Aesthetics in Communication:
Hoorcolleges
Hoorcollege 1: Introductie
Natuurlijke schoonheid: onze hersenen (of die van welk dier dan ook) hebben niet ‘geleerd’ om
bepaalde uiterlijkheden (kleuren, vormen, geluiden, gevoelens, geuren) mooi te gaan vinden.
Het is precies omgekeerd gegaan: de kenmerken van hersenen die maken dat dieren zich tot
bepaalde uiterlijkheden aangetrokken voelen (ze ‘mooi’ vinden), bestonden allang voor die
uiterlijkheden ontstonden. Oftewel de evolutie heeft ervoor gezorgd dat die uiterlijkheden naar
‘onze’ smaak zijn geëvolueerd. Beauty is ‘in the brain’ of the beholder.
Artefacten: dingen die door mensen gemaakt zijn / een opzettelijk gevaardigd (gebruiks)voorwerp
bijvoorbeeld schilderijen, standbeelden, muziek, gedichten, reclame, websites, apps, boekomslagen,
productverpakkingen (niet in de natuur, dit komt vaak door voortplanting)
Charles Darwin: “The sight of a feather in a peacock’s tail makes me sick” (hij snapte het niet, want
Darwin hield zich vooral bezig met eigenschappen die functioneel waren om te leven en dit was
volgens hem evident niet functioneel)
Wat is esthetiek ~ Reber et al, 2004: 3 perspectieven
1. objectivistisch: schoonheid is een ‘objectieve’ eigenschap van een object Bv. Gestalt-
principes (symmetrie, contrast, balans, gulden snede etc.) principes die dingen helpen te
ordenen en ook invloed heeft op esthetiek.
2. Subjectivistisch: schoonheid is een subjectieve ervaring van de ontvanger “Beauty is in the
eye of the beholder”/over smaak valt niet te twisten.
3. interactionistisch: schoonheid ontstaat uit de interactie tussen object-eigenschappen en de
cognitieve en affectieve verwerking van die eigenschappen door een persoon. (in deze cursus
besproken)
Wat is schoonheid? ~ George Santayana
• value positive: schoonheid is iets positiefs
• intrinsic: schoonheid verschaft plezier zonder tussenkomst van verwacht nut (je vind het
meteen al mooi zonder dat het voor jou enige toegevoegde waarde hoeft te hebben)
• objectified: er is altijd IETS wat we mooi vinden; het draait altijd om een bepaald object
emprirische esthetiek: The study of those mental processes that underlie disinterested evaluative
experiences that are anchored at the positive end by feelings that would accompany verbal
expressions such as “Oh wow! That’s wonderful! I love it!” and at the negative end by “Oh yuck!
That’s awful! I hate it!” ~ Palmer
“disinterested”: not influenced by considerations of personal advantage.
Ofwel: in de empirische esthetiek bestuderen onderzoekers wat mensen mooi of lelijk vinden en
waarom. Descriptief: (“wat vinden we mooi”) in plaats van normatief (“Wat zouden we mooi moeten
vinden?”).
Waarom is het belangrijk om esthetiek in communicatie te bestuderen? Als iets het maar doet
toch? (usability):
Daar kijken we inmiddels anders tegenaan: ~ Tractinsky
, - esthetiek draagt bij aan of verbetert de “user experience” van het artefact – “attractive
things work better” ~ Norman – ook moeilijk uit elkaar te trekken
- esthetiek bevordert ons plezier en welzijn en daarmee onze gezondheid (voorziet in onze
psychologische behoeften)
- esthetiek zorgt voor intrinsieke motivatie om met een artefact aan de gang te gaan. We
worden ook toleranter t.o.v. designfouten.
- esthetiek beïnvloedt onze attitudes en beslissingen. We hebben een voorkeur voor
dingen/mensen die we mooi vinden – “What is beautiful is good/trustworthy/usable”
Esthetische waardering/evaluatie van een stimulus X = de situering van X door persoon Y op schalen
als: mooi, lelijk etc.
Antecedenten: de objectkenmerken: (Gestalt-principes)
• orde: snel zonder inspanning te verrichten kunnen zien wat iets is.
• Eenvoud: zo snel mogelijk van soms complexe input weten waarmee we te maken hebben
• Identificeerbaarheid: we willen graag meteen weten wat we zien. Ambique
• Gelijkvormigheid: om bedoelde relatie tussen zaken snel te leggen.
Esthetische evaluatie: de processen
• Fluency: klassieke esthetiek. Je moet de waarneming zo aangenaam en vloeiend mogelijk
maken. Soms onbewust of een bewuste blokkade van deze vloeiendheid. Wanneer dit
bewust gebeurt dan heet dit expressieve esthetiek.
Outcomes: communicatief effect (onze metingen – afhankelijke variabelen)
Bv. Bij 1 dominante kleur in je afbeelding geeft 17% meer likes
Bv. Bij blauw als achtergrond → 27% meer likes etc.
,Hoorcollege 2: esthetische eigenschappen – vorm
Ramachandran:
“any theory of art (or indeed any aspect of human nature has to ideally have three components”:
- The logic of art: whether there are universal rules or principles (kritiek: kunst is een gevoel
zonder logica)
- The evolutionary rationale: why did these rules evolve and why di they have the from that
they do (waarom zijn het precies deze regels die we gebruiken)
- What is the brain circuitry involved (neurologie, waar we ons niet mee bezig gaan houden)
Het limbische systeem – deel van de hersennen dat is betrokken bij:
- affect/emoties/plezier/genot/ …
- aandacht/verrassing/nieuwsgierigheid/…
- plezier verkregen door ‘solving problems’/uitdagingen
Neocortex: rational or thinking brain
Limbic brain: emotional or feeling brain
Reptilian brain: instinctual or dinosaur brain
“But, even if beauty is largely in the eye of the beholder, might there be some sort of universal rule
or ‘deep structure’, underlying all artistic experience?
Peak shift: De voorstelling treft de essentie van iets door dat te vergroten of anderszins te
benadrukken. Bijvoorbeeld iets heel mannelijk of vrouwelijk maken.
Dit kom je ook veel tegen in de politiek, karikaturen. Ramachandran zegt ook dat een peak shift vaak
een karikatuur is ook in andere domeinen. → De cartoons geven Obama en Rutte weer op hun
Obama’st en Rutte’st.
Zebravinken met een oranje snavel voor de vrouwen en een rode snavel voor de mannen hebben
een peak shift in evolutionaire oorsprong. Jonge vogels leren dit onderscheid te maken door wie hun
voert door hun ouders. Wanneer mannetjes dan uiteindelijk op zoek moeten naar een vrouwtje, ze
gaan niet op zoek naar vrouwtjes maar proberen mannetjes uit te sluiten (er zijn vergissingen
mogelijk bij een beak-peak, bij een overlap in afwijkingen in kleuren). De evolutie kan er dan voor
gaan zorgen dat vrouwtjes steeds meer oranje snavel krijgen, dan is vergissen niet meer mogelijk.
Ook mogelijk een kleur-shift: kaas wordt een hele gele kleur gegeven in reclames om kaas te
kenmerken.
Omvang-shift: enorme omvang van de prijs in een reclamefolder met acties.
Groepering, Symmetrie en Contrast:
→ Gestalt principes
De voorstelling maakt clever (esthetisch verantwoord) gebruik van de Gestalt-wetten
→ theorie van hoe wij dingen waarnemen
Een groep vogels nemen wij niet waar als een grote groep vogels maar als een zwerm (als 1 ding) ons
brein probeert dingen waar te nemen als 1 object. Deze eenheid van waarneming wordt geschonden
als een aantal vogels van die zwerm een andere route kiest.
Gestalt-wetten zijn bij uitstek vorm esthetiek
Ze betreffen vooral hoe je dingen ziet en niet wat je ziet.
Gestalt-wetten vinden hun oorsprong bij 3 duitse psychologen rond de jaren 20 van de vorige eeuw:
- Kurt Koffka
- Max Wertheimer
- Wolfgang Köhler
, Prägnanz (pregantie)
- goede vorm
- we nemen visuele stimuli op een zo simpel mogelijke manier waar
→ eenvoud
Bijvoorbeeld layout van een website
→ Voor/achtergrond
Bijvoorbeeld plaatjes waar je een witte op zwarte achtergrond ziet of zwart op wit en
je kan er maar 1 tegelijk zien, maar er zijn 2 mogelijkheden. Of bijvoorbeeld google
maps die routes scherm met een duidelijke kleur blauw laat zien wat jouw route is
tegen de achtergrond.
→ Nabijheid (proximity)
Wanneer objecten dicht bij elkaar staan dan wordt dit gezien als een groep.
(bijvoorbeeld geen 8 stippen, maar 4 stip duo’s → door de afstand binnen de duo’s
en tussen de duo’s) Dit kan in vorm (andere vorm geven om groepen te maken),
kleur, omvang, oriëntatie (ovalen horizontaal of verticaal weergegeven) etc.
→ Gelijkheid (similarity)
Soms vormen dingen functioneel wel dezelfde groep maar esthetisch gezien niet.
→ Symmetrie
Wanneer je objecten volledig op zichzelf kunt vouwen, zodat het ene deel precies op
het andere deel terecht komt. Kan ook gebruikt worden om een contrast weer te
geven.
→ Gelijke achtergrond (common region)
Vorm van gelijkheid maar dan in achtergrond. Een boodschap kan verschillend
begrepen worden door gebruik van achtergronden.
→ Gelijke bestemming (common fate)
Meestal op bewegende foto’s betrekking. Wanneer je in een statisch beeld een
sterke vorm van beweging krijgt.
→ Closure
Het idee dat we onvolledige informatie met ons brein aanvullen.
→ Continuïteit
We trekken lijnen die er niet zijn door hoe dingen zijn weergegeven. We vullen lijnen
moeiteloos aan, door de eenvoudigste optie te kiezen. We zien de ringen van de
olympische spelen als 5 ringen in elkaar en niet als 5 ringen met open stukjes er
tussen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kellyvanhelvoirt1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.90. You're not tied to anything after your purchase.