Week 1 Inleiding Goederenrecht
H1 - Omschrijving en plaatsbepaling
1.3 Terminologie
1.3.5. Afhankelijke rechten en nevenrechten
Afhankelijk recht - Recht dat afhankelijk is van een ander recht op zo’n manier
dat het geen waarde heeft zonder dat andere recht.
Nevenrecht - Rechten die geen vermogensrechten hoeven te zijn en zijn
verbonden aan een vordering.
Retentierecht - Recht om de verplichting tot afgifte van een zaak op te schorten.
1.3.6 Volledige en beperkte rechten
Volledige rechten - Het toebehoren van vermogensrechten en het eigendom van
zaken.
Beperkt recht - Een van het moederrecht afgeleid recht dat met het beperkte
recht is bezwaard.
Moederrecht - Een meer omvattend recht tegenover een ander recht
(dochterrecht).
1.3.7 Rechten op naam, aan order en aan toonder
Rechten op naam - Rechten die niet aan toonder of order zijn, maar waarvan de
eigenaar bij naam bekend is.
Rechten aan order - Rechten d.m.v. een orderpapier.
Rechten aan toonder - Rechten d.m.v. een toonderpapier.
1.3.8 Registergoederen en niet-registergoederen
Registergoederen - Goederen waarbij voor vestiging/overdracht registratie
benodigd is.
Niet-registergoederen - Goederen waarbij voor vestiging/overdracht geen
registratie benodigd is.
- Verschil is van belang voor de bescherming van de derde-verkrijger
tegen beschermingsonbevoegdheid van de vervreemder en de bepalingen
van de verjaringstermijnen en leveringsformaliteiten.
1.3.9 Goederencomplexen
Goodwill - Surpluswaarde die een onderneming heeft boven de waarde die de
goederen afzonderlijk hebben (bijv. de goede naam van een onderneming kan bij
verkoop extra opleveren).
1.3.10 Tegenwoordige en toekomstige goederen
Absoluut toekomstige goederen - Goederen die nog niet bestaan.
Relatief toekomstige goederen - Goederen die reeds bestaan maar nog niet
behoren tot het vermogen van de entiteit die de aanduiding als toekomstig aan de
goederen geeft.
,Enkel toekomstige goederen - Vorderingen die nog niet bestaan uit een
rechtsverhouding die al wel bestaat.
Dubbel toekomstige goederen - Vorderingen die nog niet bestaan uit een
rechtsverhouding die ook nog niet bestaat.
, 1.5 Eisen voor goederenrechtelijke rechten
1.5.2 Wettelijke grondslag
● Goederenrechtelijke rechten kennen een gesloten systeem in
tegenstelling tot persoonlijke rechten.
○ Dit is van dwingend recht: je kunt niet zomaar nieuwe
rechten in het leven roepen.
○ 3:81 BW geldt voor beperkte rechten.
● Een recht is goederenrechtelijk als de wet het als zodanig kent.
1.5.3 Publiciteit
Publiciteitseis - Registergoederen moeten in de openbare registers worden
ingeschreven.
● Voor niet-registergoederen is de publiciteitseis minder streng. Bij
levering van roerende niet-registerzaken kan worden volstaan met
bezitsverschaffing (3:90 lid 1 BW), subsidiair met een akte (3:95 BW).
1.6 Functies
Functies van goederenrechtelijke rechten m.b.t. goederen:
- Zorgen voor mobiliteit;
- Zorgen voor diversiteit;
- Zorgen voor duidelijkheid;
- Eventueel zorgen voor voorrang van de ene crediteur boven de andere.
1.7 Algemene leerstukken
1.7.2 Goede trouw
Subjectieve goede trouw - Kennen noch behoren te kennen.
● Hij wist nog behoorde te weten dat..
● Goede trouw wordt in 3:11 BW negatief omschreven, goede trouw
ontbreekt indien de persoon de feiten kende of deze behoorde te kennen.
● Positief omschreven laat goede trouw zich aanduiden als een niet
weten en behoeven te weten.
● Het gaat er hierbij om want de inroeper redelijkerwijze had kunnen
weten.
1.7.3 Redelijkheid en billijkheid
● 3:12 BW is op zichzelf niet ingericht als een zelfstandig criterium voor
de rechtsvinding maar als een begripsbepaling ter invulling van al die
bepalingen waarin de redelijkheid en billijkheid wel als zelfstandig criterium
fungeren.
● Hetgeen ieder als onbillijk ervaart, dient buiten toepassing te blijven.
Dit zou inhouden dat zelfs dwingend goederenrecht op grond van redelijkheid
en billijkheid aan de kant gezet kan worden. De inhoud van het dwingend
goederenrecht wordt mede door redelijkheid en billijkheid bepaalt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller minicooper. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.71. You're not tied to anything after your purchase.