100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Mens en recht (rechten) A. Bunthof $5.96   Add to cart

Summary

Samenvatting Mens en recht (rechten) A. Bunthof

1 review
 230 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van 29 pagina's voor het vak Recht aan de Fontys

Preview 3 out of 29  pages

  • January 27, 2015
  • 29
  • 2014/2015
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: denisedebrouwer • 8 year ago

avatar-seller
Hoofdstuk 1: Recht en regels

- Recht: een stelsel van regels waaraan zowel de overheid als de burger zich
moet houden. Deze regels zijn bedoeld om de samenleving te ordenen en
conflicten te voorkomen of op te lossen.

1.1 Waarom is er recht?
- De burgers en de overheid hebben rechten en plichten. Deze komen voort
uit normen en waarden die algemeen gelden in de maatschappij. Recht legt
deze normen en waarden vast in rechtsregels.
- Het recht breng een ordening aan in de samenleving, geeft spelregels voor
gedragingen tussen individuen en voor het handelen van de overheid en
stuurt het individuele gedrag van burgers

Functies van het recht:
* Reactiefunctie  De samenleving veranderd.
* Ordeningsfunctie  Regels en afspraken maken
* Inrichtingsfunctie  Ministeries, rechtbanken etc.
* Regelings- en planningsfunctie  Zorgen dat alles goed loopt
* Controlefunctie

1.2 Vindplaatsen van het recht
- Er zijn 4 rechtsbronnen: (de paragraven 1.2.1, 1.2.2, 1.2.3 en 1.2.4)

1. Wet- en regelgeving:
* Hiertoe behoren de wetten, lagere regelgeving in Nederland en hogere
regelgeving van de EU.
* De Staten-Generaal (1e&2e kamer) en de regering (ministers & de Koning) zijn
de hoogste wetgever, alleen wetten afkomstig van hen worden met wet
aangeduid.
* De hoogste wet in Nederland is de Grondwet (Gw).
* Regelgeving = Ook lagere overheidsorganen kunnen rechtsregels vaststellen
* Koninklijk besluit = Een regeling afkomstig van alléén de regering, als die een
regel bevat wordt het een algemene maatregel van bestuur (AMvB) genoemd.
* ministeriële regeling = Een regeling afkomstig van een minister
* Provinciale staten = kunnen regels vastleggen voor hun provincie
* Gemeenteraad = kan regels vastleggen voor de gemeente
* Nog hoger dan de Grondwet zijn de gemeenschapsvorderingen- en richtlijnen,
vastgesteld door de EU.
* Verordening = regeling van provinciale staten of van de gemeenteraad.

2. Jurisprudentie: aka rechtersrecht.
* Uitspraken van rechters
* Ontstaat doordat algemene regels in wetten en in de overige regelgeving moet
worden toegepast in individuele situaties.
* De rechter moet uitmaken hoe de regels bedoeld zijn, hij vult dus zelf normen in
die niet duidelijk genoeg in de wet staan of die wel in de maatschappij gelden

,maar nog niet in de wet zijn beschreven. Zo wordt nieuw recht gevormd.
* Uitspraak = vonnis, uitspraak of arrest (uitspraak van de Hoge Raad der
Nederlanden)

3. De gewoonte:
* Deze regels zijn niet ergens opgetekend maar ontstaan in de loop van de tijd
door het gebruik ervan in algemene kring. Ze mogen echter niet in strijd zijn met
het recht.

4. Verdragen:
* Verdragen zijn afspraken tussen 2 of meer staten die partij zijn bij het verdrag
én het hebben geratificeerd (ermee akkoord zin gegaan). Deze afspraken gelden
in de staten die partij zijn
* Staan boven de rechtsregels die in Nederland zijn gemaakt.

1.3.1 Dwingend en aanvullend recht:
* Dwingend recht: hiervan mag niet worden afgeweken
* Semi-dwingend recht: partijen mogen binnen beperkte grenzen van dwingende
bepalingen afwijken
* Aanvullend recht: Regels die alleen gelden als specifieke afspraken ontbreken

1.3.2 Rangorde in regelingen
- Er bestaat een rangorde in alle regelingen, de eerste is het hoogst:
1. Verdragen
2. gemeenschaps-vorderingen en richtlijnen
3. Grondwet
4. Overige wetten
5. Algemene maatregels en richtlijnen
6. Provinciale vorderingen
7. Gemeentelijke vorderingen

Deze rangorde bestaat om 2 redenen:
1. In de hogere regelgeving wordt niet alles tot in de detail geregeld. Dit wordt
dan overgelaten aan de lagere regelgevers.
2. Het recht in verdragen en de groeiende regelgeving van de EU kan in strijd zijn
met lagere, Nederlandse regelingen. De rechter kan de lagere regeling buiten
toepassing laten (geldt dan niet).

1.3.3. Objectief en Subjectief recht:
* Objectief recht: Alle geldende regels (rechten en plichten die zijn vastgelegd)
* Subjectief recht: Toegepast recht, mijn recht, het recht waarop ik, betrokken
persoon of subject, kan aanspraak maken

1.4 Grondrechten
- Grondrechten: de meest elementaire en onvervreemdbare rechten van een
individu, die zowel door de overheid als door anderen gerespecteerd moeten
worden. Zij vormen het fundament van een menswaardig bestaan.
- Klassieke grondrechten: alle grondrechten (die dus in de grondwet staan). De

, overheid mag hierop geen inbreuk maken, tenzij de wet haar die bevoegdheid
verleent. De overheid hoeft er niets voor te doen. Bijv. Verbod op discriminatie,
recht op vrijheid van godsdienst etc.
- Sociale grondrechten: Actief ingrijpen van de overheid. Zorgt er voor dat er een
goede gezondheidszorg, voldoende woon- werkgelegenheden en
welvaartsspreiding is waarvan iederen gebruik kan maken
1.5 Recht en de praktijk van het zorg- en welzijnswerk
- Functie van het recht voor maatschappelijk werk: het vormt het kader
waarbinnen hulpverlening plaatsvindt.
- Het bepaalt ook de juridische (on)mogelijkheden van de cliënt om zijn eigen
welzijn vorm te geven.  client moet voor zijn eigen belangen opkomen.
- Juridisering: juridische middelen zijn steeds vaker nodig om de cliënt te
beschermen.




Juridische methode:
* Charismatisch gezag  Stemmen omdat iemand zo aardig is
* Traditioneel gezag  ‘Hij is nou eenmaal zo’ (koning)
* Legaal- Rationeel gezag  Wat is de goede manier?

Hoofdstuk 2: Indeling van het recht

2.1 Publiekrecht en privaatrecht

- Publiekrecht: regels voor het uitoefenen van gezag door de overheid over de
burger en tussen overheidsorganen onderling. Dit gezag wordt uitgevoerd d.m.v.
wetgeving, bestuur en het toepassen van sancties. (dwingend)
Publiekrecht = ondergeschikt: er zijn regels en je moet er aan houden. is door
de overheid gemaakt, wij hebben ons er aan te houden. Geen inspraak
Gezagsbehoud = Als je er niet aan houdt, kan de overheid er
sancties op leggen
Algemeen belang= overheid maakt de regels om de samenleving te
ordenen.
Wordt onderverdeeld in:
1. Staatsrecht: hierin is geregeld hoe de wetgeving tot stand komt, het
beschrijft diverse organen van de overheid en hun bevoegdheden.
2. Bestuursrecht:
* Bevat de regels voor organen van de overheid en andere organen die met
openbaar gezag zijn bekleed voor het gebruik van hun bevoegdheden. Dit wordt
besturen genoemd, de organen heten daarom bestuursorganen.
* Onder besturen valt: besluiten nemen, rechten verlenen en plichten opleggen,
al deze besluiten worden beschikkingen genoemd.
* Omdat beschikkingen grote gevolgen hebben, gelden voor bestuursorganen
algemene beginselen van behoorlijk bestuur (abbb), vastgesteld in de Algemene
wet bestuursrecht (Awb).
De belangrijkste beginselen:
- zorgvuldigheidsbeginsel (een besluit zorgvuldig voorbereiden)
- rechtszekerheidsbeginsel (rechten & plichten kunnen niet zomaar veranderen)
- gelijkheidsbeginsel (gelijke gevallen zoveel mogelijk gelijk behandelen)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Naomielbers. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.96  4x  sold
  • (1)
  Add to cart