100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
College aantekeningen inleiding pedagogische wetenschappen $8.56
Add to cart

Class notes

College aantekeningen inleiding pedagogische wetenschappen

 17 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Uitgebreide college aantekeningen (1 t/m 13) inleiding pedagogische wetenschappen

Preview 4 out of 44  pages

  • October 4, 2021
  • 44
  • 2019/2020
  • Class notes
  • Prof. dr. b. orobio de castro
  • All classes
avatar-seller
College aantekeningen Inleiding pedagogische wetenschappen

College 1

 Gunning: de eerste academische docent pedagogiek, 1900  combinatie praktijk en
theorie. Heeft een mensbeeld en gaat dat toepassen.
 Langeveld: handelingswetenschap. Na de tweede WO. Object goed onderzoeken en
daarna de praktijk verbeteren.
 IJzendoorn: 20e eeuw. Benadrukt ook handelingswetenschap. Opvoeding
(pedagogiek), onderwijs (onderwijskunde), hulpverlening (orthopedagogiek).

Systematische wijze van kennisverwerving:
- gepland
- gecontroleerd
- precies  welke vragen en antwoorden, statistiek
- gegevens  empirische wetenschappen = we bestuderen de werkelijkheid
- instrumenteel
- breed toepasbaar
- empirisch verifieerbaar

Als een van deze eisen ontbreekt, is het geen wetenschap

Pedagogiek  100 jaar oud  Rousseau schrijft een boek (Emiel), ontdekking van het kind &
eeuw van het kind, in de praktijk niet zo’n goede opvoeder. Je moet het met de ogen van het
kind zien.
Begin vorige eeuw  eerste kinderwetten.

Beide van belang voor een goed onderzoek:
 Normatieve dimensie  het waarom, het waartoe
 Empirische dimensie  90% van het werk

Pedagogiek verschuift een beetje van normatief naar empirisch
Als het kind al in de buik zit tot 23 jaar  pedagogiek.

Curatief = behandelen  verstoorde ontwikkeling (orthopedagogiek, neuropedagogiek)

Multidisciplinair
 Bio
 Psycho
 Sociaal

Bronfenbrenner: De bedenker van deze theorie:
 Micro  Waarin je zit. Omgeving, lichaam.
 Meso  Verschillende werelden komen samen, zoals thuis, school.
 Exo  waarin opvoeders mee te maken hebben. BV. Moeder heeft last van. Alle
opvoeders die om het kind heen staan. Niet alleen de ouders.
 Macro  In Nederland een bepaald opvoedklimaat.

,Opvoeden kost tijd, tijdvak/periode  wat doet dit met de opvoeding
Empirisch-analytische pedagogiek:
 Stukjes van de werkelijkheid opzoeken
 Controleerbare waarnemingen
 Objectieve metingen

Inductie = Je doet waarnemingen en dan zie je een patroon.

Op dit moment:
Een grote diversiteit en een grote ongelijkheid. Kunnen we kinderen met hun bepaald talent
ontwikkelen. Hoe kunnen we dit dus doorbreken? Dat alle kinderen een kans kunnen krijgen.

Normatieve dimensie: Waartoe willen we opvoeden en opleiden.
Empirische dimensie: Wat weten we over de opvoeding en de effecten daarvan.




3 domeinen van de jeugd (deze hangen samen):
 Leren en ontwikkelen in verschillende contexten
 Diversiteit en ongelijkheid
 Normativiteit van opvoeding en onderwijs (waartoe en het waarom)

Pedagogische wetenschap is een empirisch normatieve, prestatiegerichte en integratieve
wetenschap die het brede spectrum van gedragswetenschappen verenigt. Met deze unieke
combinatie helpt pedagogische wetenschap bij het beantwoorden van wetenschappelijke,
klinische en maatschappelijke vragen om kinderen te helpen hun volledige potentieel te
bereiken.

College 2

,Burgerschapsvorming op de basisschool over de veranderingen in de morele opvoeding van
kinderen:

De centrale vraag van dit artikel is wat de maatschappelijke achtergronden zijn geweest van
de huidige kritiek op het onderwijs.

1) welke maatschappelijk ontwikkelingen hebben aanleiding gegeven tot een hernieuwde
roep om morele vorming in het onderwijs?
2) welke actoren hebben zich ingezet om morele vorming meer expliciet in het curriculum
van de basisschool op te nemen, en wat waren hun motieven hiervoor?
3) hoe heeft dit streven ten slotte geresulteerd in burgerschapsvorming als verplichte
onderdeel van het lesprogramma van de basisschool?
4) hoe hebben basisscholen gereageerd op de nieuwe eisen met betrekking tot morele
vorming?

Kinderbeeld:

 Onschuldig, schatten
 Boosaardig, schuldig  angst en schrikbeelden van kinderen  geen goede
opvoeding.

Contrasterende visies op de kindertijd:

 Kinderen te vroeg groot zijn
 Kinderen te lang klein worden gehouden

Angst kinderen  sociaal media, kunnen denken dat het zo hoort  Angst dat ouders het
niet onder controle kunnen houden.  Grenzen tussen kindertijd en volwassenheid
verschoven.

Conflicterende kinderbeelden  verschillende visies over opvoeding

Mondigheid als doel van de opvoeding (vormen eigen oordeel)
Maatschappelijke weerbaarheid
- opvoedingsdoel
- ervaringsfeit (als gegeven)

 Collectivistische culturen  Onderlinge banden staan centraal. De groep gaat voor
alles. Je vindt het vaak waar het moeilijk is alleen te overleven. Iedereen helpt elkaar.
Het nemen van beslissingen staan in het teken van de belangen van de groep.
 Individualistische culturen  Kinderen leren om als ik en om hunzelf te denken.
Eigen mening.




Kinderbeelden Historisch

,  Men is anders over kinderen gaan denken. In het begin ging het alleen over de
opvoeding van elitaire jongen (Erasmus).
 Rousseau  Kinderen hebben al een ontwikkelingspatroon als ze op de wereld
komen. De omgeving waarin ze opgroeien verpest ze. Hoe maak ik een kind tot
goede staatsburger?
 John Bowlby  Hoe komt het dat wezens veel gedragsproblemen vertonen? Ze
misten allemaal ‘maternal care’ = gehechtheidstheorie (relatie opvoeder en kind)
Aangeboren gedrag:
- nabijheid zoekend (dichtbij komen)
- Verwijdering zoeken van verzorger
Sensitiviteit van verzorger is een veilige basis. Door de veiligheid kunnen ze zich
verwijderen van de verzorger.

We zijn kinderen anders gaan zien:

 Eerst als kleine volwassenen
 1654: Verschil tussen jongen en meisje wordt niet gemaakt
 1850: Wel onderscheid tussen jongens en meisjes
 1950: Kinderen zijn schattige onschuldige wezens

Kinderbeelden (Historisch)  Opvattingen over kinderen die:

 Impliciet (vooronderstellingen/ideeën) zijn
 Belangrijke karakteristieken van kinderen bevatten,
 (Een) onderscheid aanduiden met volwassenen
 Theorieën over kinderen begrenzen en zo opvoeding en onderwijs sturen,
 Veranderlijk zijn (historisch en cultureel)

Voorbeeld: ontwikkeling

Kinderbeelden (Cultureel)

 Onderscheid individualistische en collectivistische culturen
Autonomie en groepslidmaatschap
 Gehechtheid en sensitiviteit
Proximaal + distaal
Fysiek + Interactie op afstand
 Autoritaire en autoritatieve opvoedingsstijl
Autoritatief  Overlegger is fundamenteel = basis groot belang
Twee belangrijke dimensies:
- warmte
- structuur

Autoritair  Veel structuur, weinig effectiviteit
Autoritatief  Veel structuur, veel effectiviteit
I.v.m. collectivistische en individualistische cultuur
 Leren door imitatie vs formeel onderwijs met weinig dwang (kind moet kind zijn)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller UvAPedagogischeWetenschappen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.56. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.56
  • (0)
Add to cart
Added