H1.1-1.6
Rechtregels herkennen door:
1. Ze stellen normen door een gebod of verbod
2. Het regelt uitwendig en menselijk gedrag regelen
3. Het moet algemeen en onpersoonlijk zijn.
Er zijn 2 verschillende recht: 1.2
1. Objectieve recht: Dit is het totaal van alle rechtsregels, zowel de geschreven als
ongeschreven regels. Aan de hand van de rechtsregel ziet een burger zijn rechten en
plichten, zijn subjectieve recht. Bv wat mag er in een huurovereenkomst?
Doel: de samenleving ordenen en richting geven. De functies van de overheid zijn wetgeving, bestuur
en rechtspraak.
De rechtsregel moet er zo duidelijk mogelijk instaan voor de Rechtszekerheid en op dezelfde manier
steeds toegepast worden voor de Rechtsgelijkheid.
2. Subjectieve recht: Als een burger denkt dat hij ergens recht op heeft dan gaat hij naar de
rechter. Bv. Wat voor rechten heb ik in een huurovereenkomst?
Ordening van rechtsgebieden 1.4.1
1. Burgerlijk recht (civiel/privaatrecht): Het belangrijkste bij een privaatrechtelijke rechtsregel
is dat de rechtsrelatie tussen de burgers centraal staan. Geen overheid. Overheid werkt als
een burger.
a) Natuurlijke personenrecht: Dit recht bepaalt de positie voor 1. De persoon zelf 2. De
persoon in relatie tot zijn familie of 3. De persoon in relatie tot zijn levenspartner. De
rechtsregels worden samen het personen- en familierecht genoemd.
b) Rechtspersonenrecht: Dit is in organisatievorm, zodat een organisatie als een
natuurlijk persoon mee kan doen in het recht.
c) Vermogensrecht: Hier gaat het om de geld waardeerbare rechten en plichten.
Opgesplitst in het goederenrecht en verbintenissenrecht
Publieksrecht: De overheid dienst het algemeen belang waardoor soms het recht van de burger
moet wijken. Overheid heeft een gezagspositie.
2. Strafrecht: Het bestaat uit geboden en verboden. Ook zijn er al straffen opgelegd voor
misdrijven =(=algemene bepalingen) zodat mensen niet in eigenrichting gaan.
3. Bestuursrecht: dit hoort bij een actief optredende overheid. De overheid kijken naar de
sociale verzorging van de staat zoals het bevorderen van gezondheid of betere
werkgelegenheid. Het geeft de overheid ook een juridisch kader over waar ze wel en niet
mogen bemoeien. Bv. Bijstand.
4. Staatsrecht: Hier gaat het om de staatsorganen en hun bevoegdheden. En om de
grondrechten waar de overheid zich aan moet houden. En om hoe burgers invloed hebben
over de samenstelling van de overheid. bronnen: Grondwet, statuut, organieke wetten,
verdragen, jurisprudentie en gewoonte.
Dit kan ook allemaal (behalve staatrecht: alleen materieel recht) in Materieel recht en Formeel recht
(proces recht).
Het recht kunnen indelen in 3 rechten – de aard 1.5.1
1. Dwingend recht: van deze rechtsregels mogen burgers absoluut niet afwijken. Bv het
huurrecht of arbeidsrecht. Bv afwijken van een overeenkomst. Bv strafrecht
2. Aanvullend recht: Deze geldt als de partijen zelf geen regeling hebben getroffen. Je mag er
van afwijken. Als je zelf niets afspreekt, dan staat er in de wet wat je dan kan doen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jiskafrijns. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.