Oefententamen Blok 1
Probleem 1: Naturally! Selection!
Wat is een sex-linked gen?
a. Een gen dat seksueel gedrag beïnvloedt
b. Een gen dat grotere effecten heeft op het ene geslacht dan op het andere geslacht
c. Een gen of op het X-chromosoom of op het Y-chromosoom
d. Een gen dat geactiveerd wordt tijdens seksuele handelingen
Wat is een sex-limited gen?
a. Een gen dat seksueel gedrag beïnvloedt
b. Een gen dat grotere effecten heeft op het ene geslacht dan op het andere geslacht
c. Een gen of op het X-chromosoom of op het Y-chromosoom
d. Een gen dat geactiveerd wordt tijdens seksuele handelingen
Probleem 2: This neuron has potential
Welke van deze structuren biedt geen ondersteuning aan neuronen?
a. Oligodendrocyten
b. Astrocyten
c. Knooppunten van Ranvier
d. Glia
Welk van de volgende is geen neurotransmitter van het brein?
a. Glutamaat
b. GABA
c. Glucose
d. Serotonine
Neurotransmitters komen vrij wanneer:
a. Het presynaptische en postsynaptische membraan kort samensmelten
b. Synaptische blaasjes hun inhoud morsen in de synaptische spleet
c. Een korte elektrische lading de synaptische opening passeert
d. De afgiftezone gehyperpolariseerd is
In het centrale zenuwstelsel ontwikkelen neuronen zich in de
a. Ventriculaire zone van de neurale buis
b. Radiale gliacellen
c. Kamers die de ventrikels van het brein worden
d. Groeikegels
Neuronen die geen synaptische verbindingen tot stand brengen met een postsynaptische
cel
a. Migreren naar het beenmerg
b. Worden vernietigd door apoptose
c. Kunnen later kwaadaardig worden
d. Trekken synaptische verbindingen aan van presynaptische cellen
,Neuronen in de hypothalamus
a. Beheersen het autonome zenuwstelsel en het endocriene systeem
b. Sturen projectievezels door het optische chiasma
c. Worden gereguleerd door hormonen die worden uitgescheiden door de
hypofysevoorkwab
d. Zijn betrokken bij zicht en gehoor
... axonen brengen sensorische informatie naar de hersenen en het ruggenmerg en ...
axonen verlaten het ruggenmerg via de ventrale wortels
a. Unipolaire; bipolaire
b. Gemyeliniseerde; niet-gemyeliniseerde
c. Afferente; efferente
d. Motorische; sensorische
Als het membraan van een axon een voldoende grote depolarisatie ontvangt, wordt de
resulterende snelle omkering van lading … genoemd.
a. Drempel van excitatie
b. Membraanpotentiaal
c. Actiepotentiaal
d. Rustpotentiaalverschuiving
De membraanpotentiaal is het resultaat van twee krachten:
a. Diffusie en elektrostatische druk
b. Hyperpolarisatie en depolarisatie
c. Evenwicht en traagheid
d. Het rustpotentieel en de drempel van excitatie
Natrium-kaliumtransporters houden de intracellulaire concentratie van
a. Na+ laag
b. K+ laag
c. Na+ hoog
d. CI- hoog
Grote synaptische blaasjes worden geproduceerd in de ... en worden getransporteerd
naar de ...
a. Cytoplasma; dendrieten
b. Soma; terminale knoppen
c. Dendrieten; vrijgavezones
d. Synapsen; extracellulaire vloeistof
Welk ion speelt een cruciale rol bij het voortstuwen van synaptische blaasjes naar het
presynaptische membraan?
a. Na+
b. CI¯
c. Ca²+
d. K+
, Postsynaptische receptoren binden met moleculen van neurotransmitters en
a. Transporteer ze naar synaptische blaasjes
b. Openen neurotransmitter-afhankelijke ionenkanalen
c. Laat ze los tijdens een EPSP of IPSP
d. Deactiveer ze door middel van heropname
Tijdens een EPSP
a. Komt Na+ de cel binnen
b. Komt K+ de cel binnen
c. Verlaat K+ de cel
d. Verlaat CI¯ de cel
Tijdens een IPSP
a. Komt Na+ de cel binnen
b. Komt K+ de cel binnen
c. Verlaat K+ de cel
d. Verlaat CI¯ de cel
Wat gebeurt er in het membraan van een neuron tijdens een IPSP?
a. Alle ionenkanalen in het membraan sluiten
b. De natriumpoorten gaan open
c. De kalium of chloride poorten gaan open
d. Alle ionenkanalen in het membraan gaan open
Bij de meeste synapsen worden postsynaptische potentialen beëindigd door:
a. Heropname
b. Enzymatische deactivering
c. Ionische stroom
d. Fagocytose
Hoewel één kneep er niet voor zorgde dat een hond zijn poot boog, deed een snelle
opeenvolging van knijpen dat wel. Waarvoor haalde Waarvoor was dit bewijs?
a. Temporale summatie
b. Ruimtelijke summatie
c. Remmende synapsen
d. Refractaire periode
Hoewel één kneep er niet voor zorgde dat een hond zijn been boog, deden verschillende
gelijktijdige kneepjes op nabijgelegen locaties dat wel. Waarvoor was dit bewijs?
a. Temporale summatie
b. Ruimtelijke summatie
c. Remmende synapsen
d. Refractaire periode
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kayleesnayer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.60. You're not tied to anything after your purchase.