100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Bedrijfseconomie 14/20 $5.95   Add to cart

Summary

Samenvatting Bedrijfseconomie 14/20

 79 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting Bedrijfseconomie 1e jaar bedrijfsmanagement Arteveldehogeschool 14/20 1e examenkans

Preview 4 out of 45  pages

  • October 4, 2021
  • 45
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting bedrijfseconomie
Boek: cost accounting
1 Hoofdstuk 1: inleiding

 Het vak bedrijfseconomie bestaat uit 3 delen:
o Cost accounting
o Financial accounting
o Management accounting

 2 soorten accountingsystemen:
o Management accounting:
 Cost accounting (deel 1)
 Management controle (deel 3)
o Financial accounting:
 Financiële analyse (deel 2)

1.1 Cost accounting of kostprijsberekening
 Cost accounting = kostprijsberekening:
o Wat kost het mij om een eenheid te produceren?  productiekostprijs

 2 doelstellingen:
o Informatie over kostprijs van producten/ diensten voor externe verslaggeving
(productiekostprijs)
o Informatie nodig m.b.t. beleidsbeslissingen ( totale kostprijs)

 Cost accounting houdt zich vooral bezig met het toewijzen van kosten.

 Bij het toewijzen van kosten aan kostenobjecten kan men zich beperken tot het toewijzen van de
productiekosten aan deze kosten objecten. = productiekostprijs.

 Twee doelstellingen:
o Informatie over de kostprijs van de producten of diensten nodig bij de externe verslaggeving.
o Gebruik van kostprijsinformatie om beslissingen te nemen.

1.2 Financial accounting
 Financial accounting:
o Een extern document  stakeholders = belanghebbende
o Strikte regelgeving ( hoe groter het bedrijf, hoe meer in detail)
o Financiële infomatie

 Proces voor het maken van verslagen voor externe partijen, voor personen buiten de organisatie, zoals
aandeelhouders, crediteuren en overheidinstanties.

Het proces volstrekt zich binnen strikte beperkingen:
o Gebaseerd op werkelijke kosten ( historisch of nagecalculeerd)
o Instituten die geldende normen bepalen
o Wetgevende instanties
o Belastingsdiensten
o Voorschriften van onafhankelijke accountants
 Doelstelling financial accounting: rapporteren financiële toestand aan stakeholder.

1

,1.3 Management accounting

 Verbeteringsproces voor plannen, ontwerpen,… van zowel niet-financiële als financiële
informatiesystemen, dat toegevoegde waarde creëert.

 Geeft richting aan activiteiten van management, motiveert gedrag en ondersteunt en levert culturele
normen en waarden die nodig zijn om strategische, tactische en operationele doelstellingen van
organisatie bereiken.

 Management accounting:
o Boekhouding die richting toekomst gaat werken  manager gaat dit bijhouden
o Intern bijhouden en inhouse werk
o Gedetailleerd
o Financiële gegevens maar ook niet financiële gegevens

 Vroeger bestond management acoounting voor het grootste deel uit cost accouting. De laatste 20 jaar
heeft dit een grote evolutie meegemaakt. Er zijn meer activiteiten bijgekomen.

 Management acoounting is niet langer alleen maar communicatiemiddel is. Men stelt duidelijk dat ook
het accounting process waarde moet toevoegen aan de onderneming.

1.4 Cost management

 Bij cost management gaat men verder dan de vraag naar wat een product kost.

 Cost management staat de vraag naar kostenreductie altijd centraal.

 Met het aspect cost management zijn we beland bijj besluitvorming en planning.

1.5 Verschil tussen financial accounting en management accounting

Financial accounting Management accounting
Externe verslaggeving Interne verslaggeving
Vertraagd, historisch gericht Actuele rapportering: toekomstgericht
Zeer gereguleerd Geen regelgeving
Finacieel Fincancieel, operationeel, fysiek
Objectief: controleerbaar, betrouwbaar, consistent Subjectiever: wel geldig, relevant en accuraat
en exact
Gecomprimeerd Gedetailleerd

1.6 Uitgangspunt

 Different costs for different purposes:
o Voorraadwaardering
o KT- beslissingen
o Planning
o Controle
o Strategische beslissingen

1.7 Strategische langetermijnplanning

 Bepaling van strategische objectieven op basis van sterke/zwakke analyse

 Bepaling hoe onderneming waarde kan creëren via haar producten/diensten voor consument.



2

,  Uitgangspunt: non-comitted resources


 Strategische langetermijnplanning:
o Beeld uitstippelen, nadenken over strategie
o SWOT analyse
o Non-committed resources:
 Geen vestgelegde middelen:
 Lange termijn visie

 Van zodra objectieven en strategische doelstellingen zijn bepaald, volgt planning op korte termijn.

 De onderneming bepaalt haar strategische objectieven op basis van een analyse vanhaar sterke en
zwakke punten en die van haar concurrenten.

 Bij deze strategische planning staat de vraag centraal op welke wijze de onderneming via haar
producten en diensten waarde kan creëren voor de consument.

 Op lange termijn zijn de meeste middelen nog “non-commited recources” of nog iet vastgelegde
middelen.

 Op lange termijn en middellange termijn kan men immers productiecapaciteit afbouwen of uitbreiden,
mensen in dienst nemen of ontslaan, langetermijncontracten afslluiten met leveranciers.

 Men spreekt dan van vastgelegde middelen of “committed recourses”.

 Slechts een klein gedeelte van de kosten is dan op korte termijn beïnvloedbaar.

1.8 Operationele planning en budgettering

 Korte termijnplannign houdt rekening met:
o Gekozen doelstellingen
o Vastgelegde middelen (arbeidskrachten, grondstoffen,…)
o Ondernemingsomgeving
o Voorbeelde KT-planning: bepaling productievolume,…

 Operationele planning en budgettering:
o Financiële middelen op een jaar inzetten, vastgestelde middelen
o SMART-doelstellingen:
 Specifiek
 Meetbaar
 Acceptabel
 Realistisch en tijjdsgebonden

 Budget vertaalt in financiële termen en hoeveelheden activiteiten van onderneming op korte termijn.

 Mastebudget = bidget van de hele onderneming

 Relevante kosten en opbrengsten:
o Wanneer onderneming op KT alternatieven t.o.v elkaar afweegt, bekijkt ze alleen die kosten
& opbrengsten die op KT wijzigen naar gelang alternatieven (= relevante kosten en
opbrengsten).

 Wanneer een onderneming bepaald heeft wat haar objectieven zijn en beslist heeft hoe zij die
doelstellingen gaat realiseren, volgt de planning op korte termijn.



3

,  De planning op korte termijn houdt rekening met de gekozen doelstellingen van de ondernemingen,
de vestgelegde middelen van de onderneming.

 Bij de kortetermijnplanning houdt men bovendien ook rekening met de ondernemingsomgeving van
dat moment.

1.9 Management controle

 Geheel van formele en informele systemen die ervoor zorgen dat er informatie (fin & niet-fin)
verzameld wordt over prestaties van onderneming  vaart organisatie juiste koers?

 Werkelijke prestaties <-> vooropgestelde prestaties  corrigeerde acties indien nodig

 Management controle:
o Verschillen analyseren en uitwerken

 Manegementcontrole is het geheel van formele en informele systemen die ervoor zorgen dat er
informatie, zowel financieel als niet-financieel verzameld wordt over de prestaties van de
onderneming.


2 Hoofdstuk 2: kostprijsbegrippen en kostprijscomponenten

2.1 Kosten en kostprijs

 Kosten verwijzen naar de middelen die doelmatig werden of worden ingezet in een onderneming.

 De kostprijs van een kostenobject is het geheel van kosten dat hiervoor worden gemaakt

 Middelen werden ingezet of zullen worden ingezet: dat betekend dat de kostengegevens van tevoren
kunnen worden verzameld of nadat de activiteit werd uitgevoerd.

 Kostenobject: kosteninformatie kan worden verzameld voor tal van kostenobjecten. Vb: productie van
meubelen, diensterlening bank,…

 Met zo weinig mogelijk input, en zo weinig mogelijk kosten

 Taak bedrijf?
o Productiefactoren combineren om toegevoegde waarde te creëren.

 Produceren?
o Als KP/E < VP/E
o Productieproces bekijken

 Productieproces:


VERWERKING
INPUT OUTPUT
Toegevoegde
Kosten Opbrengst
waarde


 Kosten verwijzen naar alle doelmatig ingezette productiemiddelen (in geldwaarde uitgedrukt).

 Kosten <-> uitgaven



4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MDS7. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.95. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

60904 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.95  3x  sold
  • (0)
  Add to cart