100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Economie in het nieuws $3.76
Add to cart

Summary

Samenvatting Economie in het nieuws

7 reviews
 1135 views  49 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Een samenvatting van de behandelde informatie tijdens college + het boek, samengebundeld. Makkelijke taal omschreven en overzichtelijk. Ook zijn er verschillende voorbeelden zodat het beter te begrijpen is.

Preview 3 out of 44  pages

  • Yes
  • September 30, 2012
  • 44
  • 2011/2012
  • Summary

7  reviews

review-writer-avatar

By: norastemerding • 9 months ago

review-writer-avatar

By: riannehaan • 7 year ago

review-writer-avatar

By: kimvanpoppel • 7 year ago

review-writer-avatar

By: bregjesimons • 7 year ago

Translated by Google

to briefly

review-writer-avatar

By: elbrich_dejong • 7 year ago

review-writer-avatar

By: S1103174 • 7 year ago

review-writer-avatar

By: elinerozendaal • 11 year ago

Translated by Google

Not recommended if you do not manage the basics.

avatar-seller

Available practice questions

Flashcards 57 Flashcards
$3.23 4 sales

Some examples from this set of practice questions

1.

Beperkt de economische groei (restrictief of expansief beleid?

Answer: restrictief beleid

2.

lastenverzwaring, hogere belastingen en premies (restrictief of expansief beleid)

Answer: restrictief beleid

3.

bezuinigingen, minder overheidsuitgaven (restrictief of expansief beleid)

Answer: restrictief beleid

4.

versterkt economische groei (restrictief of expansief beleid)

Answer: expansief beleid

5.

lastenverlichting, lagere belastingen en premies (restrictief of expansief beleid)

Answer: expansief beleid

6.

meer overheidsuitgaven (restrictief of expansief beleid)

Answer: expansief beleid

7.

rentestijging, inflatie stabiliseert zichzelf (conjuncturele, kosten of monetaire inflatie)

Answer: conjuncturele inflatie

8.

concurrentie, minder belasting, loonmatiging (conjuncturele, kosten of monetaire inflatie)

Answer: kosteninflatie

9.

DNB kent strikte regels voor drukken van geld, DNB stuurt met rente (conjuncturele, kosten of monetaire inflatie)

Answer: monetaire inflatie

10.

Als je geen geld hebt moet je het ook niet uitgeven (klassieken/liberalen, socialisten, zalm)

Answer: klassieken/liberalen

Economie Binnenland
College 1
Hoe wordt de omvang van de economie gemeten?
• Bruto Binnenlands Product
Wordt gemeten door CBS

Wat wordt gemeten?
- Toegevoegde waarde (of productie) van alle bedrijven in Nederland
• Formeel of informeel?
• Bruto of netto?
• Binnenlands of nationaal?

Extra: De omvang van de economie wordt dus gemeten door het BBP (bruto
binnenlands product). VB:

Inkoop  Productie  eindproduct

Toegevoegde waarde


Productiefactoren
(kano)

BBP NL = zo’n 600 miljard.
Dus het getal is: 600.000.000.000
Om het gangbaarder te maken kun je het delen door aantal inwoners, vergelijken
met het buitenland of vergelijken met vorig jaar.

Binnenlands of nationaal
Binnenlands: Toegevoegde waarde op NL grondgebied
Nationaal: Toegevoegde waarde dóór NL-ers, waar ook ter wereld (denk Heineken)

Wat zegt het?
 BBP vergelijkbaar over tijd?
 In constante prijzen (=reëel = volume) of lopende prijzen (= nominaal =
incl. inflatie)?
 BBP vergelijkbaar tussen landen?
 BBP per hoofd van de bevolking
 Vergelijking van groeipercentages
 Mits de cijfers uit 1 bron komen die betrouwbaar is (boek p. 28)

Als de productie stijgt (het volume) is altijd goed. Prijsstijging is niet altijd goed
(nominaal)

Wanneer groeit de economie echt?
De verandering (toe- of afname) in het (reële) BBP = economische groei

,Jaar 2004 2005 2006 2007 2008

Bruto Binnenlands Product 491,2 513,4 540,2 568,7 595,9
(mld. euro’s)

Bruto Binnenlands Product 3,0 4,5 5,2 5,3 4,8
(% per jaar)

Inflatie (% per jaar) 1,2 1,7 1,1 1,6 2,5


Reële groei (% per jaar) 1,8 3,1 4,1 3,6 2,2
(boek p. 17)

 Economische groei
 Nominale groei omvat ook inflatie en
is dus vertekend
 Reële groei heeft geen last van
inflatie
 Reële groei wordt ook volumemutatie
genoemd

Snelle groei = hoogconjunctuur
Langzame groei of krimp = laagconjunctuur
Trend = gemiddelde groei over langere periode

Welvaart of welzijn:
 BBP meet welvaart (materieel)
 Economische kengetallen houden geen rekening met welzijn, journalisten
wel!
 Aanleg sportpark
 Kinderarbeid in Bangladesh
 Aardbeving Haïti
 Milieu
 Verdeling van inkomen

Definitieve recessie:
De toestand waarin de economie verkeert
wanneer het volume van het Bruto Binnenlands
Product twee opeenvolgende kwartalen krimpt
(bron: CBS)
De recessie begint al in het eerste kwartaal van krimp, maar dit kan pas worden
vastgesteld na twee kwartalen, dus met terugwerkende kracht!



College week 2
Inflatie
Inflatie: = waardevermindering van het geld, met name door loon en prijs spiraal.
Het tegenovergestelde is deflatie.
Inflatiespook = het dreigend verschijnsel van inflatie.

, Het CPI (consumentenprijs index) wordt gemeten door:
 CBS (centraal bureau voor statistiek)
 Boodschappenmand (de gemiddelde prijsstijging wordt gemeten d.m.v. de
boodschappenmand. Dat wordt het CPI)
 Geharmoniseerd (op elkaar afstemmen)
 Indexcijfers vergelijken meerdere periodes
 Procenten vergelijken 2 periodes
 T.o.v. zelfde maand vorig jaar (meeste gebruikt)
 T.o.v. vorige maand

CPI (basisjaar 2006 = 100)




Inflatie tov
2009 2010 vorig jaar

mei 106,24 107,25 1%

juni 105,87 106,74 0,8%


inflatie tov
vorige
maand -0,3% -0,5%

bron cbs
De inflatie is 0,2 procentpunt (1% - 0,8%) lager dan in mei 2010
De consumentenprijsindex is in juni 2010 106,74. De index is een gewogen
gemiddelde van producten in een denkbeeldig boodschappenmandje en wordt
afgezet tegenover het basisaar 2006 = 100
De inflatie is in juni 2010 0,8%. Dit betekent dat de prijzen in juni 2010 met 0,8%
zijn gestegen t.o.v. juni 2009

Conjuncturele inflatie (oorzaak 1)
 Economie trekt aan
 = meer bestedingen
 Vraag stijgt (naar producten)
 Productiecapaciteit wordt overbelast
 Prijzen stijgen (dus inflatie!)
 (ook wel bestedingsinflatie genoemd)

Kosteninflatie (oorzaak2)
 Productiekosten stijgen ó Doorberekenen in prijzen (= afwenteling)
 Is afhankelijk van concurrentie en consument
Voorbeeld: sigaretten en accijnsverhoging
Voorbeeld: doorberekenen transactiekosten voor pinnen
Voorbeeld: hoge olieprijzen
 Loon-prijsspiraal (belangrijk soort kosteninflatie)
 Inflatie ó hogere kosten levensonderhoud
 Vakbonden vragen hogere lonen

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller xhafidax. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.76. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

56326 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.76  49x  sold
  • (7)
Add to cart
Added