Samenvatting van het vak systemisch en contextueel werken. Opleiding: HBO pedagogiek, leerjaar 2-> semester 1 Child. De samenvatting bestaat uit: Systeemgericht werken in sociale beroepen (hst. 1t/m6 +8), Contextuele hulpverlening (hst. 1,2,4,6), Met nieuwe ogen 7.7. Met deze samenvatting heb ik...
The summary is clear when you read the book alongside it, but without a book it is sometimes difficult to understand
By: pippedagogiek • 1 year ago
Translated by Google
Thanks for your review and your feedback!
By: carmenbakker • 2 year ago
By: esther17 • 2 year ago
By: pippedagogiek • 2 year ago
Translated by Google
Thank you for your positive review:)
By: daanvanos • 3 year ago
By: pippedagogiek • 2 year ago
Translated by Google
Thank you for the positive review!!
Seller
Follow
pippedagogiek
Reviews received
Content preview
Samenvatting
Systemisch werken en contextueel werken
Contextuele hulpverlening
Hoofdstuk 1: Het begrip context
1.2 de context
Contextuele benadering binnen hulpverlening beziet een mensen nooit solidair, als een opzichzelfstaand
individu. Ieder mens is verweven met netwerk betekenisvolle relaties. Context verwijst naar dit netwerk
van betekenisvolle relaties.
Contextuele benadering heeft nadrukkelijk oog voor de samenhang tussen de verschillende generaties
waaruit iemand is voortgekomen. Kijkt daarbij naar verbondenheid in 3 of 4 generaties.
Familierelaties: ook wel gegeven relaties, niet verbroken kunnen worden.
Verworven relaties: relaties die in de loop van zijn leven opdoet die je verwerft. Kunnen verbroken
worden.
Regenbooggezin: sprake van zowel gegeven als verworven relaties-> gezin met twee partners van
hetzelfde geslacht die samen kinderen opvoeden – of gezin met meer dan 2 ouders, waarvan ten minsten
1 ouder niet-heteroseksueel is.
Context: verwijst naar het hele netwerk van gegeven en betekenisvolle verworden familie relaties.
1.3 genogrammen
Genogram: een gevisualiseerde stamboom, waarin met behulp van symbolen de samenstelling van een
familie wordt weergegeven. Bestaat uit 4 of ten minste 3 generaties. Belangrijke gegevens worden
opgenomen.
Informatie ordenen en inzichtelijk maken, fungeert als een soort kapstok waar verhalen, gebeurtenissen
en info aan opgehangen kan worden.
Genogram maken voor cliënt-> beseffen uitmaken groter geheel, problematiek begrijpen vanuit groter
geheel.
1.4 overdracht binnen families
In contextuele denken uitgegaan van de pijn en vreugde in persoonlijk leven en levensgeschiedenis van
een persoon wordt bepaald door de (intergenerationele) context waarbinnen hij geboren is. En dat
problemen in verworven relaties in grote mate samenhangen met gedrags- en relatieproblemen zoals zich
die hebben ontwikkeld in het gezin van herkomst-> gegeven en verworven familiale relaties.
Van belang oog krijgen voor datgene wat binnen de context speelt en wordt overgedragen.
4 aspecten: erfelijke aanleg, sociale omgevingsfactoren, gewoonten en gebruiken, normen en waarden.
- Erfelijke aanleg
Gaat om eigenschappen van iemand die door genetische aanleg zijn bepaald. Nature
- Sociale omgevingsfactoren
Eigenschappen die niet genetisch zijn bepaald, maar waar opvoeding en leefomstandigheden een
belangrijke rol in spelen. Nurture.
- Gewoonten en gebruiken
Worden binnen persoonlijke omgang tussen ouders en kinderen overgedragen. Geven een gezin
eigenheid.
- Normen en waarden
Het hoort zo. Impliciet en expliciet worden deze doorgeven.
Ieder gezin heeft te maken met zijn eigen genetisch bepaald erfgoed en ontwikkeld op zijn eigen manier
de andere drie, door sociale omgang gevormde aspecten.
,1.5 ten slotte
Een hulpverlener die werkt vanuit de contextuele benadering ziet client niet als los, opzichzelfstaand
individu. Hij beziet mens binnen eigen context: geheel betekenisvolle gegeven en verworven relaties
waarvan hij deel uitmaakt en waaruit hij is voortgekomen. Nadrukkelijk ook voor deze context.
Hoofdstuk 2: Relationele ethiek en de vier dimensies
2.1 Inleiding
Fundamenteel in de benadering van Nagy is de relationele ethiek: Nagy gaat ervan uit dat de basis van
menselijke relatie wordt gevormd doordat aan elkaar geven en van elkaar ontvangen. Dit leer je binnen
de context waarin je opgroeit, evenals de balans die zich tussen deze beide ontwikkelt. Geven en
ontvangen is een wederzijds gebeuren.
Nagy gaat ervan uit dat het rechtvaardig is dat je in relaties mag geven en ontvangen.
In de contextuele benadering wordt deze dynamische balans tussen geven en nemen: de dimensie van de
relationele ethiek genoemd.
Het gaat om rechtvaardigheid in die balans-> wordt aan de ontvanger en aan de gever recht gedaan?
Relatie tussen kinderen en ouders zal nooit in balans zijn.
2.2 Geven en ontvangen
Kenmerkend voor de visie van Nagy is dat een kind er niet alleen recht op heeft om van zijn ouders te
mogen ontvangen wat hij nodig heeft, maar dat evenzeer het recht heeft aan hen te mogen geven. Door
te geven wat bij hem, zijn leeftijd en ontwikkeling past, groeit iemand uit tot een evenwichtige
volwassene die in staat is betrouwbare en veilige relaties aan te gaan met andere mensen.
Het patroon voor de balans tussen geven en ontvangen ontwikkelt zich in het gezin waarin iemand
opgroeit, in de gegeven relaties. Ze werken door in de verworven relaties die iemand aangaat. De wijze
waarop de balans in het hier en nu, kan nooit losgezien worden van zijn familiegeschiedenis.
Aandacht hulpverlener contextuele benadering gaat uit naar de balans tussen geven en ontvangen in
leven van een cliënt. Uitgangspunt is de problematiek die iemand in zijn dagelijks leven ervaart en vanuit
daar oog voor de manier waarop deze problematiek is geworteld en verbonden met diens
intergenerationele context.
2.3 de vier dimensies van de relationele werkelijkheid
Rationele ethiek-> ook wel vierde dimensie-> de vier dimensies van de relationele werkelijkheid.
Eerst een beeld van eerste 3dimensies en daarna met client onderzoeken welke invloed deze hebben op
de 4e: de balans tussen geven en ontvangen.
2.3.1 eerste dimensie: de feiten
Feiten: objectieve gegevens die echt waar zijn en gebeurtenissen die in de werkelijkheid hebben
plaatsgevonden.
Feiten hebben relationele consequenties: ze hebben invloed op wat er tussen mensen gebeurt en op wat
mensen wel of juist niet voor elkaar kunnen betekenen.
Sommige feiten noemen we onrecht: gebeurtenissen of omstandigheden die een beschadigend effect op
het leven van een mens hebben. 2 soorten onrecht:
1. Verdelend onrecht (toedelend onrecht): onrecht waaraan niemand direct schuld heeft of
verantwoordelijk voor is. Het overkomt iemand en heeft consequenties voor zijn
leven/volgende generaties. Vb. ziekte/overlijden, werkloosheid.
2. Vergelend onrecht: het onrecht en het leed dat mensen elkaar bewust of onbewust
aandoen. Er is iemand verantwoordelijk voor wat er is gebeurd of aangedaan. Vb. misbruik,
mishandeling of verwaarlozing.
Verdelend onrecht kan gemakkelijk leiden tot vergeldend onrecht.
,2.3.2 Tweede dimensie: psychologie
Gaat erom zicht te krijgen in de wijze waarop iemand de feiten verwerkt of verwerkt heeft en de gevolgen
daarvan voor de persoonlijkheidsontwikkeling. Belangrijke vragen: hoe heeft iemand de feiten beleefd?
Wat hebben deze met iemand gedaan? Enz. enz.
Karakter en persoonlijkheid, verlangens, behoeften en overlevingsmechanismen horen in deze dimensie.
2.3.3. Derde dimensie: interacties
Interactie- en communicatiepatronen binnen een gezinssysteem staan centraal. Gaat om het
onderkennen van patronen van waarneembaar gedrag. De verschillende betrokkenen in een relatie
drukken allemaal hun stempel waarop zij met elkaar omgaan. Belangrijke vragen: hoe gaat dit gezin met
gebeurtenissen om? Hoe communiceren betrokkenen met elkaar? Enz. enz.
2.3.4. Vierde dimensie: relationele ethiek
Oog krijgen voor de manier waarop de eerste drie dimensies invloed hebben of hebben gehad op de
balans tussen geven en ontvangen. Heeft een kind van zijn ouders kunnen ontvangen wat het nodig had?
Waren er dingen die dat in de weg stonden?
2.3.5 De samenhang tussen de vier dimensies
Dimensies zijn onderling met elkaar verbonden. Dimensie van de relationele ethiek overkoepelt de andere
drie en kleur deze in.
2.4 Ten slotte
Binnen contextuele hulpverlening neemt balans tussen geven en ontvangen een centrale plaats in.
Nadrukkelijk oog voor wat de client in het verleden binnen zijn context heeft kunnen of moeten
ontvangen en geven – en de doorwerking daarvan op zijn leven en relaties in het hier en nu.
Hoofdstuk 4: De dialoog
4.1 Inleiding
Contextueel hulpverlener gesprek over wat er is gebeurd of wat er tussen de betrokkenen speelt-> de
dialoog aangaan.
Dialoog binnen contextuele hulpverlening: wezenlijke ontmoeting die helend kan werken en is bedoeld
om vertrouwen tussen client en belangrijke relaties weer te voeden en te herstellen.
4.2 De dialoog
Client helpen de dialoog aan te gaan-> hulpverlener probeert te bewerkstelligen dat betrokkenen uit de
context elkaar erkenning gaan geven voor geleden onrecht en voor verdiensten.
Moratorium: een soort pauze, waarbij het moment van de dialoog in de toekomst ligt, maar er samen al
wel voorbereidend werk wordt verricht met het ook op dit gesprek.
4.3 Het gebruik van hulpbronnen
Kan zijn dat client de dialoog niet aan durft te gaan->gesprek met andere persoon-> de hulpbron.
Hulpbron: iemand vanuit de context van de client in wie hij voldoende vertrouwen heeft om een beroep
te doen op zijn steun.
4.5 Ontschuldigen
Door meerzijdig partijdige basishouding van hulpverlener en door het aangaan van de dialoog, kan er een
proces op gang komen dat ontschuldigen genoemd wordt.
Ontschuldigen: een proces waarin de hulpverlener zijn client helpt om los te komen van de verwijten aan
het adres van zijn ouders over wat hij van hen tekort is gekomen of wat zij hem hebben aangedaan.
Gaat om volwassen hertaxatie van wat er in iemands jeugd gebeurd is.
Bij ontschuldigen verdwijnt de beschuldiging door het begrip dat je weliswaar tekortgekomen bent, maar
dat de ander niet bij machte was om te geven wat je nodig had. Geeft ruimte iets te doen aan de gevolgen
van wat hij tekort is gekomen of wat hen is aangedaan.
, Hoofdstuk 6: Meerzijdige partijdigheid
6.2 Meerzijdige partijdigheid
Kenmerkend voor contextuele hulpverlening is de grondhouding van meerzijdig (of veelzijdig) gerichte
partijdigheid-> meerzijdig partijdig.
Grondhouding is gebaseerd op de diepgewortelde overtuiging dat het van belang is niet alleen de
individuele cliënt, maar ook iedere andere betrokkene in zijn context recht te doen.
Contextueel hulpverlener heeft oog en hart voor iedere betrokkene die beïnvloed wordt door zijn
interventies.
Meerzijdige partijdige grondhouding-> dat je wisselend naast alle betrokkenen gaat staan.
Dialoog die tot een wezenlijke en helende ontmoeting leidt, kan alleen gevoerd worden vanuit deze
meerzijdig partijdige grondhouding.
6.3 Mogelijke valkuilen
Bedacht zijn op je tempo: je kunt gemakkelijk te snel ook naast de andere betrokkene(n) uit de
context willen staan. Zo graag partijdig zijn dat je te kort schiet in de steun en erkenning die een
individu binnen het systeem nodig heeft. Te snel gaan risico-> iemand voelt zich niet gezien en
erkend, idee dat je niet echt aan zijn kant hebt gestaan.
Heeft te maken met jezelf en thema’s uit je eigen leven.
Cliënten of personen uit hun context kunnen een enorm appel op je doen om je aan hun kant te
scharen. Kan om expliciete afbakening vragen.
Kan zijn dat de ernst van wat iemand heeft gedaan of wat iemand is aangedaan, zo groot is, dat
het je niet of nauwelijks lukt het menselijke in de veroorzaker te zien.
Systeemgericht werken in sociale beroepen
Hoofdstuk 1: Perspectieven op gedrag
1.1 Inleiding
Systeemgericht werken: dat je gedrag interpreteert als een logische reactie op wat er in het systeem als
geheel gebeurt, en dat je daar vanuit verschillende perspectieven naar kijkt.
1.2 Psychodynamisch perspectief
Psychodynamisch perspectief benadrukt de invloed van vroege jeugdervaringen en onbewuste processen
op ons gedrag. Richt zich op het verklaren van psychische problemen.
Sigmund Freud-> grondlegger psychodynamisch stroming in de psychologie.
1.2.1 Freuds psychodynamische persoonlijkheidsmodel
Volgens Freud-> gedrag mensen bepaald door onbewuste driften.
3 lagen in de persoonlijkheid (intrapsychische ‘instanties’):
- Id (es): direct bij geboorte aanwezig en bestaat uit driften-> dynamische psychische kracht die
aanzet tot gedrag. Levensdrift (eros/libido): zet aan tot liefhebben en creëren. Doodsdrift
(thanatos): zet aan tot vernietiging en agressie
- ‘Ik’ (ich)/ego: Ego voldoende ontwikkeld-> kind beseft dat het zelf iemand is (met een behoefte)
en dat er om hem heen andere mensen zijn die zelf kiezen wat ze doen. Belangrijk bij
mentaliseren-> het vermogen om na te denken over de eigen innerlijke wereld en die van
anderen.
- Superego (uber-ich): bestaat uit geweten en een ideaal-ik. Geweten-> bewuste en onbewuste
normen, en ik-ideaal een beeld van hoe je in het ideale geval zou zijn. Ontwikkeld zich door het
internaliseren van normen van ouders.
Overtreed je de normen van het superego, dan ervaar je onaangename gevoelens van schuld.
Ego is bemiddelende instantie wanneer driften en superego met elkaar in tegenspraak zijn.
Ego kan waarop reageren met afweermechanismen: onbewuste strategieën waarmee ongewenste
gevoelens en herinneringen buiten het bewustzijn worden gehouden. Vb. verdringing, ontkenning,
verschuiving, rationalisatie en projectie.
Gezond afweersysteem->sublimatie: waarbij je je gevoelens omzet in sociaal aanvaarde activiteiten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pippedagogiek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.