukt in de
kaartschaal.
● Vereenvoudiging (generalisatie en symbolen): verschijnselen moeten weggelaten of
samengevoegd worden, voor deze generalisatie worden symbolen gebruik.
● Oriëntatie: het biedt oriëntatiepunten zodat plaatsen goed te vinden zijn. Dit gebeurt door middel
van richting en een coördinatiestelsel. Richting wordt weergegeven met behulp van een
noordpijl of windroos. Coördinaten kunnen worden weergegeven met behulp van een
vakkenstelsel of aan de hand van geografische breedte en lengte (NB, ZB, OL, WL)
Het begrijpen van deze specifieke kenmerken van kaarten kan spelenderwijs bij kinderen
worden aangeleerd. Bij kinderen van groep 1 en 2 kun je met vaardigheden gaan oefenen.
● Geo-kwartetten: in kaarten worden in legenda in allerlei ruimtelijke verschijnselen
samengevoegd tot een paar legenda-eenheden. Zo krijgen bijvoorbeeld huizen dezelfde kleur
en kunnen er series gemaakt worden van huizen.
● Kaarten maken van een verhaal: voor de ruimtelijke oriëntatie op een kaart moeten kinderen om
kunnen gaan met begrippen zoals voor, achter, links, etc. Lees met leerlingen een boek waarin
de hoofdpersoon zich herkenbaar verplaatst. Maak deze omgeving na. En laat ze ter afsluiting
zelf de kaart namaken.
Kinderen in groep 3,4 en 5 zijn in staat om mentale kaarten te vormen van een bekende
omgeving.
Hierdoor kun je beginnen met het aanleren van bijzondere eigenschapen van de kaart.
● Van driedimensionaal naar tweedimensionaal → plattegrondsbesef (¾). Laat leerlingen eens
recht van boven naar dingen kijken. Wat zien ze dan? Ze beginnen met het tekenen van de

, omtrek en een paar voorwerpen wat zich later kan uitbreiden tot een hele plattegrond van een
dorp.
● Van groot naar klein → schaal (⅘). Wanneer de leerlingen een tekening moeten maken van
hun tafel met hun spullen erop, zal die verkleind moeten worden.
● Dingen weglaten → generalisatie (⅘). Bij het tekenen van een plattegrond van bijvoorbeeld het
lokaal kan en hoeft niet altijd alles op die plattegrond getekend worden. Dingen worden
weggelaten.
● Oefenen met richting en afstand → (⅘). Je kunt begrippen die te maken hebben met afstand
oefenen door middel van de gemaakte plattegrond. Ook kun je een route tekenen die ze zelf
gaan lopen.
● Legenda maken met behulp van symbolen → (⅘). Bij een plattegrond afspraken maken over
welk voorwerp welke kleur krijgt.
● Van binnen naar buiten → (5). De leerlingen zijn bekend met een kaart en weten hoe deze tot
stand komt. De volgende stap is het toe passen in de eigen schoolomgeving.
● Van dichtbij naar verweg → (⅚). Echte kaarten blijven het leerzaamst. Wanneer je deze
meeneemt in de les ontdekken ze dat informatie op de kaart steeds abstracter wordt en dat
kleuren, lijnen en punten op de kaarten allemaal een eigen betekenis hebben.
● Plaatsbepaling → relatief en absoluut.
➔ Relatief: vakkenstelsel/coördinaten. Een plaats precies vinden.
➔ Absoluut: relatief lokaliseren. Het gebruik maken van windrichtingen.
Kinderen in groep 6,7 en 8 leren de kaarten te lezen die abstracter en kleinschaliger zijn. Ook
leren ze waarvoor en hoe je kaarten kunt gebruiken. Kaarten zijn onmisbaar om meer over
gebieden te weten te komen. Hierbij kun je een aantal vaardigheden onderscheiden:
● Inventariseren: wat is er op de kaart te vinden?
- Inventariseren is de kaartvaardigheid die veruit het meest wordt gebruikt. Het houdt in dat je
gegevens gaat verzamelen met behulp van de kaart.
- Voorbeelden: het zoeken van de hoofdsteden op de kaart van Europa of het zoeken van de
hoogste berg in de Alpen.
● Visualiseren: hoe ziet het eruit?
- Visualiseren betekend eigenlijk: je een voorstelling maken van het gebied dat op de kaart
weergeven is. Het idee achter leren visualiseren is dat leerlingen zich ervan bewust wordend at
een kaart niet alleen iets abstracts is, maar een vertaling van de werkelijkheid.
● Analyseren: patronen of verbanden ontdekken.
- Op kaarten kan ontzettend veel informatie over gebieden worden weergeven. Je kunt
leerlingen daarom juist leren ontdekken op kaarten.
- Met goede vragen kun je leerlingen patronen laten zoeken → analyseren.
- Je kunt ook gegevens laten vergelijken op verschillende kaarten.
● Interpreteren: verklaren wat er te zien is.
- Gevonden patronen verklaren.
- Bij interpreteren gaat het om het verhaal achter de kaart.
- Je kunt soms een stap verder gaan. Namelijk het voorspellen.
Deze kaartvaardigheden komen overeen met de geografische vierslag. De eerste drie stappen:
beschrijven, herkennen en verklaren komen overeen met inventariseren, analyseren en
interpreteren. Bij aardrijkskunde wordt er voortdurende geschakeld tussen afbeeldingen en
kaarten. De kaart geeft houvast bij de afbeeldingen. Welke foto’s zijn geschikt?

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NinaYska. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.25. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.25  3x  sold
  • (1)
  Add to cart