100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Media Effecten (S0B02C) - inclusief notities (2020/2021) $7.92
Add to cart

Summary

Samenvatting Media Effecten (S0B02C) - inclusief notities (2020/2021)

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting media-effecten, Slides omgezet in word document met notities hierin verwerkt zodat het een begrijpelijke tekst is.

Preview 4 out of 164  pages

  • October 4, 2021
  • 164
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
LES 1: INLEIDING

Media-effecten =“Social or psychological responses occurring in individuals, dyads, small
groups, organizations, or communities as a result of exposure to or processing of or otherwise
acting on media messages.”
 Sociaal en psychologish dus niet altijd waarneembaar door buitenstaander. Ook
inwendig proces.
 Op verschillende niveaus; individu’s, groep,…
 Blootstelling OF verwerking van media (of handelen naar)
o Blootstelling; moet niet altijd verwerkt worden voor effect te creëren


K E NNI S
Kennis door ervaring = empirie
 Beschouwd als betrouwbaar
 Veel trial and error -> trage vooruitgang
o Traag want ‘alles alleen doen’ + je gaat veel fouten maken
 Veel gebruikte techniek om oordelen te vellen over media-effecten
o Omdat we zelf veel ervaring hebben met social media dus er snel over gaan
oordelen

 Bv. “geweldadige games hebben geen invloed” omdat we dit zelf nooit hebben
meegemaakt
 -> Dus empirie is geen goede basis

Kennis door autoriteit
 Vertrouwen door achtergrond
 Probleem: Te veel vertrouwen? -> doortrekken naar iedereen/doortrekken naar andere
domeinen?
o Niet elke dokter is een goede dokter (iedereen)
o Als dokter vertelt over iets economisch geloven mensen het direct (ander
domein)
 Wie is te vertrouwen over media- effecten?
o Al tv-netwerk documentaire maakt over Media effecten, “zal wel waar zijn, zijn
experten” -> Maar soms ander doel: ‘niet gewelddadig’ omdat ze anders zulke
films niet kunnen broadcasten

Kennis door wetenschap
 Systematische observatie: keer op keer opnieuw testen om te bevestigen
o <-> casual observatie
 Science works: kennis van wetenschap is goed want er is bewijs bv dat mensen
genezen
 Ook nadelen: wordt uitgevoerd door mensen -> maken fouten

-> Doelen van wetenschap
-> Hoe doelen bereiken?

,WETENSCHAP

D O EL EN V AN W ETEN SC HA P

1. Voorspellen
 = zeggen wat er in de toekomst gaat gebeuren
 Mensen baseren hun gedrag daarop
 Weersvoorspelling -> gedrag: kleren aandoen obv bericht
 Media-effecten vb. voorspellen welke kinderen vatbaar zijn voor geweldeffecten
 MAAR voorspellen op lange termijn is beperking

2. Verklaren
 = in bredere context plaatsen
 Worden voortdurend verder opgebouwd: meerdere keren doen & bevestigen of
bijsturen
 Media-effecten vb. verschillende verklaringen voor geweld effect
o Verschillende verklaringen voor één effect: X zegt dit en Y zegt dat

3. Begrijpen
 = de volgorde kennen van causale gebeurtenissen
 Komt voort uit een goede verklaring
 Media effecten vb. welke verschillende stappen tussen bloostelling en gedrag?

4. Controleren
 Gevolg van voorspellen, verklaren en begrijpen
 Kennis in praktijk gebruiken = de bredere context van wetenschappelijk onderzoek
 Media-effecten vb. rating systemen films of games -> ‘veel geweld -> oppassen!’

HOE DOE LE N BE RE IK EN ?


1. Theorie
 The chicken and the egg: eerst theorie en dan onderzoek of omgekeerd?
o Klassieke manier is beginnen met theorie en obv daarvan onderzoek uitvoeren,
maar in praktijk door elkaar
o Als er geen of weinig theorie is, dan eerst onderzoek en erna terug naar theorie
-> wisselwerking
 Theorie is uitgebreid, meer dan 1 statement -> alle concepten verbonden aan elkaar
o <-> Idee: “ik denk dat” is niet bewezen
 Kernconcepten bepalen en hun relaties -> “wat is geweld?”, “wat is media?”
 Hypotheses die getest kunnen worden
 Wisselwerking tussen theorie en data

2. Falsifieerbaarheid
 Je moet op voorhand kunnen zeggen welke bevindingen ervoor zorgen dat de
hypothese fout is
 Vb. Alle zwanen zijn wit
o H: de volgende zwaan die je ziet is wit
o O: de zwaan is wit -> H is bevestigd


3. Creativiteit
 Theorie wordt door mensen gemaakt, die ook ooit student waren
 Mensen zijn meer geneigd ze ernstig te nemen als ze logisch lijken

4. Generaliseerbaarheid
 Wetenschap zoekt naar algemene patronen
 Als dokter zegt dat 7/10 mensen hoofdpijn krijgen van de pil, weet je dat de
kans groot is dat jij dat ook kan hebben. -> interessant
 Die ene persoon van de zoveel die een andere bijwerking had -> niet relevant
 Zo veel mogelijk verklaren met zo weinig mogelijk variabelen
 Case studies zeggen weinig over algemene patronen

2

,  Die algemene patronen als kennis verspreiden helpt veel meer

5. Objectieve waarheid ontdekken
 “Er is geen objectieve waarheid” -> maar die is er wel
 Media heeft een invloed op kinderen, of media heeft geen invloed op kinderen
 Betekent niet dat die invloed op alle kinderen hetzelfde is!
 DUS ofwel invloed ofwel niet, maar daarom niet dezelfde invloed

6. Sceptisch blijven
 Altijd mogelijkheid tot controversies
 Er zijn geen definitieve conclusies
 Maar consensus groeit met meer onderzoek te doen en kennis bij te sturen


GESCHIEDENIS VAN MEDIA-EFFECTEN ONDERZOEK

G E BE URT EN NISS EN D IE B EZ OR GDH EDE N OV ER EFF EC TE N VA N MAS SA MED IA H EB BE N DOEN
T OE NEM EN

1. Spaans- Amerikaanse oorlog (1898)
 Newspaper publisher William Randolph Hearst publiceerd brief van de spaanse
regering over Amerikaanse president waarin die zwak wordt voorgesteld
 -> Grote invloed op publieke opinie
 -> president wordt onder druk gezet om oorlog te starten
 -> publicatie was onrechtstreeks aanleiding tot oorlog

2. Propaganda WO I (1917)
 George Creel aangesteld om propaganda te beheren
 Wartime propaganda -> reeks publicaties om opinies van volk. Te
veranderen en overtuigen dat oorlog noodzakelijk was

3. Films als ontspanning (1920s)
 Werd razend populair, omdat mensen nog geen andere
ontspanningsmogelijkheden in huis hadden
 Maar wat zijn mogelijke effecten op attitudes? Wat met kinderen?
 Steeds meer onderzoeksinteresse sinds 1920s
 -> Payne fund studies (1929-1932)

Payne fund studies
 Onder leiding van Edgar Dale -> 13 studies over effecten van films
 Inhoudsanalyse in grote thema’s e.g., children, comedy, crime, history, love, mysterie,
sex, travel, social propaganda and war
 Meer dan 75% in drie categorieën: crime, love and sex

 Emotionele impact?
 Gebruik van fysiologische electroden om te achterhalen hoe kinderen en
volwassenen reageren op bepaalde inhoud
 Galvanische huidgeleiding: hoeveel zweet dat je huid produceerd. Hoe meer
zweet -> hoe meer geleiding (gemeten door elektoden op vingertoppen)
 Verschillen tussen jonge en oudere adolescenten

 Impact op gedrag?
 Vb. onderzoek Blumer: vragenlijsten en interviews bij kinderen en
jongvolwassenen: hoe denken ze dat media hun gedrag beïnvloed
 VERSCHILPUNT: deze techniek zou veel kritiek krijgen op vandaag
o Foute inschattingen + Wat met onbewuste processen?

 Na de Payne Fund studies: legacy of fear = basis dat we ‘bang’ moeten zijn vd effecten
v media

4. The invasion from Mars (1930s)
 Dominant medium in VS: radio
 War of the Worlds: narratief fictief verhaal verteld door Wells (30/10/38) -> Aliens

3

,  Nog nooit zo een grote invloed op publiek geweest -> grootschalige paniek
 Men dacht dat mensen zouden doorhebben dat het fictief was, maar dat was niet zo

-> Onderzoek door Princeton University
 Analyse van kranten, surveys en persoonlijke interviews
 Belangrijkste verklaring: Amerikanen heel veel vertrouwen in radio
 Goede technieken die bijdragen tot realiteitsgevoel
 Missen van aankondiging dat verhaal was
 Individuele verschillen ! -> sommige geloofden het en andere niet
 -> Media kan wereldwijd intense respons oproepen bij het publiek

-> De eerste theorie rond media effecten: Magic Bullet model
 Onderzoek was tot dan toe: case- onderzoek, exploratief, zonder theorie en
hypotheses
 Sommige onderzoekers omschreven het als Magic Bullet Model = hypodermic needle
model of mass communication
 MAAR weinig aandacht voor verschillen in responses = individuele verschillen niet
opgenomen




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller OliviaSeck. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.92. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48756 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$7.92
  • (0)
Add to cart
Added