Geschiedenis samenvatting
Duitsland
2.1 Van de Eerste naar de Tweede Wereldoorlog
Het einde van de Eerste Wereldoorlog
In het voorjaar van 1918 was de eerste Wereldoorlog al bijna 4 jaar bezig. Voor alle oorlogvoerenden
landen was uitputting nabij. Met een laatste veldslag wilde het Duitse leger door het geallieerde
westfront breken. Eerst leek dit te lukken totdat de Amerikanen steeds meer solgaten stuurden. In
september 1918 was het voor het Duitse leger duidelijk dat ze hadden verloren. Toen de rijksdag dit
op 2 oktober hoorde waren ze sprakeloos. Alle Duitsers waren geshockt door dit nieuws, omdat de
pers onder censuur had gestaan, waardoor er geen slecht nieuws over de oorlog was. Ook had de
overheid veel propaganda gemaakt waardoor het Duitse volk dacht dat Duitsland de oorlog zou
winnen.
Duitsland in november 1918
Op 9 november 1918 maakte het Duitse leger duidelijk dat ze niet meer wilde vechten. Aan keizer
Wilhelm II was verteld dat hij in Duitsland niet meer welkom was. Hij vertrok naar Nederland om
daar asiel aan te vragen. 2 dagen laten op 11 november 1918 om 11 in de ochtend werd er een
wapenstilstand getekend en was er een einde aan de oorlog. In Duitsland bleef de situatie
gespannen. Bijna elk gezin had iemand verloren aan het front. Soldaten kwamen verbitterd terug en
waren vaak dak- en werkloos.
Op politiekgebied was Duitsland erg verdeeld. De SPD was het grootst. Deze partij komt op voor de
arbeiders. De conservatieve elite verlangde terug naar een Duitsland zoals voor de oorloog. Er
probeerde ook extremistische groepen groot te worden. De communisten zijn hier het bekendste
van.
Het ontstaan van de republiek van Weimar
Tot de zomer van 1919 was er een burgeroorlog tussen linkse en rechtse groepen. Toch werden er
verkiezingen gehouden. De SPD, Centrum en de DDP kregen driekwart van de stemmen. Omdat het
in Berlijn onrustig was kwamen de parlementsleden in Weimar samen. In de periode die volgt na het
Duitse keizerrijk werd Duitsland de republiek van Weimar genoemd. De eerste taak van het nieuwe
parlement was om een nieuwe grondwet te schrijven. Hier ging men uit van drie principes:
parlementaire democratie, gelijkheid en gegarandeerde rechten en vrijheden voor iedereen.
In de grondwet stond dat de rijksdag (het parlement) de wetgevende macht had. De regering, die
bestond uit een paar ministers en de rijkskanselier (soort minister-president), had de uitvoerende
macht. Behalve regering en rijksdag was er ook een rijkspresident. Hij werd door het volk gekozen en
had veel macht. Hij mocht de regering benoemen en ontslaan. Ook mocht hij een noodtoestand
uitroepen.
De vrede van Versailles
In januari 1919 begonnen er in Versailles onderhandelingen over de wapenstilstand. De
onderhandelaren waren het erover eens dat Duitsland alleen schuld had voor de oorlog. Duitsland
kreeg zware straffen:
1. Gebiedsafspraken: Duitsland verloor veel grondgebied en alle koloniën.
, 2. Militaire afspraken: het Duitse leger mocht max 100.000 beroepssoldaten bevatten.
Duitsland mocht ook geen luchtmach en oorlogsvloot meer. De wapenindustrie werd
stilgelegd en het Rijnland werd gedemilitariseerd.
3. Financiële afspreken: Duitsland moest schade in Frankrijk, Engeland en België vergoeden.
Duitsland moest 132 miljard goudmark betalen.
De dolkstootlegende
Veel Duitsers begrepen nier hoe het “machtige en geweldige” Duitsland de oorlog kon verliezen. In
de jaren na de oorlog was de dolkstootlegende populair. Dit is het idee dat het Duitse leger door
eigen regering in de steek was gelaten, het leger kreeg een mes in de rug. Veel extremistische
groepen gebruikte deze dolkstootlegende om andere groepen zwart te maken. Volgens sommige
zorgde kapitalisten voor al het erge en voor andere waren dit de joden. Van veel Duitsers kregen de
politici de schuld van de ‘schande van Versailles’. Behalve het wantrouwen hadden de bestuurders
van de republiek van Weimar ook te maken met moeilijke vraagstukken. Dat dat lastig was blijkt uit
het feit dat er in Duitsland tussen 1919 en begin 1933 21 verschillende regeringen waren.
De eerste economische crisis
Het nakomen van de financiële afspraken in het verdrag van Versailles was voor Duitsland
onmogelijk. Vanaf 1921 moest Duitsland 30 jaar lang 2 miljard goudmarken en 26% van de
exportwaarde afdragen. Ook al was dit lastig beloofde de Duitse overheid de afspraken na te komen.
Toen Duitsland in 1923 niet genoeg kon betalen bezetten Franse troepen het Ruhrgebied. Duitsland
accepteerde dit niet en vroeg arbeiders in het Ruhrgebied om te staken, dit deden ze massaal. Om de
lonen van de arbeiders te kunnen blijven betalen drukte de Duitsers veel geld bij. Hierdoor ontstond
een hyperinflatie, waardoor de goudmark al snel niks meer waard was.
Dawesplan
De Fransen, Britten en de Amerikanen zagen dat de herstelbetalingen zo niet lukten, dus bedacht de
Amerikaan Charles Dawes in 1924 het Dawesplan. De fransen zouden zich terugtrekken uit de
Ruhrgebied en de Duitsers zouden een nieuwe munt invoeren. Zo werkte het Dawesplan:
Het plan werkte: de Duitse economie herstelde zich snel.
De tweede economische crisis
Al snel waren er in Duitsland nieuwe economische problemen. Dit begon in de VS. De VS
produceerde veel in de 1e wereldoorlog omdat er toen in Europa veel vraag was. Toen de 1 e
wereldoorlog voorbij was nam de vraag af maar bleef de VS veel produceren. Hierdoor ontstond er
overproductie in de VS. Hierdoor daalde de prijzen en verloren veel mensen hun baan. Op 24 oktober
1929 vond er een beurskrach plaats op Wall Street. Dit leidde toe veel faillissementen. Banken
konden geleend geld niet terugkrijgen en gingen failliet. Bedrijven verkochten minder omdat mensen
werkloos waren. Er ontstond een wereldcrisis. Doordat Duitsland afhankelijk was van de leningen van
de VS trof deze crisis Duitsland nog harder. In Duitsland daalde de industriële productie in 3 jaar met
40%. De werkloosheid nam toe. De Republiek van Weimar kom dit probleem niet oplossen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller robinvanas1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.